PAULUS’ TWEEDE ZENDINGSREIS
Deze reis wordt ons beschreven in Hand. 15 : 35 - Hand. 18 : 22. Omstreeks het jaar 50 na Chr. wordt de reis aangevangen. Van Jeruzalem, waar het apostelconvent (Hand. 15) gehouden werd, gingen Paulus en Barnabas naar Antiochië ((Syrië), waar ze enige tijd verbleven. Paulus' en Barnabas' werk is van heel andere aard clan b.v. van een opwekkingsbeweging, waar we tegenwoordig vaak van horen. Denk maar aan Billy Graham, die een kruistocht door een land of werelddeel maakt en niet meer achterom ziet. Dat doen Paulus en Barnabas wel. De Heere laat niet varen het werk Zijner handen. De gemeenten moeten niet alleen gefundeerd worden; ze moeten' ook gebouwd worden. Er moet niet alleen geplant, maar ook nat gemaakt worden. Paulus heeft het er met Barnabas over gehad. Ze zijn bezorgd hoe ze het hebben, Hand. 15 : 36 d.w.z. hoe het met hun geloof staat. De geestelijke belangen van hun naaste dringen hen zo, dat ze samen een werkplan opzetten, maar dat vlot niet zo erg. Paulus is n.1. nogal onverzettelijk, 2 Cor. 5 : 16. Hij kent niemand naar het vlees.
Barnabas kennen we als een „goed" man, Hand. 11 : 24, maar toch ook wel als een „tikkeltje" stijfhoofdig. Kort en krachtig zegt Barnabas: ou dan ga ik niet mee. Hij neemt zelf Markus mee. Mogelijk niet eens gevraagd of Markus wel wilde, hij nam hem mee. Persoonlijke overwegingen speelden bij Barnabas een rol, die hem zeer ten gunste van Markus deden pleiten. Paulus had mogelijk het oog al op Silas. Beiden hebben fouten gehad, beiden waren eenzijdig, beiden waren ook mens. Beiden zochten, ondanks dit gebeuren, toch het koninkrijk Gods te dienen. We lezen' niet dat ze beiden nu thuis bleven. Maar Barnabas scheept af naar Cyprus. En Paulus naar Syrië en Cilicië. De tijdelijke verwijdering heeft zich in ieder geval niet tot wrok gezet. Ze zijn niet verbitterd gebleven. Er wordt wel eens opgemerkt: waad worden is menselijk, maar kwaad blijven is duivels. Laten we er acht op geven. Verschil van inzicht (ook in gesprekken op de verenigingsavonden) mag nooit ontaarden in verbittering. Dat heeft al zoveel scheiding veroorzaakt in het kerkelijk leven. Gelukkig noemt Paulus Barnabas later weer zijn medearbeider, ook met Johannes Markus is het weer in orde gekomen, zie 2 Tim. 4 : 11. Met het oog op deze feiten zouden we geneigd zijn op te merken, dat Paulus het nog maar eens geprobeerd heeft met Markus. Barnabas' advies is toch wel juist gebleken. In ieder geval leren we er uit, dat Gods werk door gaat, ondanks verbittering. Gelukkig maar dat de voortgang van Gods werk niet afhangt van het al of niet verbitterd
zijn, dan zou het met de kerk Gods op aarde allang zijn afgelopen. Paulus en Silas bezoeken dus de gestichte gemeenten op het vaste land, de genade Gods van al de broederen bevolen zijnde. De broeders hebben Paulus en Silas aan God overgegeven. Dat is ook het beste wat de gemeente doen kan. Inplaats van dikwijls zinloze kritiek over allerlei kleinzieligheden is het beter onze voorgangers aan God over te geven. Daar is de gemeente goed rnee.
Op zijn weg door Derbe en Lystre vond er een aangename ontmoeting plaats. Een verrassende ontmoeting. Dat weten we uit het woordje zie uit Hand. 16 : 1. Wie had dat nu toch gedacht. Het woord van enkele jaren geleden heeft vrucht gedragen.
Laten we eens even stilstaan bij Timotheus. In enkele lijnen' wordt zijn hele leven vermeld. Hij is discipel, hij heeft een gelovige moeder, een gelovige grootmoeder, 2 Tim. 1 : 5; hij is van een Griekse vader. En hij staat goed bekend bij de broederen. Hij is als kind reeds onderwezen in de Schriften, op verzoek van Paulus is hij mee gereisd met hem.
Timotheus' opvoeding heeft rijke vrucht gedragen. Wat is het een zegen om zo in de Schrift opgevoed te worden. Maar ook dat het door Gods genade een persoonlijk geloof geworden is. Wat zijn er ook onder onze jonge mensen veel die van jongs af de Schrift geweten' hebben. En nu ze zelfstandig geworden zijn, de waarheid de rug toe keren. Misschien sta je op de drempel. O, keer dan terug. Ezau heeft de beslissing genomen. Hij zeide in zijn hart: de dagen van de rouw mijns vaders naderen en ik zal mijn broeder Jacob doden. Misschien heb je in je hart gezegd, als vader of moeder, of de waarschuwende mond van opa of oma gesloten is dan ga ik ook niet meer naar de kerk, dan heb ik er genoeg van. Timotheus geeft zijn jonge leven in de dienst van God. Dat komt in zijn jonge leven openbaar. De innerlijke verborgen omgang met Gocl en zijn ervaring in de Heilige Schrift. Wat is het onderzoek van Gods Woord nodig en nuttig, tot lering en onderwijzing en wederlegging. Jongelui, onderzoekt de Schrift! Leer de Schrift in heel zijn verband en je hebt een antwoord op de vragen van deze tijd. Zwaai niet teveel af naar zogenaamde actuele onderwerpen, maar onderzoek de Schrift.
