DE DIENST DER BARMHARTIGHEID

(4.)

De naam diaken is afkomstig van het Griekse woord diaconos d.i. iemand, die dient. Aanvankelijk had dit woord een zeer ruime betekenis.

Ieder, die enige kerkelijke arbeid verrichte, zelfs ook de prediker van het Evangelie, werd een diaconos genoemd. Pas later werd de naam diaconos gegeven aan hen, die belast waren met de verzorging der armen. Aangaande de instelling van het ambt der diakenen, kunnen we lezen in Hand. 6 : 1—6. Eerst deden de apostelen dit zelf, naast de bediening van het Woord.

Toen er echter een murmurering ontstond, omdat de weduwen der Grieken in de dagelijkse bediening werden overgeslagen, zijn op voorstel der apostelen mannen verkoren, die eigenlijk hun werk van de bediening der armen zouden maken, opdat de apostelen in het gebed en in de bediening des Woords te beter mochten volharden. En dit is van die tijd onderhouden geweest in de kerk, gelijk genoegzaam blijkt uit de brieven der apostelen: .v. Rom. 12 : 8; Fil. 1 : 1; 1 Tim. 3 : 8-10.

De apostelen voelden het gewicht van hun ambt en toen de werkzaamheden steeds meer toenamen, zeiden zij niet: „Ja, wij krijgen het zo druk met preken en dan ook die armen nog verzorgen, dat kan niet; die armen moeten maar zien, dat zij terecht komen. Neen, zo redeneren zij niet, maar zij beseften volkomen, dat ook de verzorging der armen mede een deel van hun taak was en dat het hun roeping was de behoeftigen in Christus' naam weldaden te bewijzen.

Doch, helaas, in de loop der 2e eeuw is het diaconaat langzamerhand van karakter veranderd. Eèn van de ouderlingen verhief zich tot bisschop, terwijl de andere ouderlingen en ook de diakenen zijn dienaars werden, 't Wordt nog erger en ten slotte wordt de bisschop zo'n beetje als hogepriester beschouwd, de andere ouderlingen als priesters en de diakenen als levieten, die allerlei hulpdiensten moeten verlenen. In de Roomse kerk is dan ook het werk van de diakenen de priesters behulpzaam te zijn bij de bediening van de mis en van de doop.

In de 16e eeuw is het Calvijn geweest, die weer de zuivere lijn heeft getrokken, zoals deze in de Heilige Schrift is aangegeven.

De taak der diakenen is „het bedienen der tafelen, " hetwelk uiteenvalt in vier delen, n.1.:

a. het verzamelen der gaven

b. het uitdelen der gaven

c. het bezoeken en troosten der armen

d. de verantwoording.

Van elk dezer vier delen hopen wè in de volgende artikelen iets meer te zeggen.

„Diaconos".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen