De Synode van Embden
Het strekt mij tot groot genoegen om in ons jeugdblad voor onze jongeren en ook ouderen te mogen schrijven over de eerste Synodale Vergadering van de Nederlandse Gereformeerde Kerken, welke in het jaar 1571 in Embden is gehouden. Zoals, naar ik hoop, uit het onderwerp voor U allen blijken zal, is deze eerste Synodale Vergadering van dermate grote betekenis voor de organisatie van de Nederlandse Kerken geweest, dat deze Vergadering waardig is, om aan de vergetelheid ontrukt te worden. Hoe groot echter ook de betekenis van deze eerste Synode voor de Kerk in Nederland geweest is, er zou geen voldoende rechtvaardiging te vinden zijn om over een louter historisch onderwerp te schrijven, indien niet de op deze Synode plaats gevonden hebbende gebeurtenissen zijn waarde ook voor onze tijd zouden hebben.
Door jonge mensen toch, die op hun verenigingen zich gedurig bezinnen willen op de beginselen, waardoor wij ons moeten laten leiden in het leven, moet niet alleen gevraagd worden naar wat in het verleden geschiedde, hoe interessant deze vraag op zich zelf ook zou mogen zijn, maar veel meer naar wat dit verleden ons voor het heden leert. En omdat de gebeurtenissen die tot het bijeenkomen van de Synode van Emden hebben geleid en de op deze Synode aanhangig geweest zijnde aangelegenheden ook voor ons, in de tijd, waarin wij leven zo grote betekenis hebben, meende ik, dat het schrijven van enkele artikelen over deze Synode afdoende gerechtvaardigd wordt.
Opmerkelijk is het, dat de bekende geschiedschrijvers, die zich met de geschiedenis van ons land en van onze kerk hebben bezig gehouden over het algemeen zo weinig over de Synode van Embden weten te vertellen. Alhoewel door de meesten het houden van deze Synode wel gememoreerd wordt, staan zij er zo weinig bij stil, delen er zo weinig over mede en schijnen zij de betekenis en de waarde ervan niet te hebben doorzien. Pas uit onderzoekingen van de laatste tijden is de betekenis van deze Synode duidelijk geworden. Sommige geschiedvorsers hebben zich pas aan het einde van de vorige eeuw geworpen op de bronnen, die nog beschikbaar waren, om meer licht te ontsteken over de te Embden gehouden vergadering. Door dit onderzoek is duidelijk gebleken, dat de oude geschiedschrijvers aan de waarde van de Synode zijn voorbijgegaan.
Wij noemen dan enige voorbeelden van de wijze, waarop men over deze Synode schreef.
Uitenbogaert schrijft in zijn „Kerckelijcke Historie": „Tot nog toe vind ik in onze historie niet van enige Synode der Gereformeerde Kerken gehouden in Nederland, sedert de aanvang van de Reformatie in dezelve. Schijnt evenwel dat een Synode derzelver Kerken gehouden is buiten deze landen binnen Embden in Oost-Friesland, in 't jaar 1571 (waarvan ik de acten authentijck niet gezien hebt) alwaar allereerst besloten zou zijn, dat alle predikanten de Nederlandse Confessie, uitgegeven in 't jaar 1566 met een brief aan de Koning voor, en een vermaning aan de Staten achter, zouden ondertekenen tot bewijs van de Enigheid in de Leer. Of dit zij geschied na voorgaand nieuw onderzoek derzelver Confessie gedaan in dezelve vergadering, om te weten of dezelve in alle delen Gods Woord conform was (nademaal toch die Confessie, eerst zo ver gezegd, was ingesteld bij weinige en buiten Synodale Vergadering, daar van men weet te spreken) of dat alle predikanten die resolutie hebben toegestemd ter goed vertrouwen, en op 't goed geloof dat alles wel was, zonder nauw onderzoek, zou ik niet weten te zeggen."
Dit bericht is alles wat een bekend historieschrijver daarover weet mede te delen. Hetgeen wat hij zegt is weinig en daarenboven nog weifelend, omdat hij zegt dat het „schijnt" dat er een synode gehouden is.
Er was dan ook geen rechtvaardiging voor een dergelijk bericht, omdat de acta daarvan toch in zijn bezit hadden kunnen zijn, daar deze toch vertaald voorhanden waren. Gebrek aan belangstelling heeft ongetwijfeld deze schrijver zo doen schrijven over deze Synode. Degene, die iets meer over deze Synode bericht heeft is Trigland, die mededeelt, dat er in het jaar 1571 te Embden een Synode gehouden is, waar de Gereformeerde verstrooide Nederlandse Kerken zijn samengekomen ter beraming van een „Kerken-ordening", die met stichting zou kunnen worden gebruikt, zowel tijdens de verstrooiing, als wanneer „God haar de zo zeer begeerde vrijheid zou verlenen in haar Vaderland". Ook Trigland bericht ons verder niet veel. Wij moeten ons terecht hierover verwonderen en vragen dan ook naar de oorzaak van het zo onbekend zijn van deze toch zo belangrijke Synode. De oorzaak is hierin te vinden, zoals een schrijver ons bericht dat „deze vergadering in alle stilte, en, als het ware bedektelijk gehouden is, om de Spaanse regering niet te zeer in 't oog te lopen."
Daarom moet het ons niet verwonderen, dat genoemde geschiedschrijvers zo weinig hebben mede te delen, want het gebrek aan historische bescheiden is er oorzaak van, dat zij slechts terloops over deze Synode hebben gehandeld. Door onderzoekingen van later tijd, zoals hierboven reeds vermeld, zijn wij meer over deze Synode te weten gekomen.
(Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1958
Daniel | 8 Pagina's