GRAAF JAN VAN NASSAU
I
„Met zijner vaadren goed. Verbond Graaf Jan zich zelf en zijner zonen bloed", zegt Da Costa. En zo was het ook. Graaf Jan van Nassau was een grote steun voor zijn broer, prins Willem van Oranje. Ook hij heeft alles voor het heil der Nederlanden over gehad en dan wel in het bijzonder had hij het geestelijk heil van de Lage Landen aan de Noordzee op het oog. Jan van Nassau was de tweede zoon van Willem van Nassau. Hij werd geboren in 1535 en was dus twee jaar jonger dan prins Willem. Het Nassause bloed verloochende zich in hem niet. Hij ging zelfs zover dat hij een groot deel van zijn bezittingen in Duitsland beleende om de Prins van geld te kunnen voorzien.
Drie van de vijf broers hadden in 1574 reeds het leven verloren voor de zaak der Nederlanden. Eerst sneuvelde Adolf, daarna Lodewijk en Hendrik. Willem en Jan bleven alleen over. De onderlinge band werd er steviger door. Voortdurend bleven de beide broers met elkaar in contact. Het opvallende is dat de oudere Willem steeds zijn nood klaagt aan Jan. Ook zoekt hij troost bij zijn moeder, Juliana van Stolberg. Zijn broer wordt er echter altijd bij betrokken. Dit blijkt wel uit de bekende brief die de Prins van Oranje na de slag op de Mookerheide aan graaf Jan heeft geschreven: „Ik belijd U, dat ik nooit iets ondervonden heb, dat mij meer leed doet en inniger spijt, doch we moeten ons onderwerpen aan de wil van God en zulk een vertrouwen hebben op Zijne goddelijke voorzienigheid, dat Hij, Die het bloed van Zijn Enigen Zoon niet heeft gespaard, om Zijn kerk te bewaren, niets zal doen dan wat dienen kan tot uitbreiding van Zijn roem en bewaring van Zijn kerk, al schijnt het ook in het oog der wereld een onmogelijke zaak. En al zouden wij allen komen te sterven, en al zou het gehele volk worden vennoord of verjaagd, deze zekerheid moeten wij altijd hebben, dat God de Zijnen nooit zal verlaten, waarvan wij heden ten dage zulk een merkwaardig voorbeeld in Frankrijk zien, waar na de gruwelijke moord van zoveel edelen ieder meende, dat het einde en de algehele uitroeiing van de (hervormde) godsdienst nabij was, terwijl wij nu zien dat zij bij vernieuwing meer dan ooit het hoofd hebben opgeheven, terwijl de koning zich in meer moeite en ellende bevindt dan ooit te voren. Wij hopen, dat de Heere onze God, Wiens arm niet verkort wordt, van Zijn macht en Zijn mededogen jegens ons zal gebruik maken."
In het jaar 1577 verliet Graaf Jan de vertrouwde Dillenburg en kwam naar de Nederlanden. In hetzelfde jaar vergezelde hij Prins Willem naar Brussel. Een jaar later werd de sympathieke Calvinist benoemd tot Stadhouder van Gelderland.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1964
Daniel | 16 Pagina's