Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Landelijk Verband van Meisjes verenigingen in Jaarvergadering bijeen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Landelijk Verband van Meisjes verenigingen in Jaarvergadering bijeen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

B egunstigd door prachtig zomerweer heeft het Landel. Verb. van M.V. op de verjaardag van onze geliefde vorstin een zeer geslaagde 5e jaarvergadering gehouden.

Grote belangstelling Groei van liet L.V.

De belangstelling voor deze vergadering was beduidend groter dan op de vorige jaarvergaderingen, zelfs zo, dat de bezoeksters, die wat laat kwamen een plaats moesten zoeken in het kerkgebouw der Geref. Gemeente te Utrecht, dat evenals vorige jaren welwillend door de plaatselijke kerkeraad voor dit doel was afgestaan.

De ere-voorzitter van het L.V. de Weleerw. Heer Ds A. Verhagen opende precies half elf de vergadering.

Nadat Ps. 98 : 2 en 3 was gezongen, ging Ds Verhagen voor in gebed en las daarna Ruth 1 : 1—14.

Openingswoord van Ds A. Verhagen

In zijn openingswoord wijst de voorzitter op het grote voorrecht, dat er nog behoefte is om onder het gezag van Gods Woord samen te verkeren.

Welk een grote belangstelling van heinde en ver. Dat verblijdt ons zeer en wij roepen U allen dan ook een hartelijk welkom toe.

Onze blijdschap over een zodanige belangstelling is belangrijk als we zien op de wereld, op al wat daarin aftrekt van Gods Woord en van Zijn dienst en als we dan mogen zien dat zovelen op deze dag zijn samengekomen en ook in eigen kring elke week bijeenkomen, dan is er ook reden tot verheuging.

Maar dit alles is niet genoeg. Dit is het voornaamste, dat de Heere er Zijn gunst aan mocht verbinden.

Daarom is het onze innerlijke begeerte, dat de Heere dit samenzijn met Zijn gunst en tegenwoordigheid bekrone.

Ik las U uit Gods Woord iets voor over Orpa en Ruth. In deze geschiedenis treedt zo duidelijk het onderscheid op de voorgrond, de souvereine vrijmacht Gods.

Tussen Orpa en Ruth is uitwendig geen verschil, zelfs veel overeenkomst. Beiden hadden haar gemis, beiden gingen mee naar het land van Naomi.

Wat had deze Naomi al niet meegemaakt! In plaats van te buigen onder het oordeel, was zij naar Moab gegaan. Te buigen onder het oordeel is zo'n groot voorrecht.

Maar na alle wederwaardigheden is Naomi weer op weg, terug naar haar vaderland, vergezeld door Orpa en Ruth, haar beide schoondochters. En zie nu het onderscheid: Orpa is met haar voeten op weg naar Kanaan, maar met haar hart in Moab. Ruth daarentegen is geheel voor Kanaan ingewonnen. Haar hart is niet meer in Moab.

Als Naomi, om haar schoondochters te beproeven ze tracht terug te zenden houdt Orpa bij de eerste beproeving nog wel stand, maar bezwijkt tenslotte. En Ruth ? In haar hart was de oprechte keus gelegd en daarom volhardt zij om mee te gaan. Die keus heeft haar nooit berouwd.

Mocht het door Gods genade Uw aller deel zijn, die onberouwelijke keus te doen.

Het is een groot voorrecht dat ge lust hebt in Uw plaatselijk verenigingswerk; maar waar is Uw hart bij ?

Ruth leefde liever met haar arme schoonmoeder, maar met een God voor haar hart, dan het leven van Moab te genieten. In Ruth's leven en ook in dat van Gods Volk komt zo duidelijk uit, dat die keus voor tijd en eeuwigheid van alle waarde is. De dienst van God is zo prijzenswaardig. Laten we elkaar toch die keus voor ogen stellen.

Ik hoop, dat wij deze dag in liefde bijeen mogen zijn, en dat de band onderling steviger mag worden aangehaald. Dat er een doorwerkende kracht van onze verenigingsarbeid moge uitgaan.

Laten we in alles eenvoudig zijn, ook in ons verenigingswerk en dat ons voorbeeld, onze handel en wandel respect moge afdwingen.

