Hiskia en Jesaja
2 Kon. 18, 19 en 20, 2 Kron. 21—32, Jesaja.
2 Kon. 18, 19 en 20, 2 Kron. 21-32, Jesaja.
1. Hiskia's hervormingen.
2. Sanherib belegert Jerusalem.
3. Hiskia's krankheid en genezing.
4. De gezanten van Babel.
Hiskia, die negen en twintig jaren over het rijk van Juda geregeerd heeft, was een godvrezend vorst. Hij wandelde in de wegen van zijn stamvader David. Hij was de zoon van de goddeloze koning Achaz. Op vijf en twintig jarige leeftijd aanvaardde hij de regering en trad op als een hervormer in Juda.
De hoogten werden geslecht en de bossen, waarin onzedelijke handelingen gepleegd werden, uitgeroeid. De koperen slang die Mozes in de woestijn had opgericht werd door hem verbrijzeld, omdat het volk er afgoderij mee bedreef.
Hij noemde haar Nehustan, d.w.z. stuk koper, om de dwaasheid dier afgoderij aan de kaak te stellen. Hij restaureerde de tempel en wekte de Priesters en Levieten op om trouw te zijn in hun bediening. Toen de tempel gereinigd was, besloot Hiskia een groot Paasfeest te vieren.
Zelfs zond hij brieven buiten het rijk om ook het tienstammenrijk op te wekken aan het vieren van dit Paasfeest deel te nemen.
Velen gaven daaraan gehoor.
De Heere zegende hem kennelijk.
Hij maakte zich van Assyrië los en versloeg de Filistijnen.
Uit de profetiën van Jesaja en Micha blijkt dat de hervorming bij het volk meer vorm was dan wezen. Vandaar dat de Heere hen tuchtigde.
In het zevende jaar van Hiskia's regering was Samaria ingenomen en Israël in ballingschap gevoerd.
Omdat Hiskia geen schatting meer betaalde kwam Sanherib met zijn machtige legers voor Lachis, een stad Zuid-westelijk van Jerusalem gelegen.
Hiskia haastte zich de opgelegde schatting te betalen, waarvoor hij de schatten des tempels gebruikte.
Op deze daad kon de zegen des Heeren niet rusten. Later zond Sanherib toch een groot leger naar Jerusalem.
Hij eiste de overgave der stad.
Hiskia zond drie gezanten om te onderhandelen. Rabsaké, de woordvoerder der Assyriërs wees de gezanten in hoogmoedige taal op het dwaze om de koning van Assur te weerstaan.
Ook het steunen op Egypte noemde hij dwaasheid. Hiskia ging in het huis des Heeren en zocht hulp en steun bij de Heere.
Tevens zond hij gezanten naar Jesaja om raad. Door Jesaja bemoedigd stortte Hiskia in een vurig gebed zijn hart uit voor Jehova.
De Heere zond Jesaja om Hiskia te zeggen dat de vijand geen pijl in cle stad schieten zou. Des nachts werden door de Engel des Heeren 185.000 Assyriërs gedood.
Door schrik bevangen trok Sanherib af en in Ninevé aangekomen werd hij door zijn beide zonen Adramelech en Sarezer, gedood.
lech en Sarezer, gedood. Kort daarna werd Hiskia ernstig krank. Jesaja zeide hem aan, dat hij van die krankheid sterven zou. Daardoor kwam de koning in grote nood en kirde als een duif en piepte als een zwaluw.
Hij mocht ervaren: „Wie Mij aanroept in de nood, vindt Mijn gunst oneindig groot."
Jesaja had nog niet het paleis verlaten of hij kreeg opdracht de koning aan te zeggen dat de Heere vijftien jaar verlenging des levens geven zou.
Hier is geen tegenstrijdigheid in Gods wil, want zowel de aankondiging van Hiskia's dood als de verlenging van zijn leven waren in Gods besluit opgenomen. Een uitzondering op de regel is dat Hiskia het jaar van zijn dood heeft geweten.
De Heere doet een wonder.
Een klomp vijgen wordt op het gezwel gelegd en binnen enkele dagen is hij weer gezond.
Nog geeft de Heere aan Hiskia een teken, waarin Hij toont, dat ook de hemellichamen Hem gehoorzamen en Hij ook met het lichaam van Zijn knecht kan doen, wat Hem behaagt.
Nadat Hiskia genezen was, zond Berodach-Baladan, de koning van Babel gezanten om Hiskia met zijn herstel geluk te wensen.
Daarmee had Babel staatkundige bedoelingen. Hiskia sloot een verbond en liet de gezanten al zijn schatten zien.
Dat was ijdelheid en hoogmoed.
Nu komt Jesaja met een andere boodschap. Hij voorspelt de koning dat al zijn schatten eenmaal naar Babel gevoerd zullen worden, en dat zijn nakomelingen hovelingen zullen worden in het paleis van de koning van Babel.
Babel. Hiskia onderwerpt zich aan de Heere en is verheugd, dat dit kwaad in zijn dagen niet komen zal.
Voor Jesaja is het besluit des Heeren een oorzaak van bittere droefheid.
In die donkerheid is er echter een lichtpunt dat Juda's ballingen straks weer uit Babels gevangenis zullen worden bevrijd.
Zo brengt de Heere straks alle gevangenen weder naar het hemels Kanaan, want zij zullen met gejuich tot Sion komen, eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen, droefenis en zuchting zullen wegvlieden.
„Dan wordt Mijn Naam met lofgezang geprezen; Dan zullen daar de blijde zangers staan, De speelliën op de harp en cimbel slaan, en binnen U al mijn fonteinen wezen."
Vragen:
1. Waarom vierde Hiskia het Paasfeest in de tweede maand ? 2. Uit welk gezegde blijkt, dat Rabsaké ook nog vroom wil doen? 3. Welke les geeft de Heere in het nemen van een klomp vijgen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1952
Daniel | 8 Pagina's