Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE KERKHERVORMING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE KERKHERVORMING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII (slot)

In 1962 heeft paus Joh. XXIII het Tweede Vaticaans Concilie bijeengeroepen. Dit concilie erkent in Het decreet over het oecumenisme dat de R.-K. kerk mede schuldig is aan de scheuringen van de vroegere eeuwen; verder zet ze alle r.-katholieken aan om mede te werken aan het herstel van de eenheid van alle christenen. In de Verklaring over cle godsdienstvrijheid, veroordeelt het concilie elke dwang die door wie ook wordt uitgeoefend, om iemand tot een bepaalde godsdienst te bekeren. De staat is verplicht alle burgers en alle godsdienstige gemeenschappen vrij de godsdienst te laten beoefenen die zij wensen. Dit klinkt allemaal hoopvol. Anderzijds echter heeft het concilie niet één dogma, dat Rome scheidt van het protestantisme, opgeheven.

De vervloeking die het Concilie van Trente in 1563 over de protestanten heeft uitgesproken onder de woorden: „Zo iemand zegt dat het rechtvaardigend geloof niet anders is dan het vertrouwen op de goddelijke genade, welke om Christus de zonde vergeeft, of dat het enkel dit geloof is, waardoor wij gerechtvaardigd worden, die zij vervloekt" heeft zij niet ingetrokken. In dit licht gezien mogen ons de pogingen van vele protestanten om toenadering te zoeken tot de Rooms-Katholieke Kerk, sterk verontrusten. Hoe rotsvast deze kerk nog gehecht is aan haar dogma's die wij in ons eerste artikel als dwalingen hebben gesignaleerd, moge blijken uit cle onverkorte nederlandse vertaling van dc eed, die door tweeduizend bisschoppen gezworen is vóór cle aanvang van het Tweede Vaticaans Concilie. Zij luidt als volgt:

„Ik belijd vastberaden en ik verklaar mijn trouw aan de apostolische tradities en cle anclere gebruiken en reglementen van cle Kerk. Ik erken eveneens cle Heilige Schrift in cle zin welke onze heilige moeder de Kerk aan haar heeft gegeven en steeds geeft.

Haar behoort de beoordeling over cle ware zin en uitlegging van cle Heilige Boeken. Nooit zal ik er een andere uitlegging aan geven dan deze welke overeenstemt met cle eenparige interpretatie der Kerkvaders. Ik belijd eveneens dat er, in dc eigenlijke en ware betekenis van cle term, zeven sacramenten van het Nieuwe Verbond zijn, die werden ingesteld door onze Heer Jezus Christus en die noodzakelijk zijn voor het welzijn van clc mensheid, ofschoon zij het niet zijn voor allen noch voor ieder individu, te weten: het doopsel, het vormsel, de eucharistie, de biecht, het heilig oliesel, het priesterschap, het huwelijk; dat zij cle genade schenken en dat, onder hen, het doopsel, het vormsel > en het priesterschap niet kunnen hernieuwd worden zonder heiligschennis. Ik aanvaard ook en ik stem volledig in met de riten, goed gevonden door cle Kerk, tijdens de plechtige toediening van voornoemde sacramenten.

Ik aanvaard volkomen al hetgeen werd beslist en verklaard op het Concilie van Trente betreffende de doodzonde en cle rechtvaardiging. Ik belijd bovendien dat in cle mis een waarachtig zoenoffer wordt voltrokken voor de levenden en voor de doden, dat in het allerheiligst sacrament van de Eucharistie het lichaam en het bloed tegelijkertijd met cle ziel en cle godheid van onze Heer Jezus Christus echt en waarachtig aanwezig zijn, dat er een gedaanteverandering geschiedt van het gehele brood

in het lichaam en van de gehele wijn in het bloed.

Deze gedaanteverwisseling wordt door de katholieke Kerk transsubstantiatie genoemd. Ik belijd eveneens dat de gehele Christus en het werkelijke sacrament aanwezig zijn zelfs onder een van de gedaanten. Ik geloof vast dat er een vagevuur is en dat de zielen die er verblijven geholpen worden door het gebed van de gelovigen. Ik geloof eveneens vast dat wij de heiligen die met Christus regeren moeten vereren en aanroepen dat zij onze gebeden overbrengen aan God, dat wij hun relekwiecn moeten vereren. Ik bevestig met krachtdat wij afbeeldingen van Christus moeten hebben en bewaren, van de Moeder Gods, altijd maagd, evenals van de andere heiligen: dat wij hen de eerbied en de verering moeten betonen die hen verschuldigd is. Ik verklaar eveneens dat Christus aan de Kerk volmacht heeft gegeven om aflaten te verlenen, cn dat hun aanwending een grote zegen is voor de christenheid. Ik herken de heilige roomse, katholieke en apostolische Kerk als de moeder en de opvoedster van alle Kerken; ik beloof en ik zweer ware gehoorzaamheid aan de paus van Rome, opvolger van Saint-Petrus, de prins des Apostelen, en de plaatsvervanger van Jezus Christus.

