Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het roomse concilie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het roomse concilie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDKIJK

Het zal onze lezers bekend zijn dat vorige week het roomse concilie te Rome is aangevangen. In pers en via de radio wordt er breed over uitgewijd, de Oecumenische Raad van Kerken heeft zelfs tot voorbede voor dit concilie opgeroepen. Duidelijkheidshalve moet gezegd, dat in de tijd van de reformatie enkele concilies van de oud-christelijke kerk werden erkend; men denke maar aan de uitspraken van de kerkvergadering van Nicea, anno 325 gehouden, waar de geloofsbelijdenis van Nicea werd aanvaard. Ook de kerkvergadering van Constantinopel (381) is door de reformatie erkend; de uitspraken daarvan vinden we nog terug in de geloofsbelijdenis van Athanasius. In de later gehouden kerkvergaderingen kon de reformatie zich niet meer vinden omdat meer en meer de roomse dwalingen inslopen; op het concilie van Trente werd zelfs de reformatie veroordeeld. Het laatste concilie is in 1870 gehouden, waar de onfeilbaarheid van de paus werd vastgesteld. Zijn leeruitspraken had de gehele (roomse) kerk te aanvaarden.

Gezien het onfeilbare gezag van de paus had men in roomse kringen geen concilie meer verwacht en de aankondiging er van bracht in de rooms katholieke wereld wel enige opschudding.

Tot het bijeenroepen van een concilie moet een reden zijn; Paus Johannes XXIII beriep zich voor dit concilie op „ingeving van de Allerhoogste." De paus alleen heeft het recht tot samenroeping van een concilie, hij kan het verdagen of ook wel ontbinden. De besluiten die genomen worden, worden door hem bekrachtigd. Drie en een half jaar zijn verlopen sinds de uitschrijving; bleek bij de eerste aankondiging het motief te zijn „hereniging van kerken en herstel van de christelijke eenheid" — achteraf gezien schijnt het concilie een ander doel te hebben n.1. „de grotere bloei van het katholieke geloof, de vernieuwing van het christelijk leven en de aanpassing van de kerkelijke tucht aan de behoeften en omstandigheden van deze moderne tijd." In de encycliek van de paus wordt verder gezegd: „Het concilie zal een heerlijk schouwspel bieden van waarheid, eenheid en liefde en door dit schouwspel zullen, naar wij vertrouwen ook zij, die van deze apostolische stoel zijn afgescheiden, zich gedrongen voelen om de eenheid, die Jezus Christus zo vurig van Zijn hemelse Vader heeft afgesmeekt, te zoeken en te verwezenlijken." De hereniging van kerken is dus volgens de paus alleen maar te vinden in terugkeer tot de heilige moederkerk. Dat blijkt ook wel uit de

geloofsbelijdenis voor het concilie

die de bisschoppen voor de aanvang van dit tweede Vaticaanse concilie moesten afleggen, en die als volgt luidt. Ik, N.N. geloof en belijd in vast geloof alles wat de geloofsbelijdenis bevat, die de heilige roomse kerk gebruikt, namelijk: (hier volgt dan de geloofsbelijdenis van Nicea) vervolgens:

Ik aanvaard de apostolische en kerkelijke overleveringen en de overige gebruiken en regels der kerk.

Ik erken de Heilige Schrift zo als de heilige moederkerk haar hield en houdt. Haar is het oordeel over de ware zin en de verklaring der heilige schriften voorbehouden. Nooit zal ik haar anders opvatten en uitleggen dan volgens de eenstemmige opvattingen der vaders.

Ik belijd ook, dat er in de ware en eigenlijke zin zeven sacramenten van het nieuwe verbond zijn, die door Jezus Christus zijn ingesteld tot heil van het menselijk geslacht. Alles wat in het concilie van Trente over de erfzonde en de rechtvaardiging is vastgesteld, neem ik geheel aan.

Ik belijd verder, dat aan God in de mis een waar, eigenlijk een verzoenend offer wordt gebracht voor de levenden en de doden....

dat in de eucharistie een verandering der gehele broodsubstantie in het lichaam en der gehele wijnsubstantie in het bloed van Christus plaats vindt; deze verandering noemt de katholieke kerk transsubstantiatie. ..

Ik houd vast, dat er een vagevuur is..

Ook bevestig ik, dat door Christus aan de kerk de volmacht is gegeven over de aflaten en dat haar gebruik de kerk grote zegen schenkt . .ik beloof en zweer ware gehoorzaamheid jegens de paus de stedehouder van Christus. ..ik neem zonder twijfel aan wat in het Vaticanum vastgesteld wordt over de voorrang van de bisschop van Rome en diens onfeilbare leergezag. .. dat ware katholieke geloof, zonder hetwelk niemand kan worden gered, dat ik hier vrij belijd., zal ik met Gods hulp tot aan de laatste adem van mijn leven belijden..

Wij kunnen niet anders dan ons verbazen over de oproep die aan protestantse kerken is gedaan om voor dit roomse con_ cilie te bidden „dat de Heilige Geest allen zal leiden die er verantwoordelijkheid voor dragen!" In de oproep van de Oecumenische Raad van kerken in Nederland wordt gesteld, dat men „elkander aanvaard, zoals ook Christus ons aanvaard heeft tot verheerlijking Gods." (Rom. 15 : 7). Het komt dus op hetzelfde neer, als wat dr. Abraham Kuiper over Rome zei: Stoelen op een en dezelfde wortel des geloofs!"

Rome is niet veranderd, het is nog altijd een valse kerk en onze vaderen noemden haar de antichrist.

Goed en bloed heeft men er voor veil gehad om de valse leugenleer van Rome te bestrijden; het is een slag in het aangezicht van de reformatie om met Rome aan te pappen, zoals men dat thans doet! Als men de dwalingen leest, in de geloofsbelijdenis van de bisschoppen, mocht de bede wel zijn dat Rome van zijn dwaalleer werd verlost en er een onvoorwaardelijk buigen kwam voor het Woord van God. Instede van dat is er een erkenning van de valse leer, van het on-en bijgeloof, omdat Rome naast de verering van Maria en al de heiligen gelooft in de Drieëenheid Gods.

Droeve zaak! De protestants geworden roomse priester ds. Hegger schreef in het maandblad „In de rechte straat" van oktober, dat terwille van de oecumene in de Heidelbergse Catechismus diende te worden geschrapt dat de roomse mis een „vervloekte afgoderij" is. Dat woordje vervloekt is krenkend voor de roomsen, dat moet er maar uit! Op het concilie van Trente werd wel de reformatie vervloekt, maar men moet geen kwaad met kwaad vergelden Men moet het niet zo scherp stellen. „Ai, werp het Rijk van Satan neer" mag men niet meer bidden. En Rome lacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1962

Daniel | 8 Pagina's

Het roomse concilie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1962

Daniel | 8 Pagina's