Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jean Paul Sartre

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jean Paul Sartre

6 minuten leestijd

4. (Slot).

Op 't gevaar af dat dit laatste artikel over Sartre als slaapmiddel gaat werken, wil ik toch zoeken naar een theoretisch min of meer afgerond geheel, in de hoop dat er bij de lezers toch nog mensen zijn die zich voor meer dingen interesseren dan alleen voor hun „zilvervloot".

Men dient wijsgeren tenslotte in de gaten te houden. Wijsgeren waren het die de Kerk cloor cle eeuwen heen aangevallen hebben, wijsgeren waren het ook die haar verdedigd hebben. Van deze laatsten noemen we Augustinus, de meest menselijke kerkvader volgens Brom, en Calvijn. Ook mogen we niet vergeten dat iemand als Comrie, doctor in cle filosofie was. Nietsche, de filosoof van de anti-christ, heeft bij wijze van posthume wraak op cle Christenheid via het Duitse Nationaal-Socialisme de wereld in 1940 in brand gestoken. Allemaal tekenen die er op wijzen clat we de wijsgeren niet, met cle vinger naar het voorhoofd wijzend, klakkeloos voorbij kunnen lopen.

Opvallend is dat Sartre, naar een verslag in „Trouw", geen existentialist genoemd wil worden. In de eerste plaats voelt hij clat natuurlijk als een beperking van zijn vrijheid. Hij wil niet opgesloten worden in de ijzeren kooi van een strakke systematiek. Vervolgens is echter ook, als weergave van de ideeën van Sartre, de term „existentialisme" eigenlijk ongelukkig gekozen omdat het Latijnse grondwoord „exsistere" (gaan staan, voor cle dag komen) nu eenmaal bestaan ziet als „gericht zijn op iets anders, iets buiten de mens." En Sartre wil „bestaan' alleen maar zien als „er zijn". Vandaar dat men in verband met het grondwoord ook wel spreekt van in - existentialisme. Voor velen is dit alles niet meer dan een spel met woorden, een nutteloze hersengymnastiek van een of andere buitenissige persoonlijkheid. De geheime gedachte, die achter deze dingen schuil gaat, ontgaat hen. Zij zien niet dat bij Sartre opnieuw de oerzonde van de mens, het als God willen zijn op een brute wijze vorm aanneemt en gepropageerd wordt. Sartre noemt niet voor niets de mens „een mislukte god."

We zagen eerder, dat Sartre zich, ondanks zijn atheïsme, een voorstelling van God gemaakt heeft. Hij stelt zich God

voor als een geest, die Zichzelf volkomen genoeg is, Die zich alleen met Zichzelf bezighoudt, Die zich niet met de mens of de andere schepselen inlaat. Iemand die zijn eigen wetten schept zonder Zichzelf daar aan te binden en Die alleen verantwoordelijk is ten opzichte van Zichzelf. Dit Godsbeeld wil Sartre aan de mens van vandaag opdringen. Je kunt als God zijn. Je behoeft alleen maar alles wat menselijk is in je en aan je te „vernietsen": tot niets doen worden. Pas dan kun je echt „bestaan." De hocus-pocustaal van Sartre: „Zijn is niet-Zijn", moet in de grond der zaak zó gelezen worden: als God zijn is: niet-mens zijn, is je menszijn teniet doen. De mens is een mislukte God (un Dieu manqué) omdat hij deze hoge top nooit volkomen bereiken kan.

Het existentialisme van Sartre is dan ook alleen in zoverre een humanisme als men daaronder verstaat de vergoddelijking van de mens, door afbraak en vernietiging van al het menselijke. De existentialisten zijn dan ook in feite de slopers van de Westerse cultuur, maatschappij en godsdienst.

Een bitter sarcasme sijpelt door de woorden van prof. J. Huizinga heen, wanneer hij in het nu volgende citaat uit „In de schaduwen van morgen" (de cultus des levens, hfdst. 11) spreekt over het existentialisme:

„Het komende geleerde modewoord voor beschaafde kringen zal ongetwijfeld „existentiëel" zijn. Ik zie het overal reeds opschieten. Het zal spoedig bij het grote publiek belanden. Wanneer men om zijn lezer te overtuigen, dat men de dingen beter snapt dan zijn buurman, lang genoeg „dynamisch" heeft gezegd, zal het „existentiëel" zijn. Het woord zal dienen om de geest te plechtiger te verzaken, een belijdenis van maling aan al wat weten en waarheid is."

De ideeën van Sartre kan men als volgt samenvatten: het bestaan is Absurd. De enige opgave voor de mens is dan ook te Existeren (zelf zin geven aan het bestaan door het zelf te scheppen). De mens is echter ook Vrijheid. Terwille van de Vrijheid moet hij voortdurend aan zichzelf ontsnappen, zichzelf „vernietsen'. Menselijk kunnen en weten gaan ons niet aan. Er is geen God, zegt Sartre, daarom is de mens volkomen Autonoom. Diep in de mens leeft de Angst. De Angst wijst erop dat de mens niet op de goede manier bestaat. De Angst dwingt hem tot terugkeer naar de oorspronkelijke Vrijheid en Autonomie. Wanneer de terugkeer tot de Vrijheid en Soevereiniteit niet voldoende verwerkelijkt wordt, ontstaat de Walging als afweer van het bewustzijn. De mens is alleen Verantwoordelijk ten opzichte van zichzelf. Alle streven naar Vrijheid en Soevereiniteit is een Illusie: het hoogtepunt kan nooit bereikt worden. De sombere dreiging van de Dood hangt boven ons hele leven. De mens is ten ondergang gedoemd. Alles loopt uit op

de Dood. De Dood is het eind van alles. Als een held moet de mens echter toch blijven „Existeren" in „Vrijheid" en „Autonomie".

De noodlottigheid van het mens-zijn bij Sartre drukt als een loden last. „Existeren" is niet meer dan een krampachtige poging tot zelfverlossing van een wanhopig eenzame met als enige vooruitzicht de dood.

Hoe rijk zijn zij hiertegenover, die langs bevindelijke weg de nooit aflatende zekerheid gekregen hebben dat er een God is, die een beloner is dergenen die hem zoeken, dat er een God is die het oog op hem geslagen houdt, ook in hun diepste falen, ook in hun grootste ongeluk. Hoe gelukkig zijn zij hiertegenover, die, verlost van zonde, dood en hel, de dood mogen zien als een tunnel naar het eeuwig zalig land. Welk een grootse taak voor de knechten en kinderen Gods om in deze moderne wereld, die schreeuwt van eenzaamheid en ellende, het Evangelie van Jezus Christus te brengen. Een Evangelie van troost, vrede en gelukzaligheid in een troosteloze wereld, vol onvrede en besloten onder de vloek der rampzaligheid.

A. Oudenaarden.

LITERATUUR:

Uit: Denkers van deze tijd: Sartre - Dr. S. U. Zuidema.

Uit: Grote denkers van Hellas tot heden: Jean Paul Sartre; Kruseman en Rispens. Wat is existentialisme? Dr. Bernard Delfgaauw.

Riskante filosofie Prof. Dr. C. A. van Peursen.

Uit: Geschiedenis van de filosofie dl. 2: Existentie _ filosofie, Hans Joachim Störig. Uit: In de schaduwen van morgen: de cultus des levens hfdst. 11 - J. Huizinga.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1963

Daniel | 8 Pagina's

Jean Paul Sartre

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1963

Daniel | 8 Pagina's