Te Derbe en Lystre spraken de broederen met veel waardering over Timotheus vanwege zijn Schriftkennis. En zo toegerust gaat Timotheus voortaan mee. En de steden doorreizende gaven zij overal de ordinantiën over (gr. Dogmata, zie Hand. 15 : 20). Het 5e vers van Hand. 16 is zulk een heerlijke bemoediging. Wij zijn vaak geneigd te tellen als het over het al of niet goed gaan gaat. Lukas weegt. En clan mag je ook tellen', De gemeenten werden bevestigd in het geloof. Het getal gaat samen met het gehalte. Een zeldzame groei! We zien de kerk groeien in de boezem der heidenen. De zuurdesem der Schrift op een verborgen wijze in het deeg gelegd, doorzuurde het gehele deeg. Heere, laat ook van die zuurdesem der Schrift in onze gemeenten, in onze jonge harten het geloof bevestigen. Het wankelt zo vaak. Die bevestiging van het geloof mogen we niet los zien van de verordeningen in vs. 4. De gemeenten raakten bijna aan het wankelen door de sterke drang van de wetspredikers. Het staan in de Christelijke vrijheid werd hen haast ontnomen. Ze werden bijna weer met het juk der dienstbaarheid omhangen. Ze waren daardoor geschokt. De redenen die ervoor werden aangewezen waren zo overtuigend, dat ze wankelden en zich weer tot dienstbaarheid Jieten overhalen. Maar als de gemeenten het getuigenis van de apostelen en ouderlingen te Jeruzalem horen, staan ze vast.
Inderdaad! De dienst van Gocl is geestelijk! Niet letterlijk! Tot degenen die de ce-
remoniële wet verplicht stelden, werd met beslistheid gezegd: Voor ditmaal ga heen! Dat geldt ook nog voor vandaag! Het opleggen van dat juk doet de gemeente in getal verminderen. Het afwerpen van dat juk doet de gemeente overvloediger worden in getal. Geen dag ging er voorbij (dagelijks staat er) of er kwamen er bij om zich voor Christus te laten inschrijven. Het juk der wet schrikt af, maar de dienst der liefde trekt aan. Hoeveel dagen gaan er voorbij zonder dat er iemand bij komt? Staan er soms jukken achter de dëur? In één van de commentaren las ik: Voor hen die van harte de eer en heerlijkheid van Christus begeren en de welvaart der kerk en van de zielen der mensen is het een vreugde om zulk toenemen te zien.
Na in Frigië en Galatië gepreekt te hebben werden ze door de Heilige Geest verhinderd het Woord in Azië te preken. Lichamelijk heeft Paulus het in Galatië niet gemakkelijk gehad, Gal. 4 : 13, 14. Ook innerlijk werden zijn plannen doorkruist door de Heilige Geest. Ook Paulus moet God meer gehoorzamen dan de mensen. We moeten altijd in ons leven rekening houden met het handelen en willen Gods. Hoe meer we verzet plegen tegen de wil Gods, hoe meer strijd het kost. Nu mag niet in Azië gepreekt worden. Daar heeft de Heere Zijn wijze bedoeling mee. Voor een bepaalde tijd heeft de Heere hen verhinderd. Hand. 19 : 10. We hebben er al meer op gewezen dat de Heilige Geest bepaalt waar en wanneer het Woord gepreekt wordt. Nu was het voor Europa de welaangename tijd. De dag der zaligheid brak aan voor een ander werelddeel. De Heere Jezus had gunstige gedachten over Europa. Het volk dat in duisternis wandelt zal een groot Licht zien. Nog even wil ik wijzen op wat de kanttekenaren hebben gezet bij vs. 7b. En de Geest liet het hen niet toe, n.1. Jezus liet het niet toe. O, jongelui, het was Jezus' wil in Europa Zijn Naam te planten. Het is Jezus' wil jullie Zijn genade te doen preken. Het is Jezus' wil dat jullie Hem dienen met heel je hart. Mijn zoon geef Mij je hart. Ook dochters zijn van harte welkom, zie vers 14.
Daarover een volgende keer, zo de Heere wil en wij leven.
Gespreksvragen:
1. Is het gesprek tussen Paulus en Barnabas in de geest der liefde geweest? (1 Cor. 13 : 5).
2. Waarom liet Paulus Timotheus wel en Titus te Jeruzalem niet besnijden? (Gal. 2 : 3).
3. Zoek eens enkele hedendaagse verschijningen van „het juk der dienstbaarheid".
4. Ga eens uit Hand. 15 na wat de ordinantiën inhielden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1973
Daniel | 20 Pagina's