Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sectarisme en Ketterij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sectarisme en Ketterij

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit het voorgaande artikel is reeds gebleken clat een secte niet in alle gevallen met dwaalleer gepaard behoeft te gaan. Als Paulus te Rome komt, verlangen de broeders — let wel, mensen die helemaal niet afwijzend stonden tegenover cle leer van het Christendom — dat hij hun die leer nader zal uiteenzetten, „want, " zo zeggen ze, „wat deze secte aangaat, ons is bekend, dat ze overal tegengesproken wordt." (Hand. 28 : 22). Ook in de Bijbel kan dus het woord „secte" cle neutrale betekenis hebben van „leer, " „richting."

Dit is geheel in overeenstemming met het wezen van de secte, zoals we dat in genoemd artikel hebben geschetst. Een bepaald tekort of gemis in cle officiële kerk is meestal aanleiding tot het onto staan van een secte. Daarom worden cle secten dikwijls „correcties op cle kerk" of „supplementen op cle kerk" genoemd.

Dr. Boerwinkel geeft in zijn boek „Kerk en Secte" een overzicht van cle voornaamste secten, die hij in drie groepen verdeelt:

le Secte als correctie op een tekort aan geloof. Hiertoe zouden clan behoren cle „Vergadering der gelovigen", cle „Pinksterbeweging", Science" en anderen. „Christian

2e Secte als correctie op een tekort aan hoop. Hiertoe rekent hij o.a. cle Zevende Dags Adventisten, de Jehovah-getuigen en de Mormonen.

3e Secte als correctie op een tekort aan liefcle. Daarbij wordt o.a. gedacht aan de Vrij Evangelischen, de Hernhutters en het Leger des Heils.

Ik heb tegen deze indeling wel enige bezwaren. Laten cle secten zich zonder meer tot deze drie groepen terugbrengen? Is de indeling niet te schematisch? Worden sommige secten niet te mild beoordeeld?

Anderzijds zit er toch een goede ge-

dachte in deze onderscheiding.

Het is gevaarlijk en moeilijk een concreet voorbeeld te noemen, omdat het criterium „Kerk" of „Secte" uiterst subjectief is. Maar nemen we bijvoorbeeld de Vrije Evangelische Gemeenten in de tijd van hun ontstaan.

Dwalingen in de eigenlijke zin des woords hebben deze gemeenten niet, maar we treffen er wel sectarische tendenzen bij aan. Deze groepen zijn ontstaan uit een tekort aan warmte, aan liefde, aan broederschap in de officiële kerken. De dode orthodoxie, het gemis aan geest en leven, dreef deze mensen de kerk uit. Daaruit is te verklaren hun „huiselijkheid', hiïn „intimiteit" in de openbare eredienst, dat soms op een „onder-onsje" begint te lijken. Hier liggen de kiemen van het sectarisme.

Liever dan de genoemde indeling van Dr. Boerwinkel zou ik de secten willen onderscheiden in piëtistische en methodistische. De eersten zijn dan van de soort, waarbij het gevoel en het bevindelijke element een rol spelen, bij de tweede groep valt meer nadruk op het verstandelijke element. Ook deze onderscheiding is echter voor bestrijding vatbaar; de grenzen zijn zeer vaag.

Er is ook iets te zeggen voor een indeling waarbij men uitgaat van de léér: secten die in strijd zijn met de hoofdwaarheden van het Christendom en secten die in grote lijnen met de Heilige Schrift overeenkomen. Tot de eerste groep kunnen we dan rekenen de Jehovah-getuigen, de Mormonen, Christian Science, de Vrijmetselaars, enz. Bij de tweede groep behoren dan o.a. het Leger des Heils, de Quakers, de Vrij Evangelischen, enz.

(Weliswaar zullen we ook bij de laatste groepen soms minder Schriftuurlijke tendenzen vinden, maar men kan toch niet zeggen dat er ketterijen worden geleerd.)

Tot-nog-toe hebben we de secten alleen beschouwd als correcties op de kerk. Er zijn echter ook andere motieven voor het ontstaan van secten. Dr. Boerwinkel brengt deze motieven onder één noemer en spreekt van „Secte als werk des vleses." Hij noemt de vijf volgende oorzaken:

le de neiging tot perfectionisme, een verschijnsel dat we in bijna alle secten terugvinden (Perfectionisme = volmaaktheidsdrijverij.) 2e de neiging tot isolatie: het-zich-terugtrekken in een gesloten groep.

3e de neiging tot anticipatie; het vooruitgrijpen op de toekomst.

4e de neiging tot verabsolutering van een deelwaarheid: een bepaald leerstuk of dogma onderstrepen en daarop alle nadruk leggen.

5e de neiging tot ressentiment: de drang om zich te laten gelden, om de aandacht te trekken.

„Wanneer we deze vijf neigingen goed bezien" — ik citeer dr. B. — „bemerken we, dat zij de vijf facetten vormen van de ene hoofdneiging of hoofdzonde die als de wortelzonde bekend staat en die de oude kerk noemde: de superbia, de hoogmoed. Augustinius zeide reeds: „Indien er geen hoogmoed bestond, zouden er geen sectariërs zijn." Hiermee heeft Augustinus de kern van het sectarisme aangeduid."

Sectarisme en ketterij gaan niet altijd, maar wel dikwijls samen. Het sectarisme „verabsoluteert een deelwaarheid" en dit leidt tot ketterij. Omgekeerd kan ketterij ook buiten de secte, dus in de kerk voorkomen, hoewel ze daar op meer verzet zal stuiten. Wanneer een ketter in de kerk de band met die kerk nog voelt, dan zal hij zich beheersen in de verkondiging van zijn dwaling. Voelt hij die band niet meer, dan scheidt hij zich af en is hij een sectariër geworden. Zo beïnvloeden sectarisme en ketterij elkaar wederzijds.

Wanneer we dit en het vorige artikel kort samenvatten, komen we tot de volgende conclusies:

Het is moeilijk, de grens te bepalen tus-

sen kerk en secte. Het woord secte heeft soms een ongunstige, soms ook een neutrale betekenis. Een secte ontstaat, óf door een tekort van de kerk, óf tengevolge van menselijke hoogmoed.

Een secte behoeft niet gelijk te staan met ketterij; in de meeste gevallen echter gaat de dwaling met het sectarisme gepaard.

We konden in dit korte bestek uiteraard slechts enkele dingen noemen. Voor een diepere studie verwijs ik naar Dr. Boerwinkels „Kerk en Secte", waaraan de gegevens voor dit artikel zijn ontleend. Hier en daar zal het boek tegenspraak uitlokken, maar critische lezing blijft aanbevolen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1956

Daniel | 8 Pagina's

Sectarisme en Ketterij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1956

Daniel | 8 Pagina's