Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven en werk van Ds. G. H. Kersten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven en werk van Ds. G. H. Kersten

Van onderwijzer tot predikant

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten is onlosmakelijk verbonden met de naam van ds. Gerrit Hendrik Kersten (1882-1948). Voor de ouderen is dat een naam, die nu, ruim twintig jaar na zijn heengaan, nog vele herinneringen oproept.

Voor de jongeren geldt dat in aanzienlijk minder mate. In het gunstigste geval weten zij, dat hij voor de oorlog een vooraanstaande plaats in onze gemeenten innam. Daarom willen we leven en arbeid van deze bekende predikant en politicus, waarin veel is dat voor het heden van belang blijft, in enkele artikelen met grote lijnen schetsen.

Zijn levensweg moet worden gezien tegen de achtergrond van het kerkelijke en politieke leven van de tweede helft van de negentiende en het begin van deze eeuw. In kerkelijk opzicht kent de vorige eeuw lichtzijden én donkere schaduwvlekken. In vele kerken, ontstaan uit en na de Afscheiding van 1834 heeft het geestelijk leven gebloeid. Een man als Mr. G. Groen van Prinsterer heeft dat vol respekt voor de eenvoudige afgescheidenen uitgesproken en neergeschreven, hoewel hij hun standpunt niet deelde. Tallozen die sinds jaar en dag geestelijk voedsel zochten in één van de talrijke gezelschappen, omdat „cle grote kerk" stenen voor broocl gaf, zijn in die tijd tot een hernieuwd gereformeerd kerkelijf besef gekomen. Dat is het wónder van de negentiende eeuw genoemd. Maar de schaduwzijden zijn er ook. In plaats van één kerk, in leer en kerkorde voortzetting van de kerk der hervorming — het ideaal van de Afscheiding — zijn er véle ontstaan. Die vergaande verbrokkeling is vaak een gevolg geweest van ernstige leergeschillen in cle afgescheiden kerken. Even vaak hangt deze verbrokkeling helaas samen met persoonlijke kwesties. Op kerkelijk terrein doet een ieder maar al te dikwijls wat goed is in eigen oog. Om allerlei persoonlijke voorkeuren en „liggingen" ontstaan trieste tuchtkwesties en scheuringen. Al te veel laat men zich door het gevoel leiden i.p.v. door de regel van Gods Woord. Dit individualisme is tegen het einde van de vorige eeuw kenmerkend voor de kleine gereformeerde kerken en de vele vrije gemeenten, waarin de predikantenopleiding of heel gebrekkig is of totaal ontbreekt. Men voelt zich echter beslist niet aangetrokken door de grote Geref. Kerk, waar het kerkelijk leven veel beter is geordend. Daar begint zich n.1. een stromingbaan te breken, die een duidelijke afbuiging inhoudt van de oude gereformeerde leer over wedergeboorte en geloof.

Naar Den Haag-

Zo is heel ruw getekend cle toestand van het kerkelijk leven, wanneer op G augustus 1882 Gerrit Hendrik Kersten en Jannetje van Veldhuizen verblijd worden met de geboorte van hun eerste zoon, die naar zijn vader wordt genoemd.

De vader is afkomstig uit de Geref. Kerk en waarschijnlijk bij zijn huwelijk overgegaan naar de Herv. Kerk, waartoe zijn bruid behoort. De jonge vrouw is overigens niet zo ingenomen met het beroep van haar man, die opperwachtmeester is bij de cavalerie te Deventer. Wellicht heeft de ruwe sfeer bij het paardenvolk haar tegengestaan. Hoe het ook zij, na enkele jaren neemt opperwachtmeester Kersten zijn ontslag. Omdat er veel familie in Den Haag woont, besluit hij met zijn gezin daarheen te verhuizen. In de residentie vindt hij spoedig een betrekking als boekhouder. 1)

