Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe het reilt en zeilt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe het reilt en zeilt

4 minuten leestijd

4.

We zijn eigenlijk nng bezig met de „geboorte" van een vereniging. Bij dit ter wereld komen hoort ook een reglement. Daarin staan alle gegevens die nodig zijn voor het goed reilen en zeilen van een vereniging. En dat is nogal wat. Teveel om in één artikeltje te behandelen. We beginnen daarom maar bij het begin en zien wel hoever we komen.

Wanneer ouders verblijd worden met de geboorte van een baby, dan is een van de eerste dingen die ze doen het kind een naam geven. Zo behoort ook iedere vereniging een naam te dragen. En dan kunt U kiezen uit vele mogelijkheden. Het kan een bijbelse naam zijn, waarvan de betekenis slaat op de taak van de vereniging. Of het is een korte zin of gezegde, waarin de vereniging wil duidelijk maken wat zij wil betekenen. In onze tijd noemen ouders hun kinderen vaak naar familieleden of kiezen zij een vrije naam, die ze alleen wat klank betreft mooi vinden. De inhoud van die naam doet dikwijls weinig of niets ter zake. Zo is het met een vereniging niet. Daarin willen we toch tot uitdrukking brengen wat we in dat werk hopen te betekenen.

Maar hoé we dat werk willen doen, daarvoor hebben we een leidraad, een wegwijzer nodig. Een grondslag, van waaruit we werken, waai'door we ons willen laten leiden en waar we altijd weer op teruggrijpen. In onze verenigingen is dat de Bijbel en de drie Formulieren van Enigheid. Dit is ook een van de richtlijnen voor het lidmaatschap: ieder verenigingslid moet daarmee instemmen.

Nu we het toch over het lidmaatschap hebben, gaan we daar maar even op door: wie kunnen lid worden van de vereniging? Allereerst natuurlijk die dames, die lid zijn van de Gemeente. Maar is de Gemeente nu erg klein, dan kan men er b.v. over denken om er een vrouwen-èn meisjesvereniging van te maken, zeker als er in zo'n Gemeente geen jeugdvereniging is. En op de vraag of dat wel gaat, oud en jong, kan ik uit eigen ervaring alleen maar bevestigend antwoorden. Bij ons in IJsselmonde is het ook een vereniging voor oud èn jong, waarbij ons oudste lid al zeventig is, terwijl onze jongste telg veertien telt. En het gaat prima!

Zo hebben we het lidmaatschap al uitgebreid tot leden èn doopleden. Maar wat vindt U ervan, wanneer iemand trouw meeleeft met de Gemeente, maar om bepaalde redenen geen lid kan of wil worden? Ook deze mensen moeten we toelaten, alleen onder die voorwaarde dat ze het eens zijn met de grondslag. Ik wil zelfs nog verder gaan. Laatst was ik op een vereniging, waar altijd een vrouw komt die ergens anders naar de kerk gaat. Ze vond het fijn op die vereniging en voelde zich thuis in die sfeer. Zoiets zal wel niet zo vaak voorkomen, maar mogen we zo iemand weigeren? Ik dacht van niet. We lopen zo gauw het gevaar ons tot ons eigen kringetje te beperken. Dat deden de farizeeërs ook. Maar de Heere Jezus ging, ondanks vele verachtelijke blikken, naar de Samaritaanse vrouw en ook de Kananese vrouw verstootte hij niet. Ook het leven van onze naaste buiten eigen Gemeente moet ons ter harte gaan.

Zo kreeg ik een brief van iemand uit een Gemeente, waar in die plaats naast de Gereformeerde Gemeente alleen maar een vrijzinnige Hervormde kerk is, zodat vele hervormden in de Gereformeerde Gemeente naar de kerk gaan en daar ook op de vereniging komen. Hier mogen we alleen maar blij om zijn. Al is het wel waar dat zo'n samenstelling van deels eigen leden een deels enigszins andersdenkende leden bepaalde moeilijkheden kan geven wat betreft het karakter en de sfeer van de verenigingsavonden. Hierover zullen we het later hebben. En misschien kunt U me ook iets uit eigen ervaring vertellen.

Maar ik dacht dat we het zó ruim mogen stellen dat leden, doopleden, meelevenden èn anderen lid kunnen worden, als zij het met de basis, cle grondslag maar eens zijn. Alleen lijkt het me wel beter dat de bestuursleden lid of dooplid zijn van de eigen Gemeente, omdat het bestuur uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor de hele gang van zaken draagt en zich ook moet kunnen verantwoorden tegenover de kerkeraad.

L. Sparreboomstraat 24, Rotterdam - 26.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1968

Daniel | 16 Pagina's

Hoe het reilt en zeilt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1968

Daniel | 16 Pagina's