Zevende-dag- Adventisten.
D e Adventisten roeren zich. Althans in de contreien waar uw rondkijker woont. Huis aan huis hebben zij pamfletten verspreid, welke propaganda dienen moet om zieltjes te winnen.
Ik heb die paperassen met aandacht gelezen en het kwam mij voor dat het nuttig zou zijn er eens iets over te schrijven. Of liever gezegd tégen te schrijven. Want die heren (en dames) zwerven het hele land af, ze bewerken de kleinste dorpen en gehuchten.
' Br is nog een reden waarom ik er op in wil gaan, nl. omdat deze Adventisten een gratis „Bijbelcursus" uitgeven, onder het motto „De Stem der Profetie", bestaande uit 36 lessen. Na het volgen van deze cursus wordt een diploma uitgereikt. Het is mij bekend dat er van onze jongens zijn die deze cursus hebben gevolgd — misschien meer uit nieuwsgierigheid — wellicht niet eens wetend, dat het van de Zevende-dag-Adventisten uitging. Om vaste voet te krijgen gaat men soms bedekt te werk en noemt men zich niet Adventisten, maar emstige-Bijbelonderzoekers.
Allereerst iets over het ontstaan van deze secte. Hij vond haar oorsprong in Amerika. De stichter was William Miller (1782—1849) die door allerlei berekeningen tot overtuiging was gekomen dat de wereld niet lang meer zou bestaan en dat de Dag van 's-Heeren wederkomst vallen moest tussen 21 Maart 1843 en 21 Maart 1844. Toen bleek, dat hij zich had vergist, schoot er niet anders over dan dit openlijk te erkennen. Evenwel ging hij op de weg van sectarisme voort en als resultaat daarvan hebben de Adventisten hun bestaan verkregen in alle vertakkingen. De talrijksten zijn de Zevendedag-adventisten, waarvan men groeperingen in Nederland vindt.
Zevendedag-Adventisten — de naam zegt het reeds — houdt in dat zij de zevende dag als Sabbath vieren, dus op Zaterdag. Zij verwerpen het vieren van de Sabbath op de eerste dag der week (dus op Zondag) als zijnde volgens hun gevoelen in strijd met de Heilige Schrift. Zij houden zich letterlijk aan de Tien Geboden: „Gedenk de Sabbatdag, dat gij die heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de revende dag is de Sabbat des Heeren uws Gods, dan zult gij geen werk doen." In de papieren, die bij mij in de bus zijn gestopt vond ik: „dat in de Bijbel nergens over Zondagsheiliging en Zondagsrust wordt gesproken. Schijnbaar ligt daar een kern van waarheid in.
Om deze valse stelling weg te nemen diene als eerste antwoord, dat de viering van de dag des Heeren berust op scheppings-ordening. Dat is en blijft het enig juiste uitgangspunt voor de beantwoording van alle vragen betreffende de Sabbath en Zondag.
RONDKIJK
God rustte op de zevende dag. Moeten wij dat dan ook niet doen ? Waarop berust dan de omzetting van Sabbath in Zondag? Christus Zelf zei ook, dat geen jota noch tittel van de Wet mocht voorbijgaan, zolang hemel en aarde zou bestaan ?
Deze redenering gaat echter niet op. Daarmee zou dan de Heere Jezus ook bedoeld moeten hebpen, dat de ceremoniële wetten moesten blijven gehandhaafd. Hij wilde er alleen dit mee zeggen, dat de Wet in haar vervulling het volle recht zou wedervaren. In Gods Koninkrijk wordt alle schaduw tot wezen en zullen zelfs jota en tittel haar vervulling vinden.
De Sabbath was geen instelling voor Israël in de eerste plaats; zij berust op scheppingsordening. Sabbath zelf betekent „rust". God rustte op de zevende dag en de mens, geschapen naar Zijn beeld is geroepen de heilige orde van werken en rusten tot openbaring te brengen en evenzo zes dagen te werken en de zevende te rusten. Daarbij hebben we ook te bedenken, dat Israël ook de Sabbath der verlossing had te vieren (Deut. 5 vrs, 15) waaruit blijkt, dat aan de Sabbath een specifiek Joods karakter gegeven werd. Het hoofdmotief was echter zowel voor Israël als voor ons: rust. Vervaagde de herinnering aan die dag bij de volkerenwereld, dan werd aan Israël de Sabbath weer ingescherpt als een teken van het Verbond Gods en als een teken van de eeuwige Sabbath.
Hoe is nu de overgang gekomen van de Oud-Testamentische Sabbath naar de Nieuw-Testamentische Zondag ? In de eerste Christengemeenten vierde men de eerste dag der week als rustdag, de dag van 's-Heeren opstanding. Lees Hand. 20 : 7 en voorts 1 Cor. 16 : 2 en Openb. 1 : 10. De Schriftuurlijke gegevens zijn beperkt, van een afschaffing van de Sabbath en rechtstreekse instelling van de Zondag lezen we niet. Dat behoefde ook niet! Als het lichaam er is, gaat de schaduw vanzelf weg. Deze Joodse Sabbath was de schaduw, zoals Paulus in Col. 2 : 17 zelf zegt. De Sabbathsrust is niet alleen maar een neerleggen van het werk, maar ze is voorsmaak van de eeuwige Sabbath, van een rust, die overblijft voor het volk van God. Lees maar hoe kostelijk dat onze Heidelberger zegt.
Het is die rust, door Christus aan het kruis verworven. Op Golgotha was het eindpunt niet— wel voor Israëls schaduwen-dienst, maar voor Christus' gemeente het beginpunt. Israël kwam uit bij de rust — Christus' gemeente gaat uit van de rust! Het wezen bleef gelijk, maar de vorm veranderde. We zouden het zo kunnen zeggen, dat onder de oude bedeling voor Israël zes dagen arbeid bestond en één dag rust — en voor de gemeente van de nieuwe dag één dag rust en daarna zes dagen arbeid.
Neen, al stond er geen enkele aanwijzing in de Bijbel, dat de Nieuw-Testamentische Gemeente de Zondag vierde, dan nog zouden we, doordringend tot de wortel der zaak, tot geen andere conclusie komen. Krachtig heeft de gemeente des Heeren Zich te keren tegen allen, die haar terug willen voeren onder de schaduwen der oude bedeling.
Scheep daar de zevendag-adventisten mee van de deur.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1952
Daniel | 8 Pagina's