Bekering en roeping het ambt tot

Wanneer Henri, zo wordt de oudste zoon in de familiekring genoemd, nog een schooljongen is, verhoort de Heere de gebeden van zijn ouders om de bekering van dit kind. Het onderwijs uit de Schrift, vooral gegeven door zijn godvrezende moeder, draagt door Gods genade vroeg en rijk vrucht. , , Het heeft den Heere behaagd mij op tienjarigen leeftijd door Zijnen Geest krachtdadig te overtuigen. Nooit zal ik die plaats vergeten, die ik als een verloren zondaar verlaten moest. Vele nachten bracht ik door met bitter klagen. Een jaar daarna mocht ik den Heere Jezus als den weg der zaligheid leeren kennen, Die door Zijnen Geest mij enkele jaren later verzekerde van mijn aandeel aan Hem en aan Zijne gerechtigheid". 2)

In deze tij cl werkt de Heere in zijn hart ook de roeping tot het ambt. Soms dwaalt Henri, die in zijn vrije tijd veel oude schrijvers leest, door Den Haag op zoek naar de kerk, waarin hij predikant zou willen worden. Hij luistert overal, zelfs bij de samenkomsten van het Leger des Heils, maar voelt zich door geen der bezochte kerken aangetrokken.

Het kontakt met ds. Pieneman

Als Henri veertien jaar oud is, wordt hij heel ernstig ziek. Een zware longontsteking of een pleuritus, toen ziekten waarvoor geen medicijnen bestonden, brengt hem aan de rand van het graf. Tegenover de moeder geeft de behandelende arts de hoop op herstel op. Wanneer de jongen bijkomt uit een flauwte en zijn moeder in tranen bij zijn bed vindt, vertelt zij hem op zijn aandringen de mening van de dokter. De zieke stemt er niet mee in: Nee, moeder, dat. kan niet; omdat de Heere mij voorgekomen is met cle woorden uit Ps. 91 : 16: Ik zal hem met langheid der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen zien." Ik kan niet sterven, want God heeft een groot werk voor mij te doen''. 3) Kort daarna schenkt de Heere herstel.

Na deze ziekte komt de familie Kersten in kontakt met ds. C. Pieneman, die in 1895 het beroep van de Oud-Gereformeerde Gemeente in Den Haag heeft aangenomen. 4) Op een dag stelt. Pieneman Henri de vraag of hij niet bang was cm te sterven. De jongen antwoord met een beslist nee, maar weigert de predikant verder in te lichten. Hij nodigt hem wel uit voor een bezoek in de hoop dan meer te horen. Als de jonge Kersten enige tijd later bij hem komt, is er juist gezelschap. De predikant herhaalt zijn vraag, maar de jongeman blijft bij zijn weigering. Later op de studeerkamer dringt ds. Pieneman er weer sterk op aan cm hem zijn geheim te vertellen. Waarom was hij niet bang om te sterven? Nadat de predikant geheimhouding heeft beloofd, zegt de jongeman, dat de Heere hem geroepen heeft tot het ambt met de woorden uit Jesaja 40 : 1 en 2: Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen. Spreekt naar het hart van Jeruzalem." Als ze samen beneden komen, is ds. Pieneman zo blij, dat hij zijn woord breekt. Tot grote ontsteltenis van cle betrokkene, zegt de predikant midden in het gezelschap: ier is de jonge dominee! 5)

Onderwijzer

Henri wil na de lagere school graag verder studeren. Het liefst zou hij naar het gymnasium gaan. Dat stuit af op bezwaren bij zijn moeder. Die bezwaren kunnen financieel van aard zijn geweest: Henri is de oudste van zeven kinderen. Ook kan zij het gymnasium beschouwd hebben als „te hoog

gegrepen" voor een jongen van eenvoudige huize. Uiteindelijk krijgt hij toestemming om voor onderwijzer te studeren. Tijdens de studie werkt hij als kwekeling aan de Keucheniusschcol in Den Haag, een wijd en zijd bekende gereformerede school met 550 (!) leerlingen. In mei 1901 slaagt hij voor de hulpakte. Op 1 juni volgt de benoemingtot onderwijzer aan deze school in de plaats van ene mej. Dekker, die gaat trouwen.

