Buig voor Mij neder
i.
Gij zegt: „Ik ben uw Heer, buig voor Mij neder." Die roepstem komt tot ons met volle kracht, want Gij, omgord met ? najesteit en macht, hebt lust in 't leven van een overtreder.
Gij hebt gebogen als de Plaatsbekleder, toen alles U verliet in donkre nacht, en van Uw lippen klonk „Het is volbracht" — Verloste ziel, keer tot uw rust nu weder!
Hoe zullen wij, die buigen voor de goden van eigen maaksel, voor U buigen gaan; die overtreders zijn van Uw geboden? ....
Doe ons Uw roepstem innerlijk verstaan, verbreek ons hart en lenig onze noden, zie ons in gunst en in ontferming aan.
II.
Gij hebt het recht Uw schepsel te gebieden, Uw macht gaat over al wat leeft op aard: Eén enkel woord en alles moet geschieden, Uw grote stem maakt mens en vee vervaard.
Uw schelden doet de wilde waatren vlieden, Uw wil hebt Gij ons in Uw Boek verklaard: Vergaan zal élk, die tegenstand durft bieden, wie U belijdt zal zeker zijn bewaard.
Wij hebben duisternis voor licht gekozen, toen wij vrijwillig knielden voor de Bozen .... Wil 't juk verbreken, dat ons pijnt en kwelt.
Doe ons oprecht de eigen wil verzaken, kom in ons duister hart Uw woning maken, opdat Uw Beeld weer zuiver werd hersteld.
(Naar aanleiding van een preek van Frederik van Houten over Psalm 45 : 12b).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1959
Daniel | 8 Pagina's