Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jean de Labadie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jean de Labadie

7 minuten leestijd

Misschien vindt iemand het wat vreemd dat er in de rij van „oude schrijvers" als Voetius, Lodenstein en Koelman ook een plaats wordt ingeruimd voor Jean de Labadie. Zijn werken zijn zéér schaars en worden weinig gelezen. Bovendien staat de Labadie in een kwade reuk, o.a. doordat Koelman en Brakel tegen hem gewaarschuwd hebben.

Toch hebben we gemeend, een artikel te moeten wijden aan deze merkwaardige figuur. Vooreerst omdat de Labadie nogal invloed heeft gehad op Lodenstein, Koelman en Brakel, en vervolgens omdat de Labadie, hoewel er afwijkingen zijn, toch tot de kring der Nadere Reformatoren behoort.

Afkomst

Jean de Labadie was een Fransman, geboren in 1610. Rooms opgevoed komt hij bij de Jezuïeten terecht, maar de „cadavergehoorzaamheid" die bij deze orde heerst, is teveel voor deze persoonlijkheid. Gewoon priester wil hij zijn en voor het volk preken. Maar zijn „hugenootse" preektrant en zijn afkeer van de formulieren brengen hem in conflict met de Roomse kerk. Hij breekt er pas in .1650 mee, als hij dus 40 jaar oud is.

Als predikant te Génève vertoont hij sterke verwantschap met de bevindelijke theologen uit Engeland en Holland. Tegenover deze „geestelijkheid" van de Labadie staat echter zijn „vleselijkheid." Hij had een heerszuchtig en betweterig karakter en was, ondanks zijn oproep tot doding van het vlees, zelf grenzeloos ijdel: kleding en haartooi droeg hij naar de jongste mode

Naar Holland

Het gerucht van de bijzondere prediker verbreidt zich in Nederland en al spoedig wordt hij bij de Waalse gemeente in Middelburg beroepen. De Labadie trekt naar de lage landen en brengt eerst een bezoek aan Utrecht, waar hij een (Franse) dienst leidt in de Pieterskerk. Iedereen is verrukt over zijn gaven, maar toch valt de prediker tegen, vooral bij Voetius, die zich ergert aan het wereldse van de man, die toch zo geestelijk wil zijn.

Alleen Anna Maria van Schürman, de fenomenaal geleerde vrouw, een oprechte Christin bovendien, zag in hem haar ideaal. Ze volgt hem naar Middelburg en wijkt sindsdien niet meer van zijn zijde. De Utrechtse vrienden kijken haar na met weemoed — niemand gaat met haar mee.

In de Zeeuwse hoofdstad ontplooit de Labadie zijn volle activiteit. Hij preekt, catechiseert, doet huisbezoek en leidt toekomstige predikanten op. Scharen volk trekt zijn bezielende prediking. Maar clan komen ook de conflicten.... Eerst z'n weigering om de (Franse) geloofsbelijdenis te ondertekenen, omdat hij daarin onschriftuurlijke uitdrukkingen had ontdekt. Dan z'n fout, een boek uit te geven zonder de in die tijd vereiste approbatie van de synode. Dat alles gaat nog in de doofpot. Maar als hij — terecht overigens — te velde trekt tegen de Waalse predikant Wolzogen, die met de moderne filosofie is besmet, en de Waalse synode Wolzogen in het gelijk stelt, dan is het hek van de dam. Wolzogen weet te bewerken dat de Labadie wordt geschorst, hetgeen uit niets anders voorkomt dan uit haat tegen de Gereformeerde waarheid, die door de Labadie was verdedigd.

De Labadie trekt zich niets van de

schorsing aan en gaat conventikels houden. Dan heeft de synode het recht hem af te zetten en uit Middelburg te verbannen.

Als Middelburgs poorten voor de Labadie gesloten worden, gaan die van het naburige Veere voor hem open. De Labadie preekt daar openlijk in de kerk en 's zondags ziet de weg van Middelburg naar Veere zwart van de mensen, die de geliefde prediker gaan horen, Als de Staten van Zeeland ook daaraan een einde maken, door hem uit cle provincie te verbannen, dan vestigt de Labadie zich te Amsterdam.

