Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Réveil in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Réveil in Nederland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vervolg)

Tegenstellingen in het Réveil

Ondanks het feit dat men naar buiten als een eenheid optrad en gemeenschappelijk de afval in Kerk en Maatschappij bestreed, bestonden er in de Réveilkring verschillende tegenstellingen. Enkele van die tegenstellingen of verschilpunten wil ik U noemen:

Een van de „goden van de tijd", een uitvinding die door de Verlichtingsmensen in die tijd hoog geroemd werd, was de toepassing van het koepok-vaccin.

Da Costa, Dirk van Hogendorp, Capadose, Kohlbrügge e.a. waren sterke tegenstanders van de vaccinatie. Vooral Capadose, de medicus, heeft het er erg moeilijk mee gehad. Toen hij tot het inzicht kwam dat de vaccinatie in strijd was met Gods voorzienigheid, weigerde hij consequent ook maar één zijner patiënten in te enten. Hij schreef een brochure, waarin hij zijn principiële en medische bezwaren tegen de vaccinatie bekend maakte.

Da Costa schreef over de vaccinatie o.a.: „Welk is een tijd, die waarin men om op de scholen te worden aangenomen niet de Doop van het kind of zijn inlijving in enig kerkgenootschap vraagt. . .. maar wel dat het gevaccineerd geworden is. Geen doop, maar vaccine!"

De Clercq daarentegen liet, ofschoon hij aanvankelijk bezwaren had, zijn kinderen later wel vaccineren.

Een tweede punt waarover de meningen zeer uiteenliepen was cle Afscheiding, die in 1834 in UIrum begonnen was en sindsdien zich steeds verder uitbreidde. De meeste figuren uit het Réveil stonden afwijzend tegenover cle Afscheiding. Groen beschouwde haar als een ramp voor de kerk. Capadose keurde ze streng af. Ook Dirk van Hogendorp en nog vele anderen waren tegen de Afscheiding. Er waren er echter ook die er anders over dachten. Ds. H. P. Scholte, ds. Brummelkamp, ds. v. Vel zen hadden alle drie als student deel uitgemaakt van de Réveilkring in Amsterdam. Het is bekend dat ds. Scholte Ulnim verliet, 13 oktober 1834, deelde ds. cle Cock zijn besluit tot afscheiding aan de kerkeraad mede.

Van ds. Scholte was het bovendien bekend clat hij veel voor afscheiding voelde. Enkele weken later is cle afscheiding in zijn gemeente Doeveren dan ook een feit.

Vooral Capadose keurde de afscheiding scherp af. Hij schreef: „Er staat wel (in cle Bijbel): zij zullen U uit cle synagoge werpen; maar niet: gaat uit en scheidt U af."

Maurits van Hall, advokaat in Amsterdam, een der naaste medewerkers van Da Costa en een bekend Réveil-man treedt al spoedig tot de afgescheidenen toe.

Een derde punt waarover zeer verschillend geoordeeld werd was de kerk als geïnstitueerd lichaam, cle openbaringsvorm der kerk dus. En in verband hiermee kwam in het geding cle bindende kracht der belijdenisschriften of formulieren.

Da Costa hechtte aan cle formulieren als bewarend en beschuttend element voor cle zuiverheid der leer weinig waarde. Wel was hij het van harte eens met de inhoud dier belijdenisschriften, maar hij geloofde niet dat men met het handhaven dier formulieren de kerk voor afval kon behoeden. Hierover waren Capadose, Dirk van Hogendorp en vooral Groen van Prinsterer het niet met hem eens. Groen schreef: „Een kerk zonder belijdenis is geen kerk." Da Costa meende dat men bij leden met afwijkende, ketterse gevoelens genezend moest te werk gaan, dus door middel van vermaning en onderwijzing b.v.

Groen en van der Kemp (niet de schrijver van de catechismusverklaring) oordeelden clat men desnoods langs juridische weg de dwaalgeesten moest behandelen. In later jaren klaagt Da Costa over het toenemend modernisme in de Hervormde Kerk. Van der Kemp antwoordt hem dan: , , Gij zijt mij altijd geweest als een wakker, dapper, maar wel wat roekeloze krijgsheld, die weigerde mede te werken tot verdediging der aangevallen bolwerken (lees: formulieren K.), op grond dat deze de vesting (lees: kerk. K.) zelve niet waren; en die wilde dat men cle vijand binnenin de vesting zou toelaten om aldaar met hem te strijden. . . . Gij moogt U niet beklagen over de excessen onzer Theologen — Gij hebt nn gelegenheid om met lust te strijden; maar het beklag behoort nu niet aan U, maar aan ons, die cle bolwerken hebben zoeken te verdedigen en nu mogen klagen, clat de vesting hopeloos verloren is. Zie gij nu maar hoe gij er de roekeloos ingelaten vijand weder uitkrijgt."

U zult misschien vragen: vanwaar toch al die verschillende meningen Vergeet niet clat cle Réveilkring bestond uit vogels van diverse pluimage. Willem cle Clercq en Messchert b.v. kwamen uit de Doopsgezinde gemeente. Da Costa en Capadose waren afkomstig uit een joods milieu. Weer anderen kwamen uit de Lutherse kerk. Geen wonder clat de meningen op verschillende punten zó uiteenliepen.

Voorts waren er ook buitenlandse invloeden: Frans-Zwitserse, Engelse en Duitse. Met het aangeven van deze meningsverschillen hebben we tevens een van cle zwakke plekken in het Réveil aangeduid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1957

Daniel | 8 Pagina's

Het Réveil in Nederland

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1957

Daniel | 8 Pagina's