Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een rubriek voor en van onze jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een rubriek voor en van onze jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste keer dat onze rubriek in ons blad stond hebben jullie kunnen lezen van de prijswinnaars van de vragen. Hebben allen hun boek ontvangen? En was het naar de zin? Twee vragen, waarop ik maar van enkelen een antwoord heb ontvangen. Slechts enkelen hebben de moeite genomen even een briefje te pennen. Ik zal nu maar aannemen, dat al mijn klantjes tevreden waren. Jullie hebben wel bemerkt, dat we twee keer rust genomen hebben, maar nu moeten we toch weer verder gaan. O ja, voor ik het vergeet moot ik nog even de twee namen geven van winnaars. Het bleek achteraf dat Leen Bosschaart uit Nieuwerkerk aan de IJssel en Nelleke Terlouw uit Soestdijk ook al de honderd vragen goed beantwoord hadden. Zij hebben inmiddels ook een boek ontvangen.

En dan gaan we nu weer eens kijken of er nog nieuws is van de een of ander. Ja, ik heb toch nog een heel prettige mededeling. In de vakantie heb ik een kaart gehad van twee oude bekenden en wel een trouwkaart. Ina de Meulmeester en Jan Walhout uit Middelburg zijn op 20 augustus in het huwelijk getreden. Ik vind het erg leuk dat jullie mij een kaart stuurden en ik vermoed dat deze voor al jullie en mijn „Daniël"-vrienden bestemd was. Daarom feliciteer ik jullie nog heel hartelijk namens al onze lezers en we wensen jullie veel geluk en voorspoed toe, maar bovenal is onze hartewens dat de Heere in jullie verbond mag zijn opgenomen; een drievoudig snoer wordt niet licht verbroken. Jullie namen hebben dikwijls in ons blad gestaan onder een opstel of een gedicht en nu staan ze er ook in, maar anders. Ik vind het erg leuk dat twee van mijn medewerkers zo verenigd zijn. Al zijn jullie nu man en vrouw, toch denk ik, dat jullie nog dikwijls onze pagina zullen lezen, want het spreekt vanzelf, dat jullie ook in Nieuwdorp abonnee zijn op „Daniël".

Een Bijbels opstel DANIëL IN DE LEEUWENKUIL

Daniël was een man van de gevankelijk weggevoerden van Juda. Darius was nu koning over hem en als je de koning niet aanbad werd je gestraft.. Maar Daniël aanbad de God zijner vaderen. Dit hadden enige mannen uit Babel gezien en deze gingen triumfantelijk naar de koning en zeiden: Koning hebt U niet in Uw wet gezegd dat niemand in dertig dagen iets aan enig God of mens mag bidden dan aan U? Ja, zei de koning, dat is waar. Maar waarom vragen jullie dat? Wel Daniël heeft het gebod overtreden en aanbidt zijn God. Darius schrikt ervan, hij begrijpt dat het een listig plan is geweest, want die mannen hadden een hekel aan Daniël, omdat hij hoog bij de koning stond aangeschreven. Darius wringt de handen van spijt, maar toch moet hij zijn eigen gebod volbrengen en Daniël moet in de leeuwenkuil. Nu moet Daniël, zijn trouwe knecht, sterven door zijn schuld. Daniël wordt gehaald en ze laten hem in de kuil zakken bij de hongerige leeuwen. Wat hebben zijn vijanden nu een pret. De koning loopt met gebogen hoofd terug naar zijn paleis. Dan wordt het stil om de leeuwenkuil en de nacht valt....

De volgende morgen gaat de koning stilletjes naar de leeuwenkuil. Het is nog erg vroeg en de velden zijn nat van de dauw. Er ligt een verdrietige trek op zijn gezicht als hij voortwandelt. Hij heeft de hele nacht niet geslapen en heeft al die tijd aan Daniël gedacht. Nu gaat hij kijken wat er met Daniël gebeurd is. Hij durft niet aan dat erge te denken. Rondom de kuil heerst een grote stilte. Toch heeft de koning nog een klein beetje moed, want hij herinnert zich dat de God van Daniël wonderen kan verrichten. Nu staat de koning bij de kuil, hij luistert maar hoort niets. Zal hij eens roepen? Daar klinkt zijn stem door de stille morgen: Daniël!! Hij luistert vol spanning. Dan klinkt plotseling Daniëls stem: Mijn God heeft Zijn, engel gezonden en heeft mij van de leeuwenmuilen verlost. De koning spoedt zich zo snel mogelijk naar het paleis terug en roept al zijn knechten bij elkaar. Hij gaat ze voor naar de kuil. Met een ruk verbreekt koning Darius het zegel en gebiedt zijn dienaren Daniël uit de kuil te trekken. De steen wordt er afgeslingerd en dan halen ze Daniël ongedeerd uit de kuil. Weldra staat hij op de grond. Hij heeft een rustiger nacht gehad clan zijn koning. O, wat is deze blij. Hij beveelt dat ze alle

stadhouders met hun vrouwen en kinderen moeten gaan halen. Dat gebeurt. Wat zullen ze nieuwsgierig zijn geweest naar wat hun koning hun te vertellen zou hebben. Als ze bij de kuil zijn schrikken ze hevig, want daar zien ze de doodgewaande staan. Ze verbleken als ze horen, dat zij er nu in moeten. Ze worden opgenomen en erin geworpen. Misschien hebben ze nog gehoopt, dat ze bewaard zouden worden, maar dat is een ij dele hoop geweest, want allen zijn verslonden. Hier heeft God weeleen wonder verricht.