Ds Verhagen heet ook welkom de Weledele Heer P. J. Lamoré van Zeist, die deze dag voor ons hoopt te spreken en voorts mijnheer Molenaar en de secr. v.h. Landel. Verb. van Jongelingsverenigingen. De voorz. besluit zijn openingswoord met een woord van hartelijke dank aan de kei'keraad van Utrecht voor zijn welwillende houding ten aanzien van het in gebruik geven van het kerkgebouw.

Na het voorlezen, van telegrammen aan H.M. Koningin Juliana en H.K.H. Prinses Wilhelmina. worden — •daar onze Vorstin heden Haar verjaardag viert — 2 coupletten van het Wilhelmus gezongen.

Het gecombineerd jaarverslag van secretaresse en penningmeesteresse wordt uitgebracht door Mevr. Hardon-Kievit.

In het afgelopen jaar traden weer drie verenigingen toe, zodat thans 19 verenigingen zijn aangesloten.

Werd in het vorig jaarverslag melding gemaakt, dat 1075 stuks goederen door de verenigingen werden vervaardigd, dit beliep nu 1260 stuks, die in overleg met de diaconieën werden uitgedeeld in de behoeftige gezinnen.

De finantiële toestand van het L.V. is bevredigend; er is een batig saldo van ƒ 219.56.

Mevr. Hardon zet voorts in korte bewoordingen de taak en de doelstelling van het L.V. uiteen. Het zichtbare hoogtepunt is, dat we eenmaal 's jaars op een dagals deze bijeenkomen, waar o.a. ook gedachten kunnen worden uitgewisseld.

Maar intussen kan en wordt er ook over allerlei gecorrespondeerd. Laten we waarderen, wat we reeds hebben en niet te veeleisend zijn.

Bij de gehouden bestuursverkiezing wordt met grote meerderheid van stemmen mej. W. den Hertog als presidente herkozen. Mej. A. Brouwer uit Lemmer wordt gekozen als bestuurslid en aanvaardt tenslotte deze benoeming na de gebruikelijke protesten.

Ds Verhagen spreekt hartelijke woorden tot mevr. v. 't Kaar-Tanger, die vijf jaar lang op onberispelijke wijze het L.V. als penningmeesteresse diende. Plichtsgetrouw en met grote toewijding heeft zij de belangen van het L.V. voorgestaan en we betreuren ten zeerste dat zij zich niet meer herkiesbaar kon stellen.

Bij de behandeling van enkele vragen komt weer de vraag naar voren (M.V. Lemmer) of uit bepaalde zangbundels liederen mogen gezongen worden op de Verenigingsavonden.

Terecht merkt de voorz. op, dat het er niet op aankomt of de te zingen liederen in de ene dan wel in een andere bundel staan, maar of die liederen door de kerkeraad zijn of worden goedgekeurd. Voor alle dingen: vraag Uw kerkeraad, wat en welke liederen 1 ge moogt zingen.

Ge kunt ook de liederen ter beoordeling aan Uw kerkeraad voorleggen, maar leg U te allen tijde neer bij hun uitspraak.

Dit betreft ook de kwestie: Wat is geschikte lectuur om op de verenigingsavonden voor te lezen, w r aarnaar de M.V. te Rotterdam-C. vroeg.

Hoewel ook hier weer de kerkeraad het laatste woord heeft, wil dhr Molenaar zijn oordeel wel geven over een bepaald boek en ook wel een lijst samenstellen van die boeken, waarvan het voorlezen op de verenigingsavonden verantwoord kan worden geacht.

Onderwerp: „Een kamp om de Kerke Gods"

De heer P. J. Lamoré houdt vervolgens het aangekondigde onderwerp, wat handelt over Esther en Haman.

Spreker zegt eerst iets - over de plaats, die het boek Esther inneemt in de canon.

De naam Gods komt er niet in voor, maar temeer de daden Gods.

Het gaat over het bestaan van het Joodse volk. Spreker tekent voorts, zoals dat in de ganse Heilige Schrift is, ook hier Christus als het middelpunt van Gods Woord.

Achter de strijd om Christus, om, indien dat mogelijk was hem te vernietigen en mitsdien de kerk, zit Satan.

We zien die strijd bij Deborah, bij Daniël e.a. zo ook bij Esther.

Maar de poorten der hel zullen nimmer Zijn gemeente overweldigen.

Ook vrouwen zijn dikwijls bij die strijd ingeschakeld geweest, moesten dat ook (zie Hebr. 11). Daarom is het ook verkeerd om over Esther's daden te oordelen, zoals sommigen doen. Door alles heen blijven het in deze geschiedenis de daden Gods en Zijn rechtvaardig oordeel over» allen die Sion gram zijn.

