Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Medidatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Medidatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Dat niet iemand zij een hoereer' der, of onheilige, gelijk Ezau, die om éne spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf. Want gij weet, dat hij ook daarna, de zegening willende beërven, verworpen werd; want hij vond geen plaats des berouws hoewel hij dezelve met tranen zocht" (Hebreeën 12 : 16 en 17)

Berouw komt nooit te laat, maar laat is zelden waar. berouw

Paulus stelt ons Ezau tot een waarschuwend voorbeeld. Hij wijst ons op hot schandelijk karakter, de goddeloze wortel cn de ontzettende gevolgen van Ezau's zonde. Een schip op het strand is een baken in zee, om andere schepen die de kust naderen, te waarschuwen niet te pletter te lopen op gevaarlijke klippen.

Jakob cn Ezau zijn broeders van het zelfde huis. Zij hadden een biddende vader en Abraham, de vader der gelovigen, was hun grootvader. Zij werden als tweelingen gedragen onder het zelfde moederhart en toch, zijn ze voor eeuwig van elkander gescheiden. Wij bewonderen hier Gods vrijmacht, hoewel wij 's mensen verantwoordelijkheid nooit mogen uitschakelen.

Ezau heeft als een echte materialist om éne spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggegeven. Dat is Ezau's zonde. Daarvoor is hij verantwoordelijk.

Die zonde draagt een schandelijk karakter, heeft een diepe wortel en verschrikkelijke gevolgen. Ezau is een schipbreukeling op de grote levenszee door eigen dwaasheid en lichtzinnigheid.

De natuurlijke mens is geneigd zijn onwil te verbergen achter het scherm van zijn onmacht, om zijn verantwoordelijkheid uit te schakelen met een beroep op het leerstuk van verkiezing en venverping. Daarom mag de besluitende wil Gods niet gepredikt worden ten koste van Gods bevelende wil en de bevelende wil niet gepredikt worden ten koste van de besluitende wil Gods. In 's mensen dode lijdelijkheid wordt de schuld van onze onbekeerlijklieid op God geworpen.

De verkiezing is een verborgenheid die alleen uit de vrucht gekend wordt. De kenmerken zijn, het geloof in Christus, een honger naar de gerechtigheid, een droefheid naar God en een wandel in Zijne vreze.

In Gods Woord vinden wij vele waarschuwende voorbeelden. Van Ezau wordt gezegd dat hij een hoereerder of onheilige was. Het is niet de bedoeling om te waarschuwen voor dc zonde tegen het zevende gebod, dan had Paulus beter de namen kunnen noemen van Simson of Rachab de hoer. Ezau zondigt vooral tegen het eerste gebod. Hij breekt met de ware godsdienst en neemt twee heidense vrouwen. Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen.

Eerlijk gezegd trc.»L de robuste Ezau ons meer aan, dan de sluwe listige Jakob, wiens naam betekent: hiellichter. Als eerstgeborene heeft Ezau recht op de zegen. Dat recht heeft hij verkwanseld voor een schotel linzenmoes, daarom wordt hij als een onheilige of ongewijde voorgesteld. Omdat het wildbraad naar zijn mond was, heeft Izak de zegen toegedacht aan Ezau. Als de Heere zijn ogen opent schrikt hij met een grote verschrikking. De beslissing is gevallen en Jakob bezit de zegen van liet eerstgeboorterecht. Door list cn bedrog heeft Jakob die zegen verkregen cu hij is verantwoordelijk voor zijn daden, maar de Heere voert in alles Zijn raad uit. Izak is niet onkundig geweest van hetgeen de Heere aan Rebekka heeft bekend gemaakt. Izak maakte, onbewust, gemene zaak met een onheilige. In dat onheilige ligt de wortel van Ezau's zonde. Daarom is hij op geestelijk gebied een hoereerder die zich om God en de geestelijke dingen niet bekommert.

