Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MARTIEN BEVERSLUIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MARTIEN BEVERSLUIS

4 minuten leestijd

28 maart 1894 - 28 maart 1964

Over deze dichter is meermalen geschreven in deze rubriek. Verscheidene gedichten zijn besproken en wij hebben toen wel kunnen bemerken, dat er iemand aan het woord was, die wist wat hij zei; die de taal kon smeden door ritme en klank, door beelden en maat, tot een prachtig geheel, veelal met diepe inhoud.

Deze dichter hoopt 28 maart 70 jaar te worden, de leeftijd van de sterken. Zonder overdrijving kunnen wij wel zeggen, dat hij de grootste van de nu levende nederlandse dichters is. Er wordt in onze tijd veel op de boekenmarkt gebracht, dat het drukken niet waard is en dat leidt tot een degradatie van de poëzie en maakt, dat de mensen een afschuw krijgen van alles wat maar gedicht heet. Daar komt nog bij, al zouden wij de moderne poëzie kunnen uitpuzzelen, dat er schier geen inhoud in zit, althans een inhoud van weinig waarde en die veelal spot met alles wat waar en zuiver is. Neem bijvoorbeeld de dichter A. Roland Holst, die laatst vijf en zeventig werd en door de pers als een groot kunstenaar wordt geprezen. Toegegeven, hij is een bekwaam dichter, maar de inhoud van zijn werk is zo uitzichtloos. Hij constateert iets, drukt het vaak met fraaie beelden uit, maar daar blijft het dan ook bij. In deze rubriek is van deze dichter „Gefaald" besproken, uit de bundel „Onder koude wolken". Daar hoorden we de schreeuw uit het azuur, de stem van verschrikking, die ons mensen vervaard kan doen worden, maar verder is het uitzichtloos. De dichter stoot niet door tot het eeuwige, tot Hem, Die alle macht bezit in hemel en op aarde en Die alles regeert naar Zijn wijze Wil.

Bij Beversluis is dit anders. „Zonder God en zonder Christus, " heeft hij gezegd, „is geen kunst voor mij van waarde." De jarige dichter schreef al op twaalfjarige leeftijd kleine liedjes. Dat waren, naar zijn zeggen, waardeloze probeersels. Hij trachtte Beets, Ten Kate, Bilderdijk later na te bootsen, bekoord door de muziek en het ritme van de taal. In contact gekomen met Frederik van Eeden, had hij zijn weg gevonden. Deze bekende „tachtiger" publiceerde zijn eerste gedichten in de „Groene Amsterdammer". Beversluis was toen 17 jaar.

Sindsdien zijn er veel bundels van hem verschenen en ook tragedies. Tot op heden werkt hij nog steeds. Zijn laatste dichtbundels werden uitgegeven bij Callenbach, Nijkerk. Enkele jaren terug verscheen bij J. H. Kok N.V. te Kampen het prachtige boek „Het zingende woord", een inleiding tot de dichtkunst en haar techniek. Ieder, die zich interesseert voor poëzie, moet dit werk beslist lezen en bestuderen. Scholieren van de middelbare scholen zouden veel meer interesse voor de dichtkunst hebben, als ze „Het zingende woord" hadden doorgewerkt.

Hoe Beversluis denkt over de experimentele poëzie, kan in 't vervolg hier nog wel eens tersprake komen.

Over zijn tragedies zou veel te zeggen zijn. Neem alleen maar „De Hamer Gods", een treurspel in verzen over Girolamo Savonarola. Aan het slot lezen we:

God was door zijn mond ons tot een teken. God legde op zijn tong Zijn dreigement. Hij werd de Hamer die Baal moest breken. Hij werd de popel in dit aards torment — O! had dit volk zich meer tot Hem gewend, die hem de storm gaf en het vuur tot spreken! En had de Kerk maar Haar profeet erkend, de valse minnaars van zich afgestreken! Was niet de Broeder in zijn vaart bezweken en door de slinkse wingert aan zijn voet, wier ranken beurtlings teisteren en smeken, volkswil, de woede en d' overmoed; hoe had de geest van Pinksteren gewoed, als het gedruis bij 't opsteken der winden.

Maar zij ontgrepen hem de hamer tot die lag verslingerd tot een beet der vonken — — En 'k zie nog wanhoop over angst en spot. Nog Rome schitteren! maar in mist verzonken.

Er zou veel te citeren zijn uit de talrijke bundels, die Beversluis liet verschijnen. Verscheidene beleefden een tweede of derde druk en zijn uitverkocht. Laat ik besluiten met een paar strofen uit „Pinkstergedachten", nog maar pas geschreven en (nog) niet uitgegeven:

De adem Gods kwam nedervaren, doorvloog de tempel waar zij waren en schudde die! Het vuur sloeg als een bliksemschicht hun sluimerende geest tot licht en profetie!

Zij stonden of uit iemands hand de sulfer uitspat en ontbrandt de kaars daaronder. Hun leven werd hoog overblikt, hun ogen vuurden, als verschrikt door 't wonder.

Zo springt een ijsbloem in de nacht uit wind en water onverwacht aan 't raam. Zo klimt een leeuw'rik uit het veld en roemt, daar 't uit zijn keelken welt, Gods Naam.

Kent u het onverwoord geluk, dat scheurt opeens de nevel stuk voor korte tijd? Gij zijt verzoend met ieder lot — Gij kunt alleen maar staam'len „God!" — en schreit —

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1964

Daniel | 8 Pagina's

MARTIEN BEVERSLUIS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1964

Daniel | 8 Pagina's