Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De profeet Amos

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De profeet Amos

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De hiernavolgende inleiding werd gehouden op de 20ste jaarvergadering van de Jongelingsvereniging der Gereformeerde Gemeente te Leiden „Onderzoekt de Schriften", d.d. 25 september 1957 en is, op verzoek van de redaktie, ter plaatsing in „Daniël" afgestaan.

(in)

Wat de inhoud van Amos' prediking betreft, het is ten enenmale onmogelijk, dat in een korte beschouwing als deze, volledig te behandelen. Wij kunnen slechts enkele opmerkingen maken, zonder ook maar enigszins te pretenderen, hierbij het belangrijkste naar voren gehaald te hebben.

Amos spreekt vooral over de gerechtigheid Gods, in tegenstelling tot zijn jongere tijdgenoot Hosea, wiens prediking zich meer richt op de liefde, die God

tot Zijn volk heeft. Hij begint zijn woorden in hoofdstuk 1 : 2 met te verhalen van een hevig onweder, dat op het punt staat los te barsten; zo ook is het onheil nabij over de landen. De HEERE zal brullen uit Sion en Zijne stem verheffen uit Jeruzalem en de woningen der herders zullen treuren en de hoogte van Karmel zal verdorren. Dit onweder schijnt alleen de omwonende volken te zullen treffen, want in de eerste verzen wordt Israël niet eens genoemd en richt Amos zich alleen tot de vijanden van Israël: amascus, Tyrus, de Filistijnen. Maar toch komt het steeds dichterbij: dom, Moab, Ammon zullen door vuur verteerd worden; en nog dichterbij: ok Juda, Jeruzalems paleizen zullen verbrand worden. Steeds luidt het: m drie overtredingen en om vier zal Ik dat niet afwenden, maar Ik zal een vuur zenden. Doch vanaf hoofdst. 2 : 6 wendt de profeet zich dan tot Israël zelf en van hen worden nog veel meer ongerechtigheden opgenoemd, dan van hun buurvolken: eelderigheid, wellust, omkoopbaarheid en uitbuiten van de armen. Maar ziet, Ik zal uwe plaatsen drukken, gelijk als een wagen drukt, die vol garven is, zó dat de snelle niet zal ontvlieden, en die de boog hanteert niet bestaan,

In cle hoofdstukken 3 t.e.m. 6 gaat het voort met boetpredikaties en gerichtsaankondigingen tegen het tienstammenrijk, dat ondanks de uiterlijke voorspoed in de zonden leefde. Elk der hoofdstukken begint met: hoort dit woord! Lees en herlees deze hoofdstukken, en wordt getroffen door cle ernstige waarschuwingen en vermaningen, of door de niets ontziende gestrengheid, waarmee Amos in duidelijke bewoordingen het volk (en ons) wijst op het kwade. De zonden stapelden zich op. Profeten waren er gekomen, doch clie hadden ze het zwijgen opgelegd. God had oordelen gezonden van regen en droogte, maar ze hadden zich niet bekeerd. God had hen gezegend, de dank hadden ze gebracht aan de afgoden. Daarom zou het oordeel komen, voorspelt hij en de HEERE, Jehova, Die het zevengesternte maakt en de Orion en de doodschaduw in de morgenstond verandert, zou over het land een volk verwekken, clat hen zou drukken van waar men komt te Hamath tot aan de beek der wildernis.

Na deze prediking volgen vanaf hfdst. 7 een aantal visioenen. Sprinkhanen dreigen het land geheel af te eten, doch Amos weet het oordeel nog af te bidden: het zal niet geschieden, zei de HEERE. Ook het vuur, het verteerde nog niet het hele land. Maar het paslood, dat in het midden van het volk gesteld werd, dat werd reeds de aanleiding tot cle verwoesting van Israëls heiligdommen. Tenslotte zag Amos de korf met zomervruchten. Toen zeide de HEERE tot mij: het einde is gekomen over Mijn volk Israël, Ik zal het voortaan niet meer voorbijgaan. Maar de gezangen des tempels zullen te dien dage huilen, spreekt de Heere HEERE: vele dode lichamen zullen er zijn, in alle plaatsen zal men ze stilzwijgend wegwerpen. Een verschrikkelijk oordeel zou dat zijn: ziet de dagen komen clat Ik een honger in dat land zal zenden, niet naar brood, maar om te horen de woorden des Heeren; en zij zullen zwerven van zee tot zee en van het noorden tot het oosten; zij zullen omlopen om het woord des Heeren te zoeken, maar zij zullen het niet vinden. De Heere HEERE der heirscharen zou het land aanroeren, dat het versmolt, en daar zou geen ontkoming zijn.

Amos heeft niet ongestoord kunnen prediken. Wanneer hij Jerobeam het oordeel aanzegt, wil Amazia hem smadelijk het land uitsturen: gij ziener, ga weg! Vlied in het land van Juda en eet aldaar brood en profeteer! maar niet hier bij ons in Beth-El. Maar Amos wijst op zijn Goddelijke roeping, hij werkt niet voor brood, en gaat door.

Ook het huisgezin van cle priester van Beth-El zal smadelijk omkomen en Israël zal voorzeker uit zijn land gevoerd worden.

Dat predikte Amos, die was onder de veeherders van Tekoa; of eigenlijk niet Amos, maar God Zelf, door de mond van Zijn knecht, „opdat geen vlees zou roemen voor Hem". Het eerste en het laatste woord uit Amos' boek is: spreekt de HEERE. Als geen ander moet hij zich afhankelijk gevoeld hebben van zijn Zender, Die hem genomen had en gezegd had: spreek! Amos zelf was niets dan een veeherder, en hij las wilde vijgen. God zei: profeteer. En dat heeft Amos gedaan; in een tijdperk van hoogconjunctuur, en tóch.... slechts twéé jaar voor de aardbeving, bracht hij de boodschap: de ogen des Heeren HEE-REN zijn tegen dit zondige koninkrijk clat Ik het van de aardbodem verdelge.

(Slot volgt)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1958

Daniel | 8 Pagina's

De profeet Amos

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1958

Daniel | 8 Pagina's