Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

opgravingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

opgravingen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de doden en hun graven.

In oude tijden, en misschien hier en daar nu nog, speelde het mensenoffer bij de heidense volkeren een grote rol. Ook over deze duistere ceremonie hebben de opgravingen in Palestina hun licht laten schijnen. We zullen behandelen:

1 het kinderoffer. 2 het bouwoffer.

1. Het kinderoffer.

Helaas moeten we ons bij dit onderwerp weer erg bekorten.

In Gezer vond men een „heilige" plaats op een hoogte. Over het gehele oppervlak van deze cultuurplaats trof men bij de opgravingen in de grond talrijke lijken van kinderen aan, die niet ouder zijn geweest dan enkele dagen, zoals hun gebeente bewijst. Twee der lijken alleen zijn van kinderen, die enige jaren geleefd hebben. Daar juist deze sporen vertonen van brandvlekken, kan men er aan twijfelen, hoe men hun begrafenis te midden der andere lijken verklaren moet. Alle lijken waren gestoken in brede aarden kruiken. Zowel de ligging van deze graven als de leeftijd van pasgeborenen wijzen op het offer-karakter van hun dood en begrafenis. Daar de lichamen met het hoofd naar beneden in de grote kruiken zijn gestoken en deze met fijn zand waren opgevuld, mag men denken, dat zij geofferd zijn door gewelddadige verstikking.

De Heilige Schrift spreekt ons ook van kinderoffers. In 2 Kon. 3 : 27 lezen we van Mesa, de koning der Moabieten: Toen nam hij zijn eerstgeboren zoon, die in zijn plaats koning zou worden, en offerde hem ten brandoffer op de muur. Daaruit werd een zeer grote toorn in Israël; daarom trokken zij van hem af, en keerden weder in hun land." Het is zeer waarschijnlijk, dat dit een kinderoffer geweest is. Voor de Israëlieten waren de mensen-en kinderoffers verboden op straffe des doods. De Heere wist in Zijn oneindige wijsheid, dat Zijn volk met dergelijke praktijken in Kanaan in aanraking zou komen. Vandaar het verbod: Een»ieder uit de kinderen Israëls, of uit de vreemdelingen, die in Israël als vreemdelingen verkeren, die van zijn zaad de Molech gegeven zal hebben, zal zekerlijk gedood worden: ot volk des lands zal hem met stenen stenigen." (Lev. 20 : 2) Toch hebben verschillende koningen zich hieraan schuldig gemaakt. Denk slechts aan Achaz en Manasse.

Nu moet men ook we^r niet denken, dat alle gevonden kruiken met kinderlijkjes betrekking hebben op mensenoffers. Uit verdere opgravingen en studies is wel gebleken, dat dit één van de meest gebruikelijke begraafmethodes was voor kinderlijken, het liefst onder de vloer der woningen. Voorzichtigheid is hier steeds geboden, maar herhaaldelijk heeft men kunnen aantonen, dat men werkelijk te doen had met kinderoffers.

2. Het bouwoffer.

In het algemeen kwamen bouwoffers in twee vormen voor: a. vernietiging van een mensenlichaam door vuur.

b. het lichaam van het slachtoffer werd ingemetseld in de fundamenten of de muren van het nieuwe gebouw.

Beide vormen w r erden gebruikt om de godheid gunstig te stemmen. Uiteraard bespreken we hier alleen de tweede vorm, omdat men dat bij de opgravingen heeft teruggevonden.

Alweer in Gezer vond met het skelet van een oude vrouw, dat in een hoek der fundering ontdekt werd (denk aan de hoeksteen). Nauwkeurig onderzoek heeft uitgemaakt, dat het een gebrekkige oude vrouw moet zijn geweest, die hier tot slachtoffer werd gekozen. De ruggepraat was terzijde gebogen, enkele halswervels waren misgroeid en de rechterschouder scheen wel minder ontwikkeld te zijn geweest dan de linker. Waar-

schijnlijk is hier dus een physiek minderwaardig lid van de samenleving gebruikt ter bevrediging van de duistere instincten der bewoners van het nieuwe huis.

Eveneens in Gezer vond men onder de vloer van een opgegraven huis het skelet van een man, waaraan de beenderen van de linkerhand ontbraken. Door misdaad of ongeluk verminkt is hij misschien ook nog het slachtoffer geworden van het wrede bijgeloof zijner rasgenoten. De ligging van cle armen wijst er op, dat men hem gebonden had. Deze bijzonderheid doet misschien ook denken aan de mogelijkheid van een nooit opgehelderde moord.

Onder de fundamenten van een ander huis vond men een dubbel bouwoffer. Van de twee geraamtes is zeker het ene van een man, het andere was te ver vergaan om het te kunnen vaststellen. Ze lagen met het gelaat naar elkaar toegekeerd. Van aarden potten en kruiken waren ze, zoals gewoonlijk, goed voorzien. Deze moeten voedsel hebben bevat voor de doden, maar het merkwaardigste was, dat één der twee cle hand had gestoken in de schaal. Zo neergelegd of zo gestorven? Niemand weet het meer.

Talrijker dan de bouwoffers van volwassenen vond men in Gezer die van kinderen, alle ingemetseld in de hoeken der huizen, vaak in aarden kruiken, zoals we beschreven hebben bij de kinderoffers.

In Megiddo vond men in de z.g. noordelijke burcht een mooi aarden vat in de fundamenten ingemetseld. Het lag op de onderste stenen van de muur en was zo aangebracht, dat de zware stenen, die ev bovenop gestapeld waren, het vat niet konden verbrijzelen. Dit vat bevatte de resten van een kinderlichaam, dat in die enge ruimte was samengeperst. Het bijgeloof moet wel groot geweest zijn als men meende hiermee een stad onneembaar te maken.

Op grotere diepte vond men in dezelfde stad een bouwoffer, waarbij meerdere lichamen waren ingemetseld, meestal w T ederom van kinderen. De knieën zijn hoog opgetrokken, de handen liggen aan de wijd geopende mond, waarin de jonge tanden nog goed bewaard zijn. De voeten steken in de hals van het vat, dat met een soort ondiepe stolp is afgedekt. De schamele dodengave van een aarden kruikje ligt aan het hoofdeinde.

Tenslotte merken we nog op, dat deze bouwoffers gedateerd zijn uit de Israëlietische tijd, waarmee we niet zeggen willen, dat de Israëlieten er ook de bedrijvers van geweest zijn, al willen we dat ook niet uitsluiten. Uit Gods Woord weten we maar al te goed, tot welke schrikkelijke zonden dit volk zich heeft laten verleiden door de in het leven gelaten heidense Kanaanieten, tegen het uitdrukkelijke bevel des Heeren in.

God ziet offers aan van een verslagen geest en een gebroken hart.

Gods offers zijn een gans verbroken geest, Door schuldbesef getroffen en verslagen; Dit offer kan Uw heilig oog behagen; 't Is nooit, o God, van U veracht geweest. (Ps. 51 : 9).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1954

Daniel | 8 Pagina's

opgravingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1954

Daniel | 8 Pagina's