De verschillende personen zoals Mordechai, Hadassah (de Joodse naam voor het Perzische Esther) Koning Ahasveros, Koningin Vasthi, Haman en anderen worden op duidelijke en juiste wijze getekend, ook ten opzichte van het verband waarin zij voorkomen in deze geschiedenis.

De aanleiding tot de strijd wordt uiteengezet. Mordechai maakt niet de vereiste kniebuiging en geeft desgevraagd daarover een verklaring. Gevolg: Haman ontsteekt in woede, maar vindt het niet de moeite alleen Mordechai te straffen, maar beraamt plannen het gehele Joodse Volk uit te roeien. '

Maar Christus als Hoofd Zijner kerk heeft Zijn voorzieningen getroffen. Daarom moest Esther Koningin worden. En al schijnt het dat alles Haman meeloopt en al is de verslagenheid groot, de uitkomst bewijst dat ook in deze kamp om de kerke Gods de Heere aan de spits is getreden.

Spreker beschrijft de gesprekken van Mordechai met Esther door middel van Hatach, de bezwaren van Esther maar die tenslotte toch tot de koning gaat, de droom des konings, de maaltijd bij Esther en de vernedering en ondergang van Haman.

Maar nóg is het gevaar niet geweken.

De dag' waarop de Joden zullen worden vernietigd is bepaald en wel naar de wet van Meden en Perzen. Deze wet kan niet worden veranderd of te niet gedaan. Doch een andere wet wordt uitgevaardigd: De Joden mogen zich verdedigen.

Spreker besluit zijn onderwerp, een weldoordachte studie — met enkele slotconclusies. De poorten der hel zullen Gocls gemeente niet overweldigen. Hoe hoog de nood mag gaan, God zal des vijands kop verslaan. Christus houdt Zijn kerk in stand, laat dan de hel vrij woeden.

Mijn wens is, aldus dhr Lamoré, dat ge ware strijderessen moogt zijn voor Gods Kerk. Onderzoek veel het Wapenhuis van Gods Kerk, Zijn dierbaar Woord. Ga de lotgevallen dier kerk na. Er is zo weinig begrip voor de Kerkgeschiedenis. Maar Gods Woord boven en voor alles. Mocht ge de strijd maar aanbinden tegen die drie hoofdvijanden, duivel, wereld en eigen vlees. Wij kunnen dat niet in eigen kracht en zullen dat ook nooit kunnen.

Ds v. Reenen heeft eens opgemerkt: Paulus zegt niet „ik heb de strijd goed gestreden" maar „ik heb de goede strijd gestreden." Dat moge Uw aller deel zijn. Op dit met grote aandacht gevolgd onderwerp, werd een uitvoerige en zeer leerzame bespreking gehouden.

• Onderwerp: „Maatschappelijk werk", (Gezinsverzorgster).

In de middagvergadering was het mej. de Koekkoek van Lisse, die een zeer interessante lezing hield over een onderwerp, dat in onze tijd meer en meer in de belangstelling komt te staan. Ook in onze grotere Geref. Gemeenten wordt de noodzakelijkheid van Maatschappelijk werk, gedrongen door practische ervaring, terdege gevoeld en vooral het uitzenden van eigen gezinsverzorgsters intensief ter hand genomen.

Dit kwam duidelijk uit in de voordracht van mej. de Koekkoek.

Maatschappelijk werk onderstelt maatschappelijke nood. Die kan er zijn door abnormale omstandigheden, door ziekte, door slecht gedrag-en meer andere oorzaken.

Maar ook doordat men geen inzicht heeft, met als

gevolg datj in het gezin alles in de war loopt, in zeker opzicht dus een geestelijk tekort.

De hulp, die in dergelijke gevallen wordt geboden noemen wij maatschappelijk werk.

Spreekster toont aan de hand van enkele voorbeelden aan hoe soms een toestand ontstaat waar het bieden van hulp nodig is. Enkele vormen van maatschappelijk werk zijn de gezinsverzorging en kinderhulp. Zal een maatschappelijk werkster haar taak naar behoren verrichten, dan mag zij wel voldoen aan de eigenschappen die in 1 Cor. 13 worden opgesomd: geduld, vriendelijkheid, edelmoedigheid, onverstoorbaarheid, voorts onbevangen en oprecht.