Wel staal er in onze tekst dat hij een plaats des

berouws met tranen zocht en dat schijnt wel heel goed te zijn, maar Ezau had geen berouw, want zijn hart was met wraakgevoelens vervuld. Hij zocht de zegen toen liet te laat was, hij weende geen tranen van boetvaardigheid, maar van spijt en schreeuwde met een bittere schreeuw.

De ontzettende gevolgen waren dat hij verworpen werd. Hij de kleinzoon van de godzalige Abraham, de zoon van een biddende ïzak en de broeder van Jakob die een keurling van Gods welbehagen was. Verworpen omdat hij een onheilige was, die Gods weldaden verachte en een schotel linzenmoes hoger stelde dan de stoffelijke en geestelijke waarschuwing voor ons allen.

Vooral voor onze jonge mensen. Geboren uit Christelijke ouders, gedoopt in de Naam van een Drieënig God en levende onder een welmenend aanbod van Gods genade. Daarom zal het zo ontzettend zijn om daaronder voor eeuwig verloren le gaan.

Wij kunnen de genade Gods te vergeefs ontvangen hebben en hel Evangelie Gods ongehoorzaam zijn. In Zondag 27 van onze Ileidelberger wordt geleerd dat ook de jonge kinderen moeten gedoopt worden omdat hun de verlossing van de zonde en de Heilige Geest die het geloof werkt, evenals de volwassenen wordt toegezegd. Laten we daar niet te gering over denken.

De leer der zaligheid is de ruggegraat van het Evangelie. Daarom is dat Evangelie een blijde boodschap voor hen die de leer van vrije genade mogen omhelzen. Laten we maken dat het Evangelie van die leer nooit wordt losgemaakt maar ook dat de leer der zaligheid niet van het Evangelie wordt gescheiden, want dan hebben we wel een ruggegraat van rechtzinnigheid maar missen de practijk der godzaligheid. Paulus zegt dat de vrede Gods alle verstand te boven gaat. De vrede Gods is niet los van de genade Gods. Daarom mogen we van het Evangelie der genade Gods ook zeggen, dat het alle verstand te hoven gaat. Laten we dan ook waken dat het Evangelie niet geperst wordt in een dor en levenloos theologisch denksysteem.

De vrucht daarvan is dat liet aanbod van genade wordt verdoezeld. Dat de verantwoordelijkheid van de mens die onder het Evangelie leeft, wordt uitgeschakeld. Dut de valse lijdelijkheid heimelijk wordt gevoed en dat God de schuld krijgt als we straks onbekeerd sterven. Eindelijk is het resultaat van dat alles dat mensen die de ware bevinding missen, zichzelf beschouwen als de uitverkorenen, waardoor een hard en koud, ongevoelig en hoogmoedig Christendom wordt gekweekt.

Al weten we zeker dat een deel van het kostelijk zaad des Woords vallen zal tussen de doornen en langs de weg, toch houden we niet op dat zaad uit te strooien.

Al welen we zeker dat alleen de uitverkorenen zalig zullen worden, we blijven als gezanten van Christus' wege bidden alsof God door ons bade: „Laat U met God verzoenen."

Al weten we dat de mens van nature adderdoof is en dood door de misdaden en de zonde, we blijven toch prediken: , , Gij dorre beenderen, hoort des Heeren Woord."

Daarom, nog eenmaal: „Dat niet iemand zij een hoereerder of een onheilige, gelijk Ezau, die 0111 éne spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf."

Berouw komt nooit te laat, maar laat berouw is zelden waar.

Wil toch niet stug, gelijk een paard weerstreven, of als een muil door domheid voortgedreven; Gebit en toom, door 's mensen hand bestierd; Beteugelen 'f ivoest en redeloos gediert; Laat zulk een dwang voor U niet nodig wezen; Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen; Maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen; Ziet zich omringd met Zijn weldadigheen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1953

Daniel | 8 Pagina's

Medidatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1953

Daniel | 8 Pagina's