De Jehova's Getuigen
3
dl). De Bijbel is voor de Jehova's getuigen niet de oorkonde van de heilsopenbaring Gods, maar één doorlopende profetie van het komende Godsrijk.
Russell heeft trachten te bewijzen dat er drie tijdvakken zijn in het Goddelijke wereldbestuur; deze opvatting grondt hij op 2 Petrus 3, de verzen 6, 7 en 13.
Plet eerste tijdvak loopt van de schepping tot de zondvloed (vers 6): „de wereld, die toen was, met het water der zondvloed bedekt zijnde, is vergaan.''
De tweede periode loopt van de zondvloed tot „de dag des wereld" (vers 7): „De hemel en de aarde worden ten vure bewaard tot de dag des oordeels en der verderving van de goddeloze mensen."
De toekomstige wereld die met „de dag des oogstes" begint is het derde tijdvak (vers 13): „Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont."
De „dag des oogstes", dus de tijd tussen het tweede en derde tijdvak, duurde van 1874 tot 1914. Door de meest raadselachtige berekeningen is hij tot deze jaartallen gekomen.
In 1914 waren „de tijden der heidenen" voleindigd en begon de heerschappij van de onzichtbare Christus. Niet bij Zijn hemelvaart immers, maar na een lange wachttijd kreeg hij alle macht in hemel en op aarde.
De nieuwe organisatie heeft in dat jaar de strijd aangebonden met de god dezer eeuw. De satan, die in dat jaar als een bliksem uit de hemel viel, vergaderde de volken der aarde tot de krijg tegen de Getuigen van Jehova (de Eerste Wereldoorlog). Na de periode van het Duizendjarig Rijk komt de vernietiging van alle vijandige machten, óók van de kerk die een instelling van satan is! De eindstrijd zal gestreden worden in Armageddon, volgens Openbaring 16 vers 16.
Schriftmisbruik
Schriftmisbruik
In een gesprek met de Jehova's Getuigen moet men nogal eens de beschuldiging aanhoren dat er bij de kerkmensen een ontstellend tekort aan Bijbelkennis bestaat. De manier waarop zijzelf echter met de Schrift omspringen is zó zonderling dat iemand terecht gesproken heeft van „koorddanserij op teksten." Met uit hun verband gerukte Schriftplaatsen kan men tenslotte wel bewijzen dat er geen God is!
Een paar voorbeelden van hun Schriftmisbruik laten we hier volgen:
In Jesaja 60 vers 8 worden de uitvindingen van de draadloze telegrafie en de vliegtuigen voorspeld: „Wie zijn deze, die daar komen, gevlogen als een wolk en als duiven tot hare vensters? " De automobiel en de spoortreinen zijn voorzegd in Nahum 2 vers 4: „De wagens razen door de wijken" enz.
Roken doen de Jehova's Getuigen niet omdat de profeten het volk Israël bedreigden wegens het roken op de hoogten! Verjaardagen vieren ze niet, want Jeremia heeft z'n geboortedag vervloekt!
Bij het vernemen van zulk een onzin zouden we haast denken aan misplaatste grappen, als ze het zelf zo ernstig niet bedoelden!
Immers, zo heet het, Jehova Zelf geeft van tijd tot tijd in „de Wachttoren" de exegese van duistere Schriftgedeelten. Vooral op de kerken hebben de „Getuigen" het gemunt. Op de kerkelijke leidslieden is van toepassing: „Van de profeet aan tot de priester toe bedrijft een ieder van hen valsheid."
Daarom heeft de geschiedenis van Koning Jehu voor hen een bijzondere betekenis (in 1932 door Jehova in „de Wachttoren" verklaard).
Christus Zelf is de grote Jehu (N.B.) die de Baaispriesters (de kerkdienaren) uitroeit. De Jonadabs (de Getuigen), gezeten op Jehu's strijdwagen, zijn hem daarbij behulpzaam. Ze noemen zichzelf dan ook dikwijls „Jonadabs."
We kunnen elkander niet genoeg waarschuwen voor deze ergerlijke leer, die de Getuigen overal trachten te verkondigen. Zelfs in de meest afgelegen gebieden van ons land colporteren ze met hun tijdschriften en brochures en verschillende eenvoudige lieden worden het slachtoffer. We zeggen niets teveel, wanneer we deze secte de gevaarlijkste dwaalleer noemen, die onze tijd kent. De Roomse Kerk
heeft al haar trouwe zonen en dochteren allang opgeroepen ten strijde tegen de „Getuigen".
Wie niet veel tijd heeft en bovendien niet sterk in de schoenen staat, kan beter geen gesprek met deze mensen beginnen, want men wordt urenlang overbluft met een reeks Bijbelteksten! Zelfs voor degenen die over een degelijke Schriftkennis beschikken is het dikwijls een probleem, hoe men de dwaalgeesten zal overtuigen. Het heeft er de schijn van dat God hen heeft overgegeven aan een kracht der dwaling om de leugen te geloven.
Zeker is óók op de Getuigen van toepassing het woord van Johannes in zijn Eerste Zendbrief, hoofdstuk 4: „Vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld alle geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van de antichrist, welke geest gij gehoord hebt, dat komen zal en is nu reeds in de wereld."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955
Daniel | 8 Pagina's