Aan het zwerven

Nu de Labadie buiten de kerk is komen te staan, verklaart hij die hele kerk voor afvallig en richt een zgn. huisgemeente op, die dan de ware kerk uitmaakt. Dank zij de financiële steun van Anna Maria van Schürman en de sympathie van één der Amsterdamse burgemeesters, van Beuningen, gaat het de conventikelkerk aanvankelijk voor de wind. Maar dan maakt Labadie een grote fout. Hij is bevriend met alle leiders van die mystiek-getinte sekten, die in Amsterdam zo welig tieren. Het gevolg is dat zijn huiskerk met al die sekten — ten onrechte overigens — over één kam wordt geschoren, clat het volk de samenkomsten der Labadisten verstoord en dat de Amsterdamse regering hen uitwijst.

De huisgemeente vindt dan een heenkomen naar het Duitse Herford. Daar vertoont ze de echte kenmerken van een sekte. De Labadie wil een kerk van enkel wedergeborenen; strenge eisen worden gesteld om toegelaten te worden en nóg zit er kaf onder het koren. Aan de officiële kerk is tenslotte niets goeds meer. Ieder die daarin blijft wordt tot hoereerder gestempeld.

Actief, ook naar buiten is de huisgemeente wel. Ze sticht hier en daar dochterkerken, ze Ieiclt predikers op. Maar de heiligheid van de leden valt tegen en de eisen worden gematigder. Dan wordt de gemeenschap van goederen ingevoerd, weer later worden 1. . velijken gesloten, zonder toestemming van de overheid. Tenslotte gaat de geestdrijverij zó ver, dat men na het Avondmaal danst en elkaar omhelst (geestelijk bedoeld, maar vleselijk opgevat).

Van Herford naar Altona verdreven, sterft de Labadie daar en wordt in de tuin begraven. Zijn voornaamste leerling, Yvon, wordt dan de leider.

In 1675 keert de gemeente naar Holland terug. Ze vestigt zich op Thetinga State bij Wieuwerd in Friesland. De zwaarste slag voor de groep valt in 1678, als Anna Maria van Schürman sterft. Nog een halve eeuw heeft de beweging bestaan. Na de dood van Yvon in 1707 is de betekenis niet groot meer geweest.

Beoordeling

De bedoeling van het Labadisme is in wezen dezelfde als die van de hele Nadere Reformatie: Heiliging des levens. Lodenstein, Koelman, Brakel en vele anderen wilden precies hetzelfde. Maar de methode was anders. Het Labadisme heeft te hoge idealen gehad, het overschatte de mens, ook cle wedergeboren mens. Het had geen oog voor de omgeving, voor de zondige wereld, waarin wij leven, en nog minder voor het zondige hart, dat ieder mens — ook de wedergeborene — in zich draagt.

Daarom hebben de mannen van de Nadere Reformatie bewust „neen" gezegd tegen de Labadie. Hoewel ze het eens waren met zijn kritiek op cle kerk, zagen ze zijn uittreden niet als een oplossing. Ze wisten dat ook hij die de vlucht neemt, de schuld meedraagt. Ze voelden dat deze weg uitliep op geestdrijverij. Misschien waren de Hollanders ook te nuchter om deze sentimentele Fransman te volgen!

Merkwaardigerwijze waren juist degenen, die het meeste verdriet van de kerk gehad hebben, het felst in hun bestrijding van het Labadisme: Brakel (tweemaal geschorst) en Koelman (uit het ambt ontzet), eigenlijk om dezelfde ideeën als waarom het de Labadie ging. Als deze twee zich bij de Labadisten hadden aangesloten, was het begrijpelijk geweest. Ze hebben het niet gedaan, integendeel, ze hebben het Labadisme feller dan ieder ander bestreden, omdat ze een weg zagen, die nog uitnemen der is.

Dat wil niet zeggen, clat de Nadere Reformatoren niet door de Labadie zouden zijn beïnvloed. Lodenstein's besluit om in zulk een gedeformeerde kerk het Avondmaal niet meer te bedienen en Koelman's afkeer van de formulieren bewijzen de invloed.

Die invloed van de Labadie heeft trouwens nog lang nagewerkt in cle kerk. Zelfs bij Kuvper, twee eeuwen later, vinden we aspecten die aan het Labadisme herinneren: de liefdeloze kritiek op „cle misleide massa van cle volkskerk" en de overschatting van de wedergeboren mens. Kohlbrügge, die ook zo onheus door de kerk was bejegend, had er méér van begrepen, na z'n „tweede bekering: " „De wet is geestelijk, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde."

Het beeld is al oud, maar toch wel juist: Waren de mensen van de Nadere Reformatie sterren, die blijven lichten aan de kerkhemel, de Labadie was een komeet, die snel opkwam en weer even snel verdwenen was.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1959

Daniel | 8 Pagina's

Jean de Labadie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1959

Daniel | 8 Pagina's