Slechts een goed half jaar blijft hij onderwijzer aan de Keucheniusschool. Het kan zijn, dat er een konflikt is ontstaan met een bestuurslid over de leer van de veronderstelde wedergeboorte van Dr. A. Kuyper, die de jonge onderwijzer bepaald niet onderschrijft. 6)

In elk geval is hij niet vanwege dit verschil in opvatting ontslagen. Wel zal zo'n botsing van meningen zijn gezondheid, die na zijn ziekte betrekkelijk zwak meet zijn gebleven, geen goed hebben gedaan. Zijn gezondheid gaat zo achteruit, dat hij het werk niet kan volhouden. Op 1 februari verlaat hij het onderwijs om gezondheidsredenen. 7)

Rijssen en Lisse

Reeds in het voorafgaande jaar heeft Kersten voor herstel van zijn gezondheid enige tijd in Rijssen doorgebracht.

Lichamelijk zwak en enigszins overspannen komt hij in huis bij Dirk Ligtenberg en zijn vrouw, die geen kinderen hebben, maar wel twee pleegzoons. Door de vrouw van Ligtenberg wordt hij met goede zorgen omringd. 8) Of de fam. Ligtenberg hem in aanraking gebracht heeft met ds. P. v. d. Heyden 9) is niet bekend. In zijn gemeente houdt hij onder veel belangstelling een oefening (preek), die hij echter niet kan volbrengen. Ds. v. d. Heyden maakt daarop de preek voor hem af. Na enigermate hersteld te zijn keert Kersten terug naar Den Haag.

In de vrije tijd, die het onderwijzerschap hem geeft gaat hij ook veel naar Lisse, om dhr. G. Segers, waarop hij bijzonder gesteld is, en ds. Jac. Overduin te bezoeken. 10) Wanneer hij weer een keer bij ds. Overduin is, legt deze hem totaal onverwacht het verzoek voor om a.s. zondag voor hem te preken. Hij moet zelf ergens anders voorgaan. Die zondag verkondigt Kersten met vrijmoedigheid het Woord tot grote blijdschap van de gemeente van Lisse, van zijn moeder, en de kleine kring van Gereformeerde Kerken onder 't kruis. De classis Rotterdam verleent al spoedig „acte om in het privé te proponeren." Kersten is nu officieel oefenaar geworden maar tegelijkertijd is hij ook nog onderwijzer. In ieder geval is de eerste stap op de weg naar het ambt van predikant gezet.

De voorganger Meliskerke van

In datzelfde jaar 1901 beveelt ds. Pieneman — inmiddels predikant te Rotterdam als consulent de jonge oefenaar aan bij de kerkeraad van de kwijnende gemeente van Meliskerke, de enige kruisgemeente in Zeeland. 11) Kersten aanvaardt het verzoek van de kerkeraad. Enkele dagen vóór of op kerstdag van 1901 komt hij in Middelburg aan. Door een misverstand is er geen rijtuig om hem af te halen. In de stromende regen loopt hij naar Grijpskerke, waar de scriba, dhr. W. Coppoolse, woont, die met hem meegaat naar Meliskerke.

In één week tijds treedt de negentienjarige oefenaar nu acht maal voor de gemeente op. „De toeloop was groot, zijn prediking viel erin en toen hij weer naar Den Haag terugkeerde, werden al spoedig pogingen in het werk gesteld om hem als vast oefenaar of lerend ouderling aan de gemeente te verbinden, clie tot gevolg hadden, dat de heer Kersten in maart 1902 hier kwam wonen." 12) Op 23 maart wordt hij door zijn „vaderlijken leeraaren vriend", ds. Piensman, als lerend ouderling bevestigd met een preek over 1 Tim. 4 : 12: Niemand verachte uwe jonkheid". De nieuwe voorganger doet zijn intrede met het woord uit Jesaja 40 : 1: Troost, troost mijn volk".

Met voor een jongeman van zijn leeftijd ongewone takt weet hij al spoedig leiding te geven aan het gemeenteleven. De arbeid van „meester Kersten" — zo noemen de gemeenteleden hem — wordt rijk gezegend.

De Heere heiligt het verkondigde Woord in vele harten. Er ontstaat een algehele opleving, gepaard gaande met een sterke groei van de gemeente. 13) Elke maand bijna komen gezinnen over uit de Herv. of Geref. Kerk.