Daniël werd nog meer door zijn koning geacht dan vroeger, en hij heelt nog mogen meemaken dat zijn volk terug naar Jeruzalem mocht keren.

Jannie de Visser - Rilland-Bath.

Jannie heeft onder haar opstel geschreven: Is mijn opstel waardig in Daniël geplaatst te worden? Nu Jannie, dat zie je nu voor je. Je hebt deze prachtige geschiedenis keurig na verteld. En nu maar gauw aan iets nieuws beginnen.

Uw bescheidenheid zij alle mensen bekend

Bescheidenheid, o kind'ren hoort! 't Is vriend'lijk, minzaam zijn Bij ieder mens, in ieder oord, Met hoed en hand, met daad en woord Oprecht en niet in schijn.

De Bijbel wil bescheidenheid. Men smaadt dus 't Woord van God Als men voor stugge lompheid strijdt, Een onbescheiden leven leidt En vriend'lijkheid bespot.

O, schrik voor Achabs grove taal, Voor Nabals laag bescheid, Voor Hanuns ereloos onthaal, Voor Simeis onbeschaamd gesmaal. Haat onbescheidenheid!

Ze eerden God of mensen niet, Zij eerden zich alleen. Een stuurs' en onbescheid'ne ziet Op vorst en meerd'ren met verdriet; Hij eert of acht niet één.

Maar leest wat in de bijbelblaan Van vromen wordt gezeid; Ziet Jakobs, Jozefs, Boaz' daan, Hoort Abram, Lot en David aan En leert bescheidenheid.

Bescheidenheid past ook de jeugd, Ja, allen, arm en rijk; Waar Jezus woont, daar is die deugd: Zijn vriend'lijkheid maakt 't hart verheugd

Dit gedicht werd me toegestuurd door een heel bescheiden jongen of meisje. Uit bescheidenheid heeft hij of zij geen naam op het schrijfpapier gezet en nu weet ik niet meer van wie het is. Het gedicht is echter wel mooi.

En dan gaan we nu nog even naar de

SCHOENPOETSER

Een graaf van Schaftesbury, Anthon Asley Ccoper, een beroemd Engels staatsman, ijverde zeer voor de welstand der arbeidende klasse. Hij heeft vele scholen gesticht en heel veel voor de jeugd gedaan. Zo had hij uit de achterbuurtjongens een heel legertje schoenpoetsers gevormd. Dit deed hij om de haveloze jeugd te leren werken en zich van stelen en roven te onthouden. Wat een genot voor die jongens om zo hun eigen brood te kunnen verdienen. Eens gebeurde het, dat een paar drukdoende pronkerige heertjes bij een van die jonge schoenpoetsers kwamen om hun laarzen wat te laten opknappen. Het duurde niet lang of onder allerlei flauwe grappen stonden ze ook geweldig te vloeken. De jongen zei niets, maar werkte stilletjes door tot hij één laars gereed had. Toen borg hij zijn schoencrème en zijn borstels op in zijn kistje. „Wat moet dat nu", vroeg het heertje, „wil je met met één gepoetste laars weg laten gaan? "

„Zeker, ik poets niet meer, want ik kan uw vloeken niet langer aanhoren." „Dan betaal ik je ook niet."

„Ik wil uw geld ook helemaal niet hebben. Dat is voor mij ook geen groot verlies. Er staat bij mij iets groters op het spel."

„Wat dan, jongen? "

„Als ik u met uw godlasterlijke taal nog langer aanhoorde zou mijn ziel bedorven kunnen worden en verloren kunnen gaan en dat is alles wat ik heb. Mijn ziel heb ik er niet voor over, want ziel verloren is alles verloren."

J. M. J. Sanderse-Weesp.

Ook u mijn hartelijke dank, juffrouw Sanderse. Ik geloof wel dat u een lezeres bent die het hardst naar Daniël uitziet. Het valt ook altijd niet mee om de dagen liggend door te brengen en dan is iedere afwisseling prettig. Het allerbeste hoor en sterkte in alles.

En met dit persoonlijke woordje is onze ruimte weer vol en moeten we gaan afbreken. Volgende keer hopelijk verder. Allen de hartelijke groeten.

C. de Bode - Tholen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1965

Daniel | 16 Pagina's

Een rubriek voor en van onze jeugd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1965

Daniel | 16 Pagina's