De vrijwillige dienstneming
In het vorige artikel besprak ik enige opmerkingen die een militair uit Middelburg maakte naar aanleiding van het onderwerp „opleiding".
Onze Middelburgse krijgsman had echter nog enkele vragen die hij graag in Daniël besproken zag.
Eén van zijn vragen gaat over de vrijwillige dienstneming en wel in het bijzonder het worden van kort verband vrijwilliger (KVV'er).
Daar hij niet schrijft wat hij precies hierover wil weten, neem ik aan dat hij bedoelt of er bezwaren zijn tegen deze vorm van dienen. Ik wil daarom in dit artikel slechts enkele opmerkingen over dit onderwerp maken. Het beschrijven van alle rechten en plichten zou te veel ruimte in beslag nemen.
Het vrijwillig dienstnemen, het beroepsmilitair worden dus, is bij velen al vaak een onderwerp van bespreking geweest. AI verschillende keren heb ik gesprekken hierover gehoord en telkens valt het me dan weer op dat men er vaak zo geringschattend over spreekt, zo van: „Hij kon niets anders worden en daarom is hij maar beroepsmilitair geworden." Hetzelfde zou de beroepsmilitair kunnen zeggen van een timmerman, metselaar, metaalbewerker enz., maar dit gaat, volgens de beweringen, in dit verband niet op. Voor mij overigens onduidelijk.
Wat de oorzaak is van deze en soortgelijke opmerkingen heb ik nog nooit goed kunnen begrijpen al merk je vaak in de gesprekken wel de gedachte: „Die militaire dienst is eigenlijk niets en helemaal niet voor jongens van onze richting."
Andere motieven die dan verder nog worden aangevoerd zijn bijv.: „Er wordt in dienst alles gedaan om de jongens van God en Zijn dienst af te trekken" enz.
Ten bewijze van al deze redeneringen worden diverse verhalen verteld van hetgeen onze jongens in dienst hebben meegemaakt. Ik heb al veel van deze verhalen gehoord en, helaas, twijfel ik vaak aan de waarheidsliefde van de vertellers.
Ik meen dat zulke gesprekken en verhalen er aan meewerken om de militaire dienst in een minder gunstig daglicht te stellen, waardoor het kiezen van een militair beroep, vooral voor jongens van onze richting, moeilijk wordt gemaakt. Natuurlijk moet de a.s. militair, 't zij dienstplichtige of vrijwillige, gewezen worden op hetgeen hem in de dienst te wachten staat, op de gevaren, in welke vorm ook, die hem zullen omringen. Hij moet dus voorgelicht worden, maar dan op een eerlijke wijze.
In dit verband moet ik denken aan de gelijkenis die de Heere Jezus vertelt over de farizeeër en de tollenaar. Ik geloof dat we zo vaak farizeeër en zo weinig tollenaar zijn.
Uit ervaring weet ik dat er zich in de militaire dienst vele problemen kunnen voordoen. Wij weten dat waarschijnlijk allemaal wel, dus een reden te meer om, vooral t.o.v. de vrijwillige dienstneming, één en ander van te voren goed in overweging te nemen.
Ga je vrijwillig in dienst, met de bedoeling van het militair zijn je beroep te maken, doe dan je best te blijven die je bent.
In deze rubriek heb ik al eens eerder gezegd: „Hang niet met je burgerkleding tegelijk je opvoeding en principes in de kast". Laat zien hoe en waarbij je bent opgevoed en geef eerlijk verslag van je ervaringen. Wanneer je zo dient zal niemand bezwaren hebben tegen vrijwillige dienstneming.
Voor de KVV'er liggen de zaken eigenlijk precies hetzelfde, alleen met dit verschil. De beroepsmilitair kiest de militaire dienst als „vak" en dat doet de KVV'er beslist niet. De KVV'er verklaart zich bereid een verbintenis voor een bepaalde tijd met het rijk aan te gaan om nog enige tijd te blijven dienen. Als tegenprestatie geeft het rijk de KVV'er daarvoor een flinke beloning (premie).
De premies zijn uiteraard verschillend. Ze zijn afhankelijk voor rang of stand van de militair en van de periode van het verband. Ik ga hier verder niet op in. Iedere selectie-officier kan je al die gewenste inlichtingen geven. Eén punt wil ik beslist wél noemen en wel dit: Waarom wil je KVV'er worden?
Het merendeel der KVV'ers blijft dienen omdat zij door middel van de premie, hun studiekosten kunnen betalen. Een ander gedeelte echter blijft dienen in een kort verband met de bedoeling een zo gemakkelijk mogelijk leven te krijgen en daarbij een beetje geld op de koop toe. Maak nu zelf maar uit welke reden goed is.
Bedenk echter bij het sluiten van een verbintenis als KVV'er en realiseer je dit goed: „Sta je, door het aangaan van dit korte verband mogelijk de ontwikkeling in je oorspronkelijke of nog te kiezen beroep in de weg? " Zo neen, dan is er m.i. geen enkel bezwaar dit verband aan te gaan, maar wanneer het antwoord op deze vraag bevestigend klinkt, ga dan aan het eind van je dienstplicht naar huis, laat je niet weerhouden door wat geld, maar ga je opnieuw en verder bekwamen in je beroep.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1963
Daniel | 8 Pagina's