Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE MACHT DER OVERHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE MACHT DER OVERHEID

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Alle ziel zij de machten over haar gesteld onderworpen". (Rom. 13 : la).

De macht der overheid. Daarover gaat het in het 13e hoofdstuk van de brief die Paulus aan de Romeinen schrijft. Een zeer aktueel onderwerp, zowel voor de christen van de eerste eeuw, alsook voor ons, die in de 20e eeuw leven.

Zoals er nu mensen zijn die geen machten boven zich willen erkennen, zo waren er ook in de dagen van de apostel Paulus, ofschoon de oorzaak daarvan wel verschillend is. Degenen aan wie Paulus hier schrijft zeiden: hoe zou een christen, een mens die door Christus' bloed verlost is en door Zijn Geest geregeerd wordt, dienstbaar kunnen zijn aan een aardse macht?

Daar kwam bij dat de overheden in die tijd iedere religie, die de Romeinse staat met haar ideeën niet behartigde, haatten. Sommige christenen zagen dan ook mede daardoor in de onderworpenheid aan de overheid een band die hen belemmerde om hun Koning, de Heere Jezus Christus, te dienen.

Maar zij die in onze dagen geen machten boven zich willen hebben, zien de heerschappij van de overheid als een band die hen belemmert om zich uit te kunnen leven in allerlei goddeloosheid.

Maar wat zegt nu van Godswege de apostel aan alle mensen en voor alle tijden? „Alle ziel zij de machten over haar gesteld onderworpen".

Onder deze machten hebben wij te verstaan onze Koningin met haar ministers, maar ook alle mensen die over anderen gesteld zijn.

Zij bezitten een recht om over ons heerschappij te voeren. Dit recht hebben zij niet van andere mensen of van zichzelf, maar van God. Want, zo zegt de apostel, „er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd". Daarom moet alle ziel aan de machten over haar gesteld onderworpen zijn.

Alle machthebbers zijn van God aangesteld. God staat achter hen. Door hen wil God ons regeren. Degene die zich clan ook tegen cleze machten stelt, verzet zich tegen God. Hij wederstaat het bevel Gods. „En die ze wederstaat zullen over zichzelven een oordeel halen", zegt de apostel.

Dit oordeel ziet niet in de eerste plaats op het eindgericht, maar op de straf die de overheid de ongehoorzamen gerechtelijk en van Godswege oplegt. Deze straf heeft de ongehoorzame aan zichzelf te wijten. De apostel laat goed uitkomen dat wij met een Goddelijke instelling te doen hebben, die een Goddelijk recht bezit.

De noodzaak van de overheid wortelt in onze val in Adam. Daar hebben wij de duivel als koning over ons uitgeroepen, hetgeen zich op schrikkelijke wijze openbaart in degenen, die hun naasten doden, bestelen, enz.

Dit overtreden van de goddelozen heeft cle overheid te bestrijden en de „onschuldigen" te beschermen. Zij is in Gods hand het enige middel om deze wereld voor haar ondergang te behoeden en de wettige orde daarin te handhaven.

Daarom heeft men de overheid te eerbiedigen. „Want de oversten zijn niet tot een vreze den goeden, maar den kwaden. Wilt gij nu de macht niet vrezen, doe het goede, en gij zult lof van haar hebben", zegt de apostel.

De goeden hebben de overheid niet te vrezen, maar de kwaden wel.

„Want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want zij draagt het zwaard niet tevergeefs".

De overheid die trouw is aan haar opdracht van Gocl, zal cle overtreders van de door haar uitgevaardigde wetten straffen. Zij zal tonen dat zij het zwaard der gerechtigheid, wat God haar gegeven heeft, niet tevergeefs draagt, „maar een wreekster is tot straf degene, die kwaad doet".

Niet alleen om de toorn Gods in de strafoefening van de overheid over de ongehoorzamen, maar ook om des gewetens wil is men verplicht de overheid te gehoorzamen. Dit laatste zegt ons, dat niet alleen Gods spreken in de Heilige Schrift, maar ook Zijn spreken in het geweten', ons verplicht onderworpen te zijn aan degenen, die God over ons gesteld heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 1973

Daniel | 20 Pagina's

DE MACHT DER OVERHEID

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 1973

Daniel | 20 Pagina's