Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DANIËL EN ZIJN VRIENDEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DANIËL EN ZIJN VRIENDEN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Het boek Daniël.

2. Daniël en zijn vrienden aan het hof te Babel.

Wij kunnen het boek Daniël verdelen in twee delen: het eerste bevat een historisch, het andere een profetisch gedeelte.

Van hoofdstuk 1—6 worden enkele treffende gebeurtenissen medegedeeld uit het leven van de profeet en van zijn drie vrienden, Hananja. Misaël en Azarja.

Deze mannen hebben in de ballingschap getrouw hun God gediend niettegenstaande de gevaren waaraan zij bloot stonden.

Het tweede gedeelte van dit boek hoofdstuk 7—12 bevat openbaringen en gezichten, die Daniël ontving onder de regering van Belsasar, Darius en Kores. Deze openbaringen hebben betrekking op de grote veranderingen, welke er in de wereldrijken zouden plaats hebben en op het Joodse volk en de stad Jeruzalem.

Het eerste hoofdstuk geeft ons een treffend bewijs van de godsvrucht en het geloofsvertrouwen van Daniël en zijn drie vrienden.

Zij waren onder de regering van Jojakim weggevoerd. Nebucadnezar nam ook een deel der vaten uit het huis des Heeren en bracht ze in het land Sinear of Babylonië, waarvan Babel de hoofdstad was.

Terwijl Nebucadnezar met zijn krijgstochten voortging, kreeg Aspenaz opdracht om goed voor de jongelingen te zorgen en ze te onderwijzen in de Chaldeeuwse taal. Hun werd zelfs voorgeschreven wat ze eten en drinken moesten.

Na drie jaren zouden ze dan bekwaam zijn om de koning naar behoren te dienen.

Zij moesten hun eigen godsdienst vergeten en daarom ontvingen zij andere namen, die aan de goden van Babel herinnerden.

Daniël werd Beltsazar, Hananja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abed-Nego genoemd.

Hun namen kemden worden veranderd, maar hun geloof konden zij niet verliezen. Zij waren vast besloten zich niet te verontreinigen met de stukken van de spijs des konings.

Volgens de Joodse wetten waren deze spijzen onrein. De Joden was het eten van vet en bloed verboden. Daniël wilde ook in het heidense land de spijswetten niet overtreden. Ook in de vreemde verloochenen zij hun beginsel niet.

Zij vragen aan de overste der , kamerlingen, verschoond te blijven van de spijze van 's konings tafel en andere spijze te mogen nuttigen.

Hoewel Aspenaz de jongelingen niet ongenegen was, toch wilde hij aan hun verzoek niet voldoen. Nu begeven zij zich naar Melzar, die de overste der kamerlingen aangesteld had om hen te verzorgen.

Zij deden hem een voorstel, waarop Melzar inging. De Heere zegende het eenvoudige voedsel zo, dat ze na tien dagen er veel schoner uitzagen en vetter van vlees waren dan de andere jongelingen.

Aan de zegen des Heeren is alles gelegen.

Het geloof van Daniël en zijn vrienden werd niet beschaamd. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat zwakke mensen geen versterkend voedsel mogen gebruiken.

Bij Daniël en zijn' vrienden ging het om de wetten des Heeren in het heidense land niet te schenden. De Heere gaf deze jongelingen ook wetenschap en verstand, zodat zij in hun studie boven anderen uitblonken.

Daniël ontving nog de bijzondere gave om dromen uit te leggen.

Toen de jongelingen na drie jaren voor de koninggebracht w r erden en de koning persoonlijk een onderzoek instelde, muntten Daniël, Hananja, Misaël, en Azarja in elk opzicht boven de anderen uit.

Nebucadnezar koos hen tot hovelingen.

Al spoedig merkte hij, dat hij aan deze Hebreeuwse jongelingen meer had dan aan zijn tovenaars en sterrenkijkers. Van Daniël wordt nog gemeld, dat hij aan het koninklijke hof bleef tot het eerste jaar van koning Kores toe.

Al de zeventig jaar heeft hij dus in het land derballingschap vertoefd. Dit was zeker voor het verdrukte volk der Joden niet tot nadeel.

Laten onze jongelingen bedenken, dat de vreze des Heeren het beginsel der wijsheid is.

Een hoofd vol met kennis, zonder vreze Gods in het hart, loopt op teleurstelling uit.

Vragen:

1. Welke profeet leefde er gelijk met Daniël in het land der ballingschap?

2. Daniël moest de boeken der Chaldeeën onderzoeken, mogen wij de boeken van ongelovigen lezen en zo ja, met welk doel?

3. In welke gevallen mag men de overheid ongehoorzaam zijn?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1952

Daniel | 8 Pagina's

DANIËL EN ZIJN VRIENDEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1952

Daniel | 8 Pagina's