De wederkomst des Heeren

De laatste jaren is de aandacht van de christenheid meer dan voorheen gericht op de Wederkomst des Heeren en wat daaraan onmiddellijk voorafgaat. „Eschatologie" dreigt een modewoord te worden.

Het is goed ons te bezinnen op deze dingen, vooral nu door toedoen van allerlei sekten vele onschriftuurlijke gedachten opgang maken.

Twee zaken houden met de Wederkomst des Heeren nauw verband: le. de leer van het duizendjarig rijk, 2e de beschouwingen over de antichrist.

De leer van het duizendjarig rijk vindt — vooral in onze tijd 0 " — sterke verdedigers. Is er in de: bedeling, vóór de komst van Christi op de wolken, vóór dat de nieuwe h< ^el en aarde zal komen, nog een vrederijk te verwachten? Een gouden eeuw vol welvaart en vreugde? Het chiliasme geeft hierop een bevestigend antwoord.

Het woord chiliasme komt van „chilios" = duizend.

Wat leren de aanhangers van deze leer van het duizendjarig rijk? Bij onderlinge verschillen, zijn de hoofdtrekken een tweeërlei wederkomst van Christus. Vóór het laatste oordeel verschijnt Jezus in een eerste wederkomst, die een geheel ander karakter draagt. Die eerste wederkomst is er niet op gericht te oordelen de levenden en de doden, maar om Satan te binden. In die duizend jaar zal satan geen verleidende kracht onder de volken oefenen. Als Christus daarvoor op de aarde is gekomen blijft Hij hier op aarde om te regeren. Hij zal Zijn troon vestigen; alles zal voor Hem buigen. En niet alleen Christus zal regeren, maar mèt Hem die deel hebben aan de eerste opstanding.

De chiliasten leren namelijk ook tweeërlei opstanding. De tweede is de algemene opstanding op de jongste dag. De eerste is de opstanding uit de dood van gestorven gelovigen. Op dezelfde aarde waar deze werden verdrukt en bespot, zullen ze 1000 jaar het feest vieren van Christus' Koningschap.

Na die 1000 jaar houdt dat op, gaat Christus naar de hemel en heeft de satan vrij spel.

Dan komt de bange eindstrijd en zal de duivel alle volken mobiliseren tegen God en de Kerk.

Dat is in 't kort de leer van het chiliasme. Ze verwachten een heerlijke tijd, waarin de gelovigen met Christus zullen heersen.

Deze gedachte is er altijd geweest en heeft bijv. sterk gebloeid bij de christen-joden in de eerste Christelijke gemeente, toen zij werden vervolgd en verjaagd.

Wij vinden deze gedachten ook bij de kerkvaders Papias, Ireneus, Latantius. Ook bij de wederdopers. En later na de reformatie bij Spener, de Labadie, Piscator, Alstedt, Coccejus, Vitringa en in zeer gematigde zin bij Brakel. In de vorige eeuw bij Da Costa, van Oosterzee, Chantepie de la Saussaye, Gunning, Joh. de Heer en bij Darbisten, Irvingianen, Mormonen, Adventisten en Jehova's getuigen, die alle zulk een 1000-jarig rijk verwachten.

Hoe komt men daaraan? Men heeft dit ontleend aan Openbaring 20. Daar leert men dat de draak, de oude slang, de duivel in de afgrond wordt geworpen voor 1000 jaren. Johannes ziet de zielen van de ontslapenen, die als Koningen met Christus heersen.

Toch is de leer van het 1000-jarig rijk in geen enkel opzicht op Gods Woord gegrond. Ook niet op Openbaring 20. Deze leer is niets dan fantasie. Gods Woord weet er niet van. Is er dan geen 1000-jarig rijk? Zeker! Openbaring 20 spreekt daarvan. Maar het is niet iets wat in de toekomst komt. Wij leven er in, in dit 1000-jarig rijk. Want het 1000jarig rijk is de tijd van de Christus-regering, de tijd dus, die er ligt tussen Diens hemelvaart en Zijn wederkomst.

Ja maar, dit klopt niet met 1000 jaar. Dat duurt nu toch al langer? De getal-

len in Openbaring moeten echter nooit letterlijk opgevat worden, zijn symbolisch.

1000 is een veelvoud van 10; 10 x 10 x 10. 10 is in de symboliek getal van de volkomenheid. Het 1000-jarig rijk zal zo lang regeren, totdat Gods raad met kerk en wereld volkomen is vervuld. Daar leven wij nu midden in. Zo staat het ook in Openbaring. Gedurende die tijd is Satan gebonden. Maar nu toch niet? Ja, op het ogenblik is hij gebonden. Wel niet zo, dat hij in het geheel geen kwaad kan aanrichten.

De Engel greep hem.... enz., opdat hij de volken niet meer verleiden zal. Verder is hij vrij. Met „volken" wordt in het N.T. bedoeld de heidenvolken die vervreemd zijn van het burgerschap Israëls. In dat opzicht is hij dus gebonden dat hij de volken niet verleiden kan om de kerk te verwoesten. De hemelvaart is het begin van het duizendjarig rijk. Als Satan niet gebonden was had de kerk, een klein stekje midden in de wereld, al lang niet meer bestaan. In de tijd dat de kerk bestaat, kan die kerk niet worden uitgeroeid. Neen, in tegendeel het Evangelie behaalt overwinning op overwinning.

Verder is Satan niet gebonden als zou hij de kerk niet kunnen benauwen. „Volken verleiden" wil zeggen dat hij ze niet kan gebruiken om de kerk te vernielen. Wat de gelovigen, die zullen opstaan, betreft: Johannes spreekt niet ziende op de toekomst, maar doelt op hen die in de hemel op de troon zaten, hij zag de „zielen", niet de lichamen. Hij (Joh.) ziet dat ze leven en met Christus regeren. De overigen der doden werden niet weder levend; die zijn in de eeuwige dood.

Totdat.... en dan zullen ook de verlorenen opstaan. Met de eerste opstanding wordt dus bedoeld de hemelvaart van de ziel; met de tweede opstanding de voltooiing op de jongste dag van de eerste opstanding.

Het Woord van God weet niet van een Chiliasme, maar van één komst om te oordelen levenden en doden.

In dat Woord wordt nooit gesproken op een wijze als zou er een heerlijke toekomst hier op aarde komen, nooit over een gouden tijd, maar wel over zware tijden. Troost U nooit met iets op aarde; er is alleen maar een toekomst hier boven.

De Chiliasten vergissen zich.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen