die de Heere vroeg zoeken

Aaron

(Ex. 4 : 14) Het was voor beide broers een vreugdevolle ontmoeting na zoveel jaren. Mozes vertelt alles wat de Heere hem meegedeeld heeft over Israëls verlossing. Samen gaan ze naar Egypte. Ze riepen de oudsten van Israël bij elkaar en Aaron sprak al de woorden die de Heere tot Mozes gesproken had. De een achtte de ander uitnemender dan zichzelf. Dan is er ook geen twisten over wie de meeste is, maar wordt het: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? " De Heere zelf bevestigde het, want het volk geloofde en hoorde dat de Heere hen bezocht en hun verdrukking zag. Zij neigden hun

hoofden en aanbaden. In Aaron is het priesterschap van Christus rijk afgeschaduwd, al was de Heere Jezus niet uit zijn geslacht, maar uit de stam van Juda en naar de ordening van

Melchizedek, d.w.z. priester bij Gods souvereiniteit. Toen Amalek geslagen moest worden, was Aaron met Hur op de berg, terwijl Jozua de strijd aanbond tegen Amalek. Getrouw ondersteunde hij de armen van Mozes waarin de staf Gods naar de hemel was gericht. Hierdoor zegevierde Israël en leed Amalek een grote nederlaag. Aaron werd vergund de berg op te klimmen, waar hij de God van Israël zag in het zichtbare teken van Gods persoonlijke tegenwoordig-

heid (Ex. 20 : 10 en 11). Hoe diep werd Aaron getroffen toen zijn twee oudste zonen Nadab en Abihu vreemd vuur op het altaar des Heeren brachten. De Heere doodde hen en Aaron zweeg stil. Hij mocht buigen onder de wil van God. Ik heb mijn mond niet opengedaan, want Gij hebt het gedaan.

Zijn grote zonde was het maken van het gouden kalf. Nooit had hij hieraan mee mogen werken en door zijn slappe optreden verzondigde Israël het zo erg, dat de Heere het volk wilde verdelgen. Op Mozes' bede bleef het volk gespaard.

De hogepriesterlijke bediening stond niet stil. Aaron leed en streed mee met Mozes. Zijn getrouwheid bleek tijdens de grote opstand nadat Korach, Dathan en Abiram levend ter helle zijn gevaren. De volgende dag drommen de kinderen Israëls samen en zeggen tegen Mozes en Aaron: Gijlieden hebt des Heeren volk gedood. Een grote menigte omringt de twee broers. Ze zullen ze doden en dan grijpt God in. Maak u op uit het midden van deze vergadering en Ik zal hen verteren als in een ogenblik. Ontroerend, toen vielen zij op hun aangezichten. Twee biddende broers tussen een tierend, razend en rebellerend volk. Dan beveelt Mozes Aaron: Neem het wierookvat en doe vuur daarin van het altaar en leg reukwerk daarop, haastelijk gaande tot de vergadering en doe over hen verzoening want een grote toorn is van voor het aangezicht des Heeren uitgegaan.

Aaron doet het en alzo werd de plaag opgehouden. Uit liefde tot Mozes en het volk waagde hij zijn leven. In ware doodsverachting en zelfverloochening verrichtte hij zijn ambtelijk werk. De Heere spaarde het volk, doordat Hij het niet geheel verdelgde. Hier blijkt wat een bidder vermag. Aaron is hierin duidelijk een beeld van de Heere Jezus. Hij oefende zijn ambt niet uit door gewichtig en zwaarwichtig te doen of termen te gebruiken, maar daden sierden zijn geloofsgehoorzaamheid. Vanzelf had hij zijn zwakheden en gebreken, maar de vrees des Heeren overkoepelde zijn hele leven. Aan het eind van zijn leven mocht hij het lichaam der zonde en des doods afleggen en het loon van een getrouwe dienstknecht ontvangen.

Die liefdegeur moet elk tot liefde nopen Als d' olie die van Arons hoofd gedropen Zijn baard en klederzoom doortrekt.

Want: Waar liefde woont gebiedt de Heer' de zegen Daar woont Hij zelf daar wordt Zijn heil verkregen En 't leven tot in eeuwigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen