Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET FEEST DER EERSTELINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET FEEST DER EERSTELINGEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Paasfeest is voorbij. De feestgangers zijn weer naar huis teruggekeerd. De groene kleur van het graan is eerst veranderd in geel. maar nu wordt het overal wit. Het graan is rijp voor de oogst. De eerstelingsgarve van de gersteoogst is de Heere aangeboden op het Paasfeest. Voor deze plechtigheid mocht niemand iets van de nieuwe oogst gebruiken. Nu moet de oogst verder binnengehaald worden. Iedereen helpt mee. Ook de vrouwen en de kinderen. De dorpen lijken uitgestorven. Op de velden heerst grote bedrijvigheid. Met een sterk gebogen sikkel worden de halmen afgesneden. Soms snijdt men ze vlak onder de aar af. Vrouwen gooien deze afgesneden halmen in manden of korven. Als de halmen laag worden afgesneden, bindt men deze tot garven. Hier en daar blijft wel eens een halm liggen op de akker. Misschien komt er straks wel een Ruth om deze aren op te lezen. De garven worden op de ezel geladen en naar de dorsvloer gebracht, die zich buiten het dorp op een hoogte bevindt. De mooiste tarwearen worden afgezonderd. Zij zullen de Heere worden aangeboden op het Pinksterfeest.

Het Wekenfeest of Pinksterfeest.

Vijftig dagen na het Paasfeest wordt het Wekenfeest gevierd. Vanaf de dag, d.at de eerste garve van de gersteoogst is aangeboden, telt men zeven weken. Als die 49 dagen voorbij zijn, dus op de vijftigste dag, wordt het Wekenfeest gevierd. Het Wekenfeest heet in het Nieuwe Testament Pinksterfeest. Dit komt van het woord pentacosta, d.i. vijftigste.

Op reis naar Jeruzalem.

Alle afgezonderde gaven worden op één punt verzameld. Dan, als de oogst binnen is en de tijd is aangebroken, trekken de feestgangers op naar Jeruzalem. In manden of vaten worden de gaven meegedragen. Een vrolijke optocht is het. Helder klinken de fluittonen en luidruchtig is het gezang van de liederen Hammaaloth. Steeds meer feestgangers voegen zich bij de stoet. De avond breekt aan. Niemand gaat een huis binnen. In de open lucht wordt overnacht. Zo weet men zeker, dat geen mens onrein zal worden en de gave ook niet. De volgende dag trekken nog meer feestgangers met de stoet mee. Iedereen is vrolijk. Eindelijk komt Jeruzalem in zicht, de Heilige stad. De blijdschap wordt nog uitbundiger. Een bode wordt vooruitgestuurd om de priesters te vertellen, dat de stoet er aan komt. Dan trekken de priesters en levieten de tempel uit om de feestgangers te verwelkomen. Uit alle delen van het land trekt men zo op naar Jeruzalem. Het wordt heel druk in de heilige stad. Niet alleen joden, die in het land wonen trekken op naar Jeruzalem, ook de joden, die al jaren in het buitenland wonen, zijn opgekomen. Het is geen bezwaar, dat men enkele dagen te vroeg in de stad is. Er is zoveel te zien. Hier ontmoeten vrienden en bekenden elkaar. Wat hebben ze veel te vertellen.

De tempeldienst.

Om twaalf uur, in de nacht voor het Wekenfeest, gaan de deuren van de tempel open. Nu mogen de feestgangers komen om hun gaven aan de Heere te geven. De volgende dag wordt het feestoffer gebracht. Hierna wordt de Heere gedankt voor de nieuwe oogst. Van tarwemeel zijn in de tempel twee broden gebakken. Het zijn de eerstelingen van de nieuwe tarweoogst. Deze eerstelingen worden de Heere aangeboden. De priester beweegt de broden langzaam in de hoogte. Zo worden ze als het ware aan de Heere gegeven. Straks zullen de broden in kleine stukjes gebroken worden, voor elke priester een stukje.

Geen tempel meer.

Zo worden jaar in jaar uit de eerstelingen in de tempel gebracht. Dan komt de tijd dat er geen tempel meer is. Dan verandert de inhoud van het Joodse Pinksterfeest. De joden herdenken nu op dit feest, dat God de tien geboden heeft gegeven op de berg Sinaï. In de Bijbel vinden we geen enkele aanwijzing, dat het Pinksterfeest tevens gectachtenisfeest der Wetgeving was. Deze gedachte vinden we het eerst bij sommige kerkvaders. In de synagoge wordt op de dag van het Pinksterfeest de heilige kast, waarin de torahrollen worden bewaard met planten en bloemen versierd. Exodus 19 en 20 worden voorgelezen. Ook het boek Ruth wordt gelezen. Hierin vinden we immers zo'n mooie schildering van de gerste-en tarweoogst. Bovendien worden we geïmponeerd door het gedrag van Boaz, die zijn taak in de samenleving goed blijkt te kennen, en die zich in alles laat leiden door wat God in Zijn Wet geboden heeft.

Ons Pinksterfeest.

Waar denken wij aan op het Pinksterfeest? Wij denken aan de uitstorting van de Heilige Geest Eerst woonde de Heilige Geest in de hemel en werkte van daar uit op de aarde. Nu wil Hij op de aarde wonen. Eerst werkte de Heilige Geest hoofdzakelijk onder het volk Israël. Nu wil Hij ook onder de heidenen werken. Hij wil in mensenharten wonen. Hij wil onze Gids, onze Leidsman zijn. Vraag de Heere maar veel om de werking van die Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1973

Daniel | 16 Pagina's

HET FEEST DER EERSTELINGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1973

Daniel | 16 Pagina's