Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZIEKTEN IN DE BIJBEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZIEKTEN IN DE BIJBEL

12 minuten leestijd

Dat de Bijbel een rijke bron voor medische gegevens is, bevestigen de lange reeks van werken die over het onderwerp „Ziekten in de Bijbel" verschenen zijn. Niet alleen de geneeskundigen, maar ook de theologen hebben van tijd tot tijd zich neergezet om zo mogelijk een volledig overzicht van het medische feitenmateriaal te geven. Naast de meer ijverige dan intelligente bewerkers van reeds eerder verzamelde gegevens, waren er cle spitsvondige medici die nieuwe „ziekten" signaleerden en zowaar nóg een andere diagnose wisten te bedenken, en waren er de onvermoeibare theologen die zich genoodzaakt voelden van hun afwijkende mening of nét even andere exegese blijk te geven. Wellicht dat deze bijbelzifterijen Robert Mead ertoe hebben gebracht, zijn in 1744 verschenen boekje over de „Medica Sacra" te sieren met het opschrift: Beproeft alle dingen; behoudt het goede" (1 Thess. 5 : 21). Er schuilt immers een onmiskenbaar gevaar in het hanteren van de Bijbel met een ander doel voor ogen dan waarvoor ze is bestemd. De Bijbel is niet geschreven om patho-biografieën te schrijven en om medisch historische gegevens te verschaffen. Wel om ons van materiaal te voorzien, dat ons in staat stelt een beeld te geven van de bijbelse opvatting van ziekte, gezondheid en genezing. Nergens is dat duidelijker dan bij de vraag van de discipelen aan Jezus naar cle oorzaak van de aangeboren blindheid, welke vraag niet met een medisch exposé over het waarom wordt gevolgd, maar beantwoord wordt met een „waartoe": e werken Gods in hem zouden geopenbaard worden" (Joh. 9 : 3b). „opdat

In dit artikel willen we een aantal van de medische gegevens uit de Bijbel onder de aandacht brengen, het daarbij aan meer theologisch geschoolden overlatend om met behulp hiervan de bijbelse visie en christelijke ethiek te construeren. Het materiaal is hier willekeurig gerangschikt; géén strikt chronologische, géén rangschikking naar organen en lichaamsfunkties, noch een biografisch geordend geheel. *)

Ook de tekstverwijzingen zijn spaarzaam geplaatst; één enkele vingerwijzing zal voor de bijbelkenner of Trommiusbezitter voldoende zijn om een en ander uit te werken.

Ziek zijn behoort, als gevolg van de zonde, tot de mogelijkheden die een mens van wieg tot graf kunnen overkomen. De blindgeborene en Mozes, wiens 120-jarig oog „niet donker" was geworden (Deut. 34 : 7) vormen in dat opzicht een schril contrast. Oogziekten waren overigens zoals bekend zeer frequent: iet alleen Lea (Gen. 29 : 17), Izak (Gen. 27 : 1), Jakob (Gen. 48 : 10): li (1 Sam. 4 : 15) en Ahia (1 Kon. 14 : 4), wisten wat het betekent om slecht te kunnen zien. Anderen die tot de groep van

oogzieken behoren zijn de opzettelijk verwonde Simson (Richt. 16 : 21), Zedekia (2 Kon. 25 : 7) en de mannen van Jabes (2 Sam. 11 : 2) en verder de priester „met een vel op zijn oog" (Lev. 21 : 20) of hoe men deze laatste tekst ook wil vertalen. Denk ook aan de rol die de blinden spelen bij de wonderen van Jezus en zijn discipelen. Bekend is het probleem van de ziekte van Paulus, wat de meesten toch voor een oogaandoening houden, hoewel er even zoveel tegenstanders zijn die epilepsie, hoofdpijn, malaria en talloze psychische afwijkingen voorstellen. De gedachte dat Paulus ook een afwijkende lichaamsbouw had, geeft me de gelegenheid een drietal willekeurige aandoeningen uit te werken. Paulus zou o.a. klein en kaal zijn geweest, terwijl zijn benen krom waren. Kleine mensen zijn minder vertegenwoordigd in de Bijbel dan de grote: an Zacheüs staat het duidelijk (Luk. 19 : 3), Markus noemt „Jakobus, de kleine" (Mark. 15 : 40) en waarschijnlijk was Hadad eveneens klein (1 Kon. 11 : 17) terwijl de Talmoed ook van Nebukadnezar een dwerg wil maken. Tegenover dit alles staan de Enakieten (Num. 13 : 33), Og (Deut. 3 : 11) en Goliath (1 Sam. 17 : 4) en zijn broer Lachmi (1 Kron. 20 : 5). De reus te Gath had daarbij nog 12 vingers en 12 tenen (1 Kron. 20 : 6). Duidelijker dan de gegevens over de kaalheid van Paulus is die van Elisa (2 Kon. 2 : 23). Ook de „gladdigheid" van Jakob's hals en handen stonden in fel contrast met de beharing van zijn tweelingbroer Ezau (Gen. 25 : 25, rood haar? ) Enkele jaren geleden kwam een Amerikaans medicus met de bewering dat Ezau een ziekte aan de bijnieren moet hebben gehad, welke aandoening niet alleen gepaard gaat met een robuuste en behaarde lichaamsbouw, maar ook met aanvallen van ernstig suikertekort in het bloed. Zo'n aanval zou clan beschreven staan in de eis om het „linzenkooksel", nodig om hem van een' gewisse dood te redden (Gen. 25 : 32).