Om het tekort aan plaatsen op te vangen neemt de kerkeraad van de gemeente te Rotterdam een aantal „labouretten'' over, vermoedelijk vouw-of klapstoeltjes, die in de gangpaden worden gezet. De klacht over het tekort aan plaatsen blijf aanhouden. Op 17 april 1903 wordt het besluit genomen cm de kerk te vergroten. De voorganger wordt belast met het toezicht op het werk, omdat het geld voor een architekt ontbreekt.

In de kerkeraad ontwaakt het verlangen om hun voorganger te laten bevestigen als leraar, zodat hij Woord en sacramenten mag bedienen. Aan de classis wordt in september 1902 het eerste verzoek over deze zaak gericht.

In de storm

Dan breekt volkomen onverwacht een storm van kritiek los van buiten de eigen gemeente. Naar aanleiding van enkele geruchten legt de classis hem zonder hem te horen of zijn kerkeraad te informeren een verbod op om buiten Meliskerke te preken. Wat is er aan cle hand? Kersten heeft voor zijn komst naar Meliskerke enige tijd verkering gehad met een meisje uit Lisse.

Omdat hij zelf tegen deze omgang gemoedsbezwaren kreeg, heeft hij een einde gemaakt aan de verkering, mede op nadrukkelijk verzoek van zijn ouders. Dit neemt met name de kerkeraad van Lisse hem hoogst kwalijk. Zo iets zou in strijd zijn met de Schrift! Herhaaldelijk treedt Lisse op classicale algemene vergaderingen nu als aanklager op. Men eist zelfs zijn schorsing, intrekking van preekbevoegdheid en plaatsing onder censuur cm hem te dwingen tot het opnieuw aangaan van de verkering. We krijgen heel sterk de indruk, dat een vader in Lisse buitengewoon graag zijn dochter met de jonge oefenaar gehuwd zou zien en daartoe de kerkeraad inschakelt!

In grote nood wendt Kersten zich dan tot de predikanten ds. J. R. van Oord te Charlois en ds. C. Pieneman van Rotterdam.

Namens hun kerkeraden richten zij een bewogen schrijven tot de volgende Algemeene Vergadering en houden deze voor clat het in strijd is met de Schrift om iemand een consciëntiedwang op te leggen in een zaak als deze. Kersten wordt op 11 augustus 1903 door de Algemeene Vergadering te Rotterdam in alle rechten hersteld. 14) Daarmede is een onverkwikkelijke, gevoelsmatig benaderde, kerkrechtelijk kromme en wonderlijke zaak tot een goed einde gekomen.

1905: predikant

Omdat er door de houding van Lisse nogal wat „onvlakte" is in de classicale en algemene vergaderingen, wordt voorlopig afgezien van „het in het ambt zetten" van de Zeeuwse oefenaar. Een jaar later verleent cle classis goedkeuring aan een door de gemeente op Kersten uitgebracht beroep als predikant. Ter voorbereiding ontvangt hij lessen van ds. Pieneman en de Amsterdamse predikant ds. M. Ozinga, die met zijn gemeente slechts korte tijd in het verband van de kruisgemeenten medeleeft.

In het voorjaar van 1905 treedt hij in het huwelijk met Catharina Adriana Wisse uit Kapelle-Biezelinge. Kort daarna, op de Algemeente Vergadering van 26 mei 1905 te Rotterdam wordt toestemming verleend om Kersten als predikant te bevestigen volgens art. 8 D.K.O., nadat hij een kwartier is onderzocht aangaande genadestaat en roeping. Hij houdt op deze vergadering een preek over Rom. 8 : 1.

Op zondag 1 juni 1905 wordt hij door ds. Pieneman in het ambt bevestigd met de woorden uit Efeze 4 : 10. De jonge predikant aanvaardt zijn ambt met een predikatie over 2 Sam. 23 : 5a.

Wanneer ds. Pieneman een beroep aanneemt naar Grand Rapids, beroept Rotterdam cle predikant van Meliskerke. Op 6 april 1906 neemt hij afscheid. Een week later zit hij voor het laatst de kerkeraadsvergadering voor. In zijn slotwoord brengt hij dankbaarheid tot uiting „inzonderheid hierin dat we in volkcmene vrede en vlakte mogen scheiden". Aan het eind van de vergadering klinkt uit de kerkeraadskamer Ps. 133 : 1.


1. Veel dank ben ik verschuldigd aan enkele familieleden van ds. Kersten, en aan allen, die mij gegevens verstrekken. Wanneer niet anders is aangegeven, is het artikel daarop gebaseerd.

2. De roem in zwakheden. Gedachtenisrede 25jarig Ambtsjubileum, 1930, blz. 13.

3. Uitvoeriger bij ds. C. Hegeman: In memoriam ds. G. H. Kersten, , , De Saambinder", 43e jaargang nr. 41, 1965.

4. Ds. Pieneman verliet in Opheusden in 1894 met zijn gemeente de kerken van de Doleantie. Opheusden sloot zich aan bij de kruiskerken. Hij stond van 1895—1898 in Den Haag. De naam Oud-Gereformeerde Gemeente behoeft niet te

bevreemden want plaatselijk waren de namen van de kruisgemeenten niet gelijk.

5. Uitvoeriger bij ris. C. Hegeman: In memoriam ds. G. H. Kersten (2), , , De Saambinder', 43e jrg. nr. 43, 1965.

6. Dit konflikt wordt beschreven in het onder 5 genoemde artikel en het onder 13 genoemde opstel.

7. De gegevens over de Keucheniusschool zijn ontleend aan het jaarverslag 1901. In het archief van de school bevindt zich een afschrift van een dank-en afscheidsbrief van het schoolbestuur, dat de hoop uitspreekt , , op herstel Uwer geschokte gezondheid" (15 januari 1902).

8. De predikanten logeerden altijd bij de fam. Ligtenberg. Daar ds. Pieneman nog al eens in Rijssen preekte, kan hij het kontakt met Kersten tot stand hebben gebracht. De vrouw van Ligtenberg was een zuster van de bekende ouderling A. Baan van de Eskerk.

9. Ds. v. d. Heyden stond van 1901—1905 in de zelfstandige gemeente van de Gereformeerden o.h. Kruis (nu: Geref. Gem.). Hij is later naar Vlaardingen gegaan.

10. Jac. Overduin verliet in 1898 de Geref. Kerk van Boskoop. Hij werd toen lerend ouderling te Lisse bij de Ger. Kerk onder 't kruis. Met goedkeuring van de Algemeene Vergadering werd hij op 21 febr. 1899 tot predikant bevestigd. Hij stond te Lisse tot 1922.

11. Het ontstaan van deze gemeente is een gevolg van een bvzonder droeve gang van zaken bij de Ledeboeriaanse gemeenten, waarbij Jan Va-

der, woonachtig te Meliskerke, oefenaar was. Deze werd op de Algemeene Vergadering tot predikant gekozen. Zijn medeoefenaar David Janse zou hem als scriba de beroepsbrief zenden, maar liet dit na. Intussen werd er door en voor Janse aktie gevoerd om hem alsnog tot predikant te kiezen. Op de volgende Alg. Vergadering te Benthuizen werd de verkiezing van Vader nietig verklaard en werd Janse gekozen. Toen Vader Janse niet als wettig geordend predikant wilde erkennen werd hij met de zijnen op 17 juni 1880 door de Alg. Vergadering van de Ledeboeriaanse gemeenten , , als vervallen van het lidmaatschap der Ger. Gem." verklaard. Vader stichtte toen een eigen gemeente, die zich aansloot bij de Geref. Kerken onder he* kruis.

12. Jac. de Korte Ez.: Het ontstaan en de geschiedenis van de Geref. Gem. te Meliskerke, blz. 4, 1936, (onuitgegeven inleiding voor de Leesvereniging van Meliskerke).

13. De ksrkeraad van de Ger. Gemeente te Meliskerke was zo welwillend mij toestemming te geven tot inzage van de kerkeraadsnotulen van 1901— 1906. Daaraan zijn de meeste gegevens over de periode-Meliskerke ontleend.

14. Ggevens ontleend aan de Verslagen van de Classicale en Algemeene Vergaderingen van de Gereformeerde Kerken onder 't kruis in 1903 (onuitgegeven, opgenomen in de notulen van de kerkeraad der Ger. Gem. te Meliskerke).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1970

Daniel | 16 Pagina's

Leven en werk van Ds. G. H. Kersten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1970

Daniel | 16 Pagina's