Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ware oecumene of kerkelijke verdeeldheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ware oecumene of kerkelijke verdeeldheid

5 minuten leestijd

„Met warme belangstelling en instemming met dit onderwerp wekte dit mij op, mijn gedachten hieromtrent op papier te zetten. Het verbijten, veroordelen, wantrouwen, onder de Gereformeerde belijders onderling stemt meer tot smart dan star kerkisme. Omdat schrijver dezes hieromtrent wat mag afleren en onkennis veelal de oorzaak is, menen wij wat dieper op de zaak te moeten ingaan. Bij het lezen van uw onderwerp, dacht hij aan de Bereërs, die de geschriften onderzochten. Zo dienen de onderlinge geschillen bij de Gereformeerden eerst getoetst te worden aan de Heilige Schrift en tevens aan de Belijdenisgeschriften.

De laatste jaren was het de Verbondsbeschouwing, van welker visie soms al te publiek en als het ware beledigend werd gesproken. Hoewel geen der Verbonden letterlijk in de Heilige Schrift worden genoemd, wel hun wezen, zo handelt het nog altijd gewaardeerde vragenboek van Hellenbroek ook in de vijfde les over de Raad des Vredes of het Verbond der Verlossing en verklaart duidelijk, dat deze overeenkomst der Goddelijke personen gaat omtrent des mensen eeuwig welzijn, dus passief. In het Verbond der Genade gaat het met mensen, dus actief. Als dan vraag en antwoord 74 van de H. C. handelt over de kinderdoop, zegt ons leerboek, dat ze IN het Verbond (Genadeverbond) begrepen zijn en mitsdien HET ZEGEL DER BELOFTEN GODS ONTVANGEN, als eenmaal geheel Israël, waar het Verbond niet in wezen, doch in bediening onderscheiden was. Vooral de profetie van Ezechiël zegt ons wat de bondeling — verbondsbreker te wachten staat: wrake des Verbonds, verbrekers, tenietdoen. Als dan bij de kinderdoop vooropgesteld is: de verdoemelijkheid van ons en ons zaad, wil een genadig God, niettegenstaande dit toch een teken en zegel van een belovend God is, doen toedienen, dit in tegenstelling tot Rome, als zou daar genade verzegeld zijn. (welk een verantwoording gedoopt te zijn).

Geen minder Schriftuurlijk verstaan der Belijdenis is het dopen op onderstelde wedergeboorte, dat men grondde op het besluitende dankgebed na de doop, dat we echter liefst en uitsluitend te verstaan hebben in voorwerpelijke zin. Praktisch wordt dan in de bediening des Woords de gehele gemeente als wedergeboren gezien met haar droeve gevolgen, wat ook leidt tot miskenning van het werk van de Heilige Geest tot vernieuwing in ons. Omtrent dit punt van het doopvraagstuk struikelde zelfs de alleszins getrouwe godvrezende Theod. v. d. Groe in zijn catechismusverklaring. Ja, meer van Gods getrouwe dienaren gebruikten dit dankgebed niet, door het onderwerpelijk te verstaan. Ook Comrie zegt in zijn catechismusverklaring ten opzichte van enige onder-

geschikte punten wel eens een afwijkende mening. Overigens getrouwe dienaren. De onderscheiden genadegaven, leidingen Gods, persoonlijke instelling enz. geven ook vaak een onderscheiden accent in de prediking. Zo is het mogelijk ook bij de hoorders. Toen ik eens het preeklezen in de Ger. Gem. van Neede beluisterde uit één der oudvaderen, werd opgemerkt, dat het vrije aanbod van genade niet werd geblokkeerd, bij anderen werd deze oudvader verdacht van een drieërlei weg, men wilde een meer Schriftmatige belijning van de orde des Heils. Dit alles maant tot voorzichtigheid in oordeel en bewaring voor geestelijke hoogmoed. Waar heden aan de waarheid Gods zo getornd wordt, het opkomende geslacht al minder belang stelt in de dingen der eeuwigheid, zien-en zingenot toenemen, is het toch wel nodig, als inleider zegt, elkander en ook onderling elkaar op te zoeken en te verstaan, opdat voor het oog Gods en der wereld niet langer de splijtvlam als een gesel diene, om wat één kon zijn op fundamentele gronden, één moge worden, voorzichtig te zijn."

Deze brief schrijft mij een lezer uit MIDDELBURG.

De plaatsruimte Iaat het toe, dat ik nog een brief kan opnemen, ook al uit MID-DELBURG. Hij schrijft: „Met belangstelling lazen we in „DANIëL" de brief uit Rijssen. Zeer zeker is dit een nuttig onderwerp en het zou te wensen zijn, dat de kerkelijke verdeeldheid ons verontrustte. Dat we niet langer tevreden zouden zijn met de bestaande situatie van „vrome wensen", maar dat er een streven naar eenheid door persoonlijk en gezamenlijk gebed mocht ontstaan. Het woord oecumene in zijn oudste betekenis wil zeggen: de bewoonde wereld en het werd naderhand een aanduiding voor het Romeinse rijk. In verbinding gebracht met de kerk, bedoelt zij de gehele Christenheid.

In het jaar 381 spreekt men van een Oecumenische Synode. In 1577 werd o.m. het Credo aangeduid als oecumenisch symbool.

Nu spreekt men van de wereldwijde zendingsopdracht van de kerk. Ook betrekt men dit woord op activiteiten, die het wereldwijde bijeenhoren van Christus' kerk tot uitdrukking willen brengen.

Misbruikt wordt dit woord, als het bedoelt het samenwerken van enkele kerkgroepen. Eveneens wanneer het ware geloof en de oprechte gehoorzaamheid aan Gods geopenbaarde wil ontbreken. Een samenspreken met de z.g. Ger. Gem. in Nederland en Oud Ger. zonder Chr. Ger. enz. wijs ik persoonlijk af. Hierbij wordt het evenwicht naar één zijde geschoven, m.i. tot schade van Christus' kerk. Nieuwe vertaling, T.V. en dergelijke zijn van ondergeschikt belang. Gaarne verwijzen wij naar wat Boston in zijn „Gemeenschap der heiligen" ons voorhoudt wat betreft eenheid en scheuring. Wij citeren één zinnetje: „Nooit moeten wij ons verder van iemand afscheiden, dan voor zover hij zich van Christus afzondert." (blz. 68), " aldus onze vriend uit Middelburg.

Gaarne zou ik binnenkort nog wat meer brieven over dit onderwerp willen ontvangen. De oogst is nu nog maar zeer klein. Of moeten we dan toch geloven in de vrome wens, waar onze vriend uit Rijssen het over gehad heeft?

Gesprekleider.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1966

Daniel | 16 Pagina's

Ware oecumene of kerkelijke verdeeldheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1966

Daniel | 16 Pagina's