Dichters over Christus' lijden
De verschillende trappen van Jezus' vernedering en verhoging zijn door de eeuwen heen door beeldhouwers uitgebeeld, door schilders afgemaald en door dichters bezongen. Het gaan van de Via Dolorosa en het sterven op de vloekheuvel zijn dankbare onderwerpen geweest voor de kunstenaars.
Onze grote schilder Rembrandt heeft op verschillende wijzen het lijden uitgebeeld, zoals hij zich dat voorstelde. Verscheidene dichters zijn geïnspireerd geworden door het verschrikkelijke „toneel", dat zich op Golgotha heeft vertoond.
Jeremias de Decker schrijft over het kruisigen in zijn gedicht „Goede Vrijdag":
Ik hoor de spijkeren met ijselijke slagen Door hout en handen jagen: 't Geklop gaat overhand; De wreedheid treft bij beurt dan d' een dan [d' ander hand,
Nu zal ze gaan aan 't hout de tere voeten hechten: Daar smijt ze door den rechten, Daar door den slinken heen; Ai mij! wat slaan is dat! dat knerst door vlees [en been.
Van Albert Verwey is bekend:
O Man van Smarte met de doornenkroon, O bleek bebloed gelaat, dat in de nacht Gloeit als een grote bleke vlam, — wat macht Van eindloos lijden maakt uw beeld zo schoon?
De dichter Revius legt niet zozeer de nadruk op het vreselijke van het lijden, maar meer op hen, die Jezus deze smaadheid aandeden: het waren de Joden niet. die Jezus kruisigden, maar de dichter gevoelt, dat hij het was, die cle Heiland dit lijden aandeed.
Martinus Nijhoff, waarover we het de vorige keren hadden, heeft een gedicht geschreven, waarin hij uitbeeldt, dat het Christendom, wanneer dit eenmaal bezit van iemand heeft genomen, die persoon nooit meer los laat. Het opschrift luidt: , , De soldaat die Jezus kruisigde. „Hij laat de soldaat het volgende zeggen:
Wij sloegen hem aan 't kruis. Zijn vingers grepen Wild om den spijker toen 'k den hamer hief — Maar hij zei zacht mijn naam en: „Heb mij lief —" En 't groot geheim had ik voorgoed begrepen. Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten, En werd een gek die bloed van liefde vroeg: Ik had hem lief — en sloeg en sloeg en sloeg Den spijker door zijn hand in 't hout dat barstte.
Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand, Trek ik een visch zijn naam, zijn monogram — In ied'ren muur, in ied'ren balk of stam, Of in mijn borst of, hurkend, in het zand. En antwoord als de menschen mij wat vragen: „Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen."
Nijhoff behoorde tot geen kerkgenootschap, maar vooral door zijn moeder was hij in aanraking gekomen met het Christendom en dat is hij nooit meer kwijt kunnen raken. Hoe hij ook, als die soldaat, Christus kruisigt, en een lach van verachting wegwringt, hij heeft een spijker door zijn hand gekregen en wordt nu vanzelf gedreven om met die spijker een vis (het symbool van het Christendom) te tekenen op muren, balken en boomstammen. Zo is het ook met de opvoeding: de zaden, die in onze prille jeugd zijn gestrooid, zullen vroeg of laat toch hun invloed doen gelden. Zij, die een godvruchtige opvoeding hebben genoten en later van de Waarheid zijn afgedwaald, zuilen van tijd tot tijd toch in hun consciëntie worden geroerd, al is het tegen wil en dank.
Heel duidelijk drukt H. L. Prenen zich uit in „Goede Vrijdag", waar hij zich vergelijkt met Judas en Petrus: Judas gaf het bloedgeld nog terug en Petrus weende bitter, maar hij, hij heeft zo veel gruwelijke dingen gedaan en er is geen berouw, hij gaat zijn gewone weg maar verder. Op de volgende manier beschrijft hij dit:
Toen Judas Jezus had ver-raden Vond hij geen uitweg dan een strop, Waar alle poorten der genade Gesloten zijn, — en hing zich op.
Toen Petrus driemaal had gelogen Tusschen soldaten en een vrouw, Ging hij naar buiten, in zijn ogen De heete tranen van berouw.
En ik? Ik zou hun rechter zijn? Ik schonk den beker met venijn; Ik bood voor minder nog Uw leven Maar heb het geld niet teruggegeven. En mengde edik in den wijn. Ik heb U honderdmaal bedrogen, Mijn gal in Uw gelaat gespogen, En dulde dat men U verried; Maar ging weer slapen, zonder zorgen, De hanen kraaiden eiken morgen; En niettemin, ik weende niet.
INDEX.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1953
Daniel | 12 Pagina's