Zo dikwijls wordt ontactisch opgetreden, waarvan spreekster enkele voorbeelden aanhaalt.

Aanvankelijk geschiedde dit maatsch. werk geheel pro Deo, maar in de loop der jaren is dit werk uitgegroeid tot een arbeid waarbij zekere uitgebreide kennis van zaken nodig is en waarvoor een passende vergoeding noodzaak is.

In heel veel gevallen komt ook de opvoeding er bij te pas, ja neemt zelfs een grote plaats in dit werk in.

Daarbij zijn er veel takken van het werk der maatschappelijke werksters, bijv. onder fabrieksmeisjes, bij de Kinderrechter en op meer andere terreinen.

Een geheel ander werk heeft de gezinsverzorgster.

De maatschappelijke werkster constateert de verschillende toestanden en moet uiteraard bepalen, waar hulp nodig is, waar een gezinsverzorgster aan de slag moet.

De laatste treedt dus metterdaad op en het is nodig dat dit meisjes zijn die daartoe bekwaam zijn; onder deskundige leiding opgeleide krachten.

Wat al gevaren bedreigen vooral in onze tijd het gezin. Daar is soms de sportmanie of anderzijds de uithuizigheid. Gezinnen gaan aan die verschijnselen ten onder en menigmaal schiet de moedei/ in haar taak en optreden daartegen te kort, zo zij het al niet in de hand werkt en het voorbeeld geeft.

Zeer zeker zijn ook gebrek aan inzicht en ziekte van de vrouw twee grote; vijanden van het gezin.

Daarbij is er de veelal moeilijke taak om de vrouw in het gezin het nodige inzicht, wat ten enenmale ontbreekt, bij te brengen.

Burenhulp, hoewel niet af te keuren schiet dikwijls te kort.

Steeds meer horen wij van kerkelijk aangewezen gezinsverzorgsters, die ook door de kerk worden betaald. Er zijn gevallen, dat de taak van de gezinsverzorgster dubbel moeilijk is. Als zij bijv. in een gezin de moeder geheel moet vervangen, moet zij van optreden weten, de opvoeding ter hand nemen en soms w r el in het gezin voorgaan bij het bijbellezen en het gebed.

Er is dan ook een grondige opleiding nodig wil men die taak naar behoren vervullen en bovenal de hulp des Heeren.

Met de opmerking dat er onder ons nog zo weinig aandacht aan dit belangrijk maatschappelijk vraagstuk wordt geschonken en er zo veel onkunde en mitsdien zoveel miskenning is voor dit toch zo belangrijke en noodzakelijke werk, besluit mej. de Koekkoek haar zeer goed verzorgde lezing.

Ook op dit onderwerp werden veel vragen gesteld, meest wel uit de praktijk en naar genoegen beantwoord.

Door mej. Hofman wordt op een wijze, die respect afdwingt, het bekende gedicht: „Eliza's Vlucht" ten gehore gebracht.

De presidente van het L.V. Mej. W. den Hertog sprak eei| slotwoord.

Reeds had zij met een enkel woord bij de gehouden bestuursverkiezing opnieuw haar verantwoordelijke taak aanvaard, maar thans bedankte zij eerst met enkele hartelijke woorden allen, die door hun aanwezigheid belangstelling toonden voor het werk en de verhouding der verenigingen onderling, in het bijzonder hen die een meer werkzaam aandeel hadden voor deze vergadering, speciaal Ds Verhagen voor de aangename leiding, om daarna op zeer ernstige wijze de meisjes toe te spreken.

Ga toch niet op in de dingen dezer wereld, ook niet in het verenigingswerk alleen. Laat ons doen en laten waardig en eenvoudig zijn opdat de naam en zaak des Heeren om onzentwil niet zou gesmaad w r orden. Er is ook in ons verenigingswerk zoveel, dat van ons is. De Heere mocht daarvoor genadiglijk verzoening doen en de ware vreze Zijns Naams in Uw aller hart leggen.

Dit aangenaam en waardig samenzijn werd na dankgebed door Ds A. Verhagen gesloten.

Er werd ons bericht, dat het horloge, door één der meisjes, die deze vergadering bezochten verloren, weer is gevonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1952

Daniel | 8 Pagina's

Het Landelijk Verband van Meisjes verenigingen in Jaarvergadering bijeen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1952

Daniel | 8 Pagina's