Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BURGER IN NOODVERPAKKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BURGER IN NOODVERPAKKING

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Christenen? ... nog nooit wat van gemerkt!

„Een haast angstwekkende illustratie daarvan heb ik eens ondervonden tijdens een afscheidsuur van ds C-compagnie op de Generaal-Majoor Kromhoutkazerne in Tilburg. Ik had ze twee maanden gehad, en de week daarop zouden ze worden overgeplaatst naar de parate onderdelen. Het was zo'n uur, waarin ik een hele compagnie bij elkaar had, een man of honderd. En natuurlijk praat je als dominee niet het hele uur achter elkaar om te eindigen met „amen" of „ik heb gezegd" waarna de mannen als schapen weer een ander leslokaal worden binnengeleid. Ze praten zelf óók, en dat wéten ze ook; ze kunnen in dat uur steeds zelf vragen stellen of opmerkingen maken. En die zijn óók eerlijk, en vaak keihard.

Zo ook die ene knaap, die aan het begin direct al opstond en zei: „Doom, dit is dus het lacitste uur dat we bij U hebben ... en ik heb nog nooit wat gevraagd„ maar noit zou ik toch wel eens wat willen weten . . . Moet U horen . . . Ik heb U twee maanden lang steeds weer over God en Jezus en het geloof en zo horen praten, maar dacht U eigenlijk werkelijk dat iemand van ons ook in die Jezus gelóóft? "

Pak an die vraag!

Daar sta je dan. En je ziet die hele meute voor je. En je weet, dat daar van alles onder zit: Hervormden, Gereformeerden, Vrijgemaakten, Christelijk Gereformeerden, jongens van de Gereformeerde Gemeenten, ja, natuurlijk ook een deel buitenkerkelijken, enfin van alles, en nu wordt pats boem die vraag gesteld: (niet „dacht u dat er kèrkelijken onder ons zouden zijn? " maar: ) „dacht u dat er jongens onder ons zijn die ook gelóven!? "

Ik kon werkelijk niet anders, dan die vraag met een tegenvraag beantwoorden en ik zei: „Kere|l„ heb je dat in deze twee maanden nog nooit aan iemand gemérkt? " En heel rustig, met een haast angstwekkende, beklemmende vanzelfsprekendheid reageerde hij: „Nee, doom ik zou niet weten waaraan!"

Dat was een géselslag over alle „gelovige" jongens in de compagnie. En dat heb ik ook gezégd!

Kijk, er wordt dan altijd weer ontzettend veel gelamenteerd over de afvalligen van het geloof, en dat er zoveel buitenkerkelijkheid is en het is toch wat te zeggen tegenwoordig met die werëld van vandaag, ja, maar er mag óók wel eens gelamenteerd worden over de zogenaamde „kerkelijken", waar de buitenkerkelijken dan twee maanden lang op de kamer helemaal niets bijzondersniets eigens, niets van een eigen , indentiteit" aan merken! Hoe kan dat nou? Zijn ze dan alleen maar „gelovig" in het weekend bij pa en ma thuis en in het eigen veilige dorp en op de eigen veilige vereniging en in de veilige eigen kring en daarbuiten niet? Passen ze zich dan geruisloos en bangelijk en voetsstoots aan bij de buitenkerkelijke massa en meerderheid, bevreesd om op te vallen? Zoai!s een Petrus, die zodra een dienstmeisje aan hem vroeg: „Hoort ook gij niet bij Jezus van Nazaréth? " zelfs onder vloeken en eden riep: „Ik niet!"? Dat vraag ik me heel vaak af tijdens uren Geestelijke Verzorging: niet: „waar zijn de buitenkerkelijken? " (want die doen echt hun mond wel open) maar: „waar zijn de gelóvenden? " (want die doen hun mond — haast — nóóit open!). Waar is hun eerlijkheid?

En dat heb je overal. Echt niet alleen op de uren G.V. Maar ook in de eetzaal; opvallend weinig knapen die bidden en danken bij hun eten. En dan hebben ze, a|ls je ze er naar vraagt, onmiddellijk een excuus: ja, doom. dat is zo moeilijk, want het is hier het cafetariasysteem, en om je heen zitten ze te kletsen en te lachen en dan gaat dat eigenlijk niet . . .

(vervolg op blz. 463)

BURGER IN NOODVERPAKKING

(vervolg van blz. 461)

En je hebt het op de kamer: direct maar meedoen met de vuile moppen en de sexblaadjes en als je avondpermissie hebt je óók vol laten lopen met bier („want je kunt toch geen spelbreker zijn? ") en ook achter de rokken aan. En (soms) óók bij terugkeer in de kazerne van weekend je verlovingsring afdoen en bij vertrek met weekend naar huis de verlovingsring weer aandoen . . . Want je doet immers méé!"

Dat is een verhaal dat ontleend is aan het boekje: „Soldatendominee" van ds. J. J. Poort. Het is een uitgave van „De Banier" en kost ƒ 3, 75. Het boekje (86 bladzijden) geeft een kijkje in de keuken van een legerpredikant. Meestal staat de legerpredikant, aan het voorfront, alleen en moet hij zich bijzonder laten leiden door: „Niet de uitslag, maar cle opdracht beslist."

Het boekje is verder bedoeld als voorlichting voor de a.s. militarien uit de Gereformeerde Gezindte en de ouders van onze jongens.

We kunnen dit vlot geschreven en goed verzorgd boekje, met een afwisseling van ernst en humor, van harte aanbevelen aan onze jongens én aan hun vriendinnen en verloofdes! Kopen, lezen en ter harte nemen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1973

Daniel | 16 Pagina's

BURGER IN NOODVERPAKKING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1973

Daniel | 16 Pagina's