De kromme benen tenslotte brengt ons tot de lange rij van afwijkingen aan de ledematen en de lammen en kreupelen. De bekendste vertegenwoordiger van deze groep in Mefiboseth, die „lam van lenden" (niet lamlendig!) aan de tafel van David zat. (2 Sam. 9 : 10). Het is onjuist om de oorzaak van dit handicap geheel aan zijn voedster toe te schrijven: en lette erop dat deze zoon van Jonathan al verlamd was zodat de daardoor verzwakte botten beslist niet tegen de val van zijn voedster bestand waren (2 Sam. 4 : 4). Botbreuken onzichtbaar laten genezen kende men in Israël blijkbaar nog niet, reden waarom de priesters die ooit iets hadden gebroken niet mochten dienen (Lev. 21 : 19). Fataal was de val van Eli, (1 Sam. 4 : 18) waarbij de hoge ouderdom er wel de oorzaak van geweest zal zijn dat deze geringe val hem „de nek kostte".

De vrouw die „zich ganselijk niet kon oprichter." (Luk. 13 : 11) is nauwelijks opvallend, temidden van de „grote menigte blinden, kreupelen, verdorden" die Jeruzalem rijk was (Joh. 5 : 3). Om van deze hoofdzakelijk uitwendige ziekten af te stappen moeten we nog wijzen op de huidaandoeningen. Boekenkasten vol zijn geschreven over de uitvoerig gedetailleerde ziekte in Lev. 13, waarschijnlijk lepra, de ziekte waaraan ook Naaman en Gehazi (2 Kon. 5), Mirjam (Num. 12 : 10), Uzzia (2 Kron. 26 : 20) en Simon (Mark. 14 : 3) leden. Jacob's „boze zweren" zullen wel altijd stof geven tot speculeren over de vraag of dit lepra, eczeem, lues, pokken, of zelfs elefantiasis (!) is geweest. Ook Hiskia had een huiddefekt (2 Kon. 20 : 7). Een' spitsvondige rabbijn concludeerde uit het (toch wel opmerkelijke) meervoud van de begraafplaatsen van Jefta (Richt. 12 : 7) dat deze een lepra-patiënt was, bij welke ziekte immers de aangedane lichaamsgedeelten telkens worden afgestoten!!

Een opsomming van huidziekten vinden we ook in Deut. 28 : 27 waar sprake is van „zweren van Egypte", „spenen" ( = pestbuilen? ), „droge schurft" (in Lev. 21 : 20 is ook sprake van „etterige schurft") en „krauwsel" (= psoriasis, een jeukende ziekte). In hetzelfde hoofdstuk wordt enkele verzen eerder een aantal inwendige ziekten genoemd, wat ons in de gelegenheid stelt een keuze uit deze onafzienbare groep te doen. We gaan dus voorbij aan de jicht of, waarschijnlijker, het weefselversterf door aderverkalking van Asa (1 Kon. 15 : 23), de „rode loop" (= dysenterie) van de vader van Publius (Hand. 28 : 8), de darmziekte van Joram (2 Kron. 21 : 14), de spraakstoornissen van Mozes (Ex. 6 : 29), Paulus (? ) en Zacharia (door een trombose in de hersenen? Luk. 1 : 22), de ziekte van Herodes (Hand. 12 : 21-23), de waterzuchtige en

de bloedvloeiende vrouw (resp. Luk. 14 : 2 en Matth. 9 : 20), etc. etc.

Deuteronomium 23 : 22 spreekt over „tering", „koorts" (N.B. koorts is eeuwenlang als ziekte en niet als symptoom beschouwd), „vurigheid" ( = ontsteking), „hitte" (volgens sommigen brandwonden, volgens anderen typhus), „droogte", „brandkoren" (= plantenziekte? ) en „honingdauw". Het valt niet moeilijk dit soort opsommingen voort te zetten. Ik wil met een enkele uitweiding over „honingdauw", „onzinnigheid" en de „verbaasdheid des harten" (Deut. 28 : 28) deze bijbelexcurs besluiten.

De discussie rond de ziekte, bedoeld met het door de statenvertalers genoemde „honingdauw", behoort grotendeels tot die twistgesprekken waarbij het op de vertaling aankomt. Het grondwoord jêrakön kan men vertalen met honingdauw, waarbij we dus een plantenziekte bedoelen. Het is echter ook mogelijk het woord met „bleekheid" te vertalen (zie bijv. Jer. 30 : 6) wat Preusz ertoe bracht om hier aan bloedarmoede te denken. Gordon ziet meer in een afleiding van het woord voor „geel-groen" en vertaalt hier geelzucht! Dat laatste vermoeden blijkbaar ook de Septuagintvertalers die hier het woordje okra = oker gebruiken. Het woordje „onzinnigheid" brengt ons bij de psychiatrie, een rijk vertegenwoordigd onderdeel van de ziekten in de Bijbel. Vooral in het Nieuwe Testament spelen de met de