Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herleefd verleden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herleefd verleden

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

(7)

Pompeji en Herculaneum II

Reeds in de achttiende eeuw werden de bedolven steden Pompeji en Herculaneum ontdekt. En het is aan Maria Amalia Christine, gemalin van de koning van Napels en Sicilië, Karei van Bourbon, te danken, dat de resten van de reeds vele eeuwen geleden vergane Italiaanse stad Herculaneum zijn gevonden.

Deze kunstzinnige koningin dwaalde graag door de parken van Napels en daar ontdekte zij allerlei brokstukken van beeldhouwwerken en standbeelden. Voor de laatste uitbarsting van de Vesuvius had een generaal, d' Elboeuf genaamd, ze opgegraven. Onmiddellijk drong zij er bij haar gemaal op aan opgravingen te laten verrichten op de plaats, waar de brokstukken waren gevonden.

Koning Karei gaf zijn toestemming en het werk begon. Maar dat was niet zo eenvoudig, want de arbeiders moesten een laag van vijftien meter keiharde lava verwijderen. Zeventien eeuwen was het geleden, dat deze lava was gestold. Men begon op de plaats waar generaal d' Elboeuf reeds een put had gegraven. Gangen werden uitgehakt en met behulp van buskruit verwijderde men grote brokken steen. Eindelijk stootte men op metaal, het bleken drie stukken van levensgrote bronzen paarden te zijn. Een theater kwam tevoorschijn. Men had een stad gevonden het oude Herculaneum

Later werd door anderen Pompeji blootgelegd en toen pas kregen de opgravers een levendige indruk van de grote catastrophe van het jaar 79 n. Chr.

Plotseling was de dagelijkse gang van zaken verstild. Het brood kon niet meer uit de oven worden gehaald. Hier werden vele doden gevonden, moeders met hun kinderen in de armen, zij hebben hun kroost niet kunnen beschermen tegen de giftige zwaveldampen. Mensen met hun schatten in de armen, die op hun vlucht waren gestrand. In een kamer werden zeven kinderen gevonden, die argeloos aan het spelen waren. De dood had hen verrast. Een begrafenisplechtigheid werd plotseling afgebroken'. De rouwende familie zat juist aan het dodenmaal, toen ook zij door de onverbiddelijke dood werden weggerukt. Zo vond hen hen, zeventien eeuwen later.

Op straat werd een man gevonden van grote lichaamsgestalte. Hij had vrouw en kind, die voor hem liepen, niet meer kunnen beschermen. Samen zijn zij op straat gestorven. Door de zwaveldampen was hij bedwelmd, in elkaar gezakt en op zijn rug gerold. Van het lichaam zelf was niets meer te bespeuren, maar de archeologen hebben voorzichtig gips in de holte gegoten en verkregen zodoende de plastiek van de dode. Het gipsmodel gaf de lichaamshouding van de man precies aan.

In de herbergen stond nog het vaatwerk, in de werkplaatsen de gereedschappen. Mozaïeken, wandschilderingen, beelden en schilderijen werden aan de vergetelheid ontrukt. Honderden huizen en villa's werden blootgelegd. Huizen met waranda's, ruime vertrekken, keukens, ja zelfs een waterleiding ontbrak niet. In de tempel van de afgod Apollo staat nog een gaaf en volkomen intact beeld van Apollo. Wij zouden u nog veel meer kunnen noemen, maar dit is ondoenlijk wegens plaatsgebrek. Eén geval willen wij nog aanstippen. In een stadswijk woonde een rijke bakker, Siricus. Zijn huis was prachtig ingericht, in twee vertrekken vond men prachtige

schilderijen waarop Apollo en Hercules waren afgebeeld. Boven de poort, die tot zijn luzueuze woning toegang gaf, stonden woorden gebeiteld, die men nergens ter wereld vindt en die nu nog te zien zijn. „Salve Lucrum" en dit betekent „Leve de winst". Die bakker gaf hiermee eerlijk zijn mening over het zaken doen te kennen.

Pompeji en Herculaneum zijn opgegraven, maar wat is de mens? Niet en ijdelheid. Deze beide steden zijn een treffend voorbeeld van de vergankelijkheid van de mens.

„Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1958

Daniel | 8 Pagina's

Herleefd verleden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1958

Daniel | 8 Pagina's