Ik aanvaard bovendien zonder er enigszins aan te twijfelen, en ik belijd alle andere zaken die werden meegedeeld, beslist en verklaard door de heilige oecumenische concilies, in het bijzonder door het heilige Concilie van Trente en door het oecumenisch Concilie van het Vaticaan, bijzonderlijk wat betreft het primaatschap van de bisschop van Rome en zijn onfeilbare lering.

Op dezelfde wijze veroordeel ik, betreur ik en spreek ik de banvloek uit over al wat daarmede in tegenspraak is, evenals over alle valse leringen die de Kerk heeft veroordeeld, verworpen en in de ban gedaan. Dit ware katholiek geloof, buiten hetwelk niemand kan gered worden, en dat ik hier nu vrijwillig belijd en waaraan ik trouw blijf, wil ik steeds bewaren cn belijden, zuiver en onvermengd, tot mijn laatste levensadem, en ik zal er over waken, in de mate waarin zulks van mij afhangt, dat het zal bewaard blijven, onderwezen en verkondigd door mijn ondergeschikten of door hen voor wie ik verklaar te zorgen uit hoofde van mijn bediening.

Ik beloof het, ik doe cr van gelofte cn ik zweer het. Moge God en zijn heiligen uit het Evangelie mij bijstaan!"

Kan een kerk die zich protestants wil noemen, gemeenschap zoeken met een kerk die deze belijdenis heeft, die naast Gods Woord als bron van gezag de kerkelijke traditie of overlevering (dit zijn kerkelijke uitspraken en verklaringen) stelt? Zo ja, dan zal vraag en antwoord 80 van onze Catechismus, waar de mis een vervloekte afgoderij genoemd wordt, geschrapt moeten worden. Ook vraag 30, waar staat dat de rooms-katholieken de enige Zaligmaker Jezus verloochenen wanneer zij heiligen aanroepen, is niet te handhaven.

Enkele jaren geleden verscheen een boek van kardinaal Bea, de voorzitter van de conciliecommissie voor de eenheid der christenen. Dit boek bevat een twintigtal artikelen, redevoeringen en interviews, die kard. Bea de laatste jaren over dit onderwerp heeft gehouden. We treffen daar de volgende verklaring aan: „Van de protestanten wordt gevraagd, een totale en onvoorwaardelijke aanvaarding van de waarheid van ons allerheiligst geloof, zoals die vervat is in de Heilige Schrift en de (rooms-) katholieke traditie, en zoals het leergezag die voorhoudt. Geen enkele toenadering tot onze gescheiden broeders, geen enkel cenheidsstreven mag ons deze absolute aanvaarding van dc gehele (rooms-) katholieke waarheid in twijfel doen trekken".

Er wordt dus van de protestanten een

totale en onvoorwaardelijke capitulatie gevraagd.

Wij zouden dus moeten erkennen dat de Reformatie een vergissing, een dwaling was. We zien juist het tegendeel: sinds de Reformatie is de Kerk van Rome nog steeds verder van de waarheid van het evangelie afgeweken. De dogma's cl ie in de laatste eeuw door deze kerk zijn afgekondigd, n.1. cle onbevlekte ontvangenis van Maria (Maria heeft dus geen erfzonde gehad), de onfeilbaarheid van de paus en cle tenhemelopneming van Maria naar lichaam en ziel zijn met geen mogelijkheid uit de Heilige Schrift af te lezen. Daarom betekent de gevraagde totale capitulatie niets anders dan een verloochening van het Evangelie, verraad tegenover Lutber, tegenover allen die om hun overtuiging vervolgd, gemarteld en vermoord zijn.

Het kerkelijk klimaat moge veranderd zijn, Rome mag ons „gescheiden broeders" in plaats van „ketters" noemen, de kloof tussen Rome > en Reformatie, die

meer dan een eeuw een bloedig stempel gedrukt heeft op Europa door de verwoestende godsdienstoorlogen, bestaat nog steeds. Het past ons niet laag neer te zien op onze r.-katholieke naasten; we behoren hen met medelijden tegemoet te treden en hen, zo mogelijk, cle weg des levens te wijzen. Het is geen verdienste onzerzijds clat wij zijn opgegroeid onder het zuivere Woord Gods; het maakt wel onze verantwoording des te zwaarder. Mochten wij in onze gebeden niet alleen onszelf gedenken maar ook hen, die zo verstrikt zitten in on-en bijgeloof.

De Heere doe nog een milde regen druipen over Zijn Kerk, Hij sterke Zijn erfenis, die mat geworden is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1967

Daniel | 16 Pagina's

DE KERKHERVORMING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1967

Daniel | 16 Pagina's