VERSCHIL EN/OF OVEREENKOMST TUSSEN ZENDING EN EVANGELISATIE

Wat is het verschil tusse7i of de overeenkomst van Zending en Evangelisatie?

De overeenkomst van beide ligt samengevat in de woorden' van cle Heere Jezus vlak voor Zijn opvaring ten hemel tot Zijn discipelen, en in hen tot al degenen die tot Zijn ambtelijk dienstwerk geroepen worden; n.1. in Hand.' 1:3: En gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde". Dat houdt in het Evangelie te verkondigen aan hen die nabij en ver zijn. De Heere wil Zich verheerlijken met Zijn genade in allerlei soort van mensen, uit alle geslachten, talen, volken en natiën.

Het verschil is echter clat Evangelisatie nauw te maken heeft met de openbaring van Gods Verbond. Daarom is het m.i. bijbels als Evangelisatie voorrang heeft bij Zending. Dit is in veel gemeenten echter anders. Is dit misschien omdat de Zending meer tot onze fantasie spreekt?

In het Oude Testament lezen we dat de Heere Zijn knechten de profeten eerst zendt naar Zijn afkerig volk, om Efraïm zijn krankheid en Juda zijn gezwel bekend te maken. Daarom, zegt de Heere, heb Ik ze behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood door de redenen. Mijns monds (Hos. 5, 6).

In het Nieuwe Testament lezen we dat de Heere Zijn discipelen voor de eerste keer uitzendt, zeggende: Gij zult niet heengaan op de weg der heidenen, en gij zult niet ingaan in enige stad der Samaritanen. Maar gaat veelmeer heen tot de verloren schapen van het huis Israëls (Matth. 10 : 5, 6).

Deze moest het Evangelie eerst gepredikt worden. En als de opgestane Heiland Zijn discipelen uitzendt als getuigen van Hem, zegt Hij: En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem" (Luk. 24 : 47).

En tenslotte gaat Paulus in alle plaatsen waar hij op zijn zendingsreis komt, eerst tot zijn broederen naar het vlees. Eerst de Jood en dan de Griek. Evangelisatie heeft te maken met het Verbond, ook vandaag nog. In de eerste plaats moet de boodschap des heils gebracht worden' aan de kinderen en kleinkinderen van de verloren zoon. Duizenden zijn er die van God en Zijn dienst vervreemd zijn, die óf zij, óf hun ouders óf grootouders geleefd hebben op het erf van het Verbond, ja velen dragen nog het teken van het Verbond aan hun voorhoofd. Velen onder hen hadden Godvrezende voorouders. Dit nu zijn cle verloren schapen van het huis Israëls.

Dit geldt ook voor hen die leven onder de leugen'leer van Rome; want de stroombedding van Gods kerk liep in de middeleeuwen dwars door de kerk van Rome heen. Evangeliseren is tot die allen de boodschap te brengen: „Keer weder tot God en Hij zal tot u wederkeren". O Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees niet, zeg de steden van Juda: „Zie hier is Uw God". Die boodschap mag vanuit de eeuwige Verbondstrouw Gods met diepe bewogenheid gebracht worden: „wij bidden van Christus wege; laat u met God verzoenen". Maar de kerk des Heeren wordt ook opgeroepen om het Woord Gods te verkondigen in die landen en streken waar het nog nooit gehoord werd. Dat is de blinde heiden, nog van Gocl gescheiden. Tot nu toe zonder Christus, vervreemd van het burgerschap

Israëls, en vreemdelingen van de Verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld.

Evangelisatie en Zending is alzo opdracht des Heeren, en daartoe heeft de kerk zich ook altijd te beijveren. Een' gemeente die alleen maar kollektes houdt voor de Zending en die het Evangelisatiewerk en het financieel steunen ervan stilzwijgend voorbijgaat, voldoet niet aan de volle roeping van de Koning der Kerk. Bij dit werk moet het ons evenmin als bij Paulus gaan om succes, al het sensationele moet ons vreemd zijn.

Een rustig en waardig getuigenis het rijke Evangelie van Gods genade. van

Het is de roeping der kerk des Heeren in alles de eer en de verheerlijking des Heeren te zoeken en een bewogen hart voor het heil van onze naaste. Dat begint in uw eigen huis, vandaar naar uw buurman en gaat door tot in de binnenlanden van West-Irian en Nigeria.

„Gij zult Mijn getuigen zijn " dat is de roeping niet alleen tot Gods knechten, doch in het bijzonder tot geheel de kerk om zowel voor de verloren schapen, alsook voor de blinde heidenen als middelen Gods dienstbaar te zijn opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen, alle knie, en alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders. De grote les die we echter allen, ook vandaag, moeten Ieren, dat is dat niet één schepsel in staat is een mensenhart te bekeren.

Maar al de heidenen, Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren.

Want Gij zijt groot, en doet wonderwerken; GIJ ALLEEN ZIJT GOD.

Heb je vragen?

Stuur ze aan het bondsbureau!

In de rubriek „Spectrum" zullen ze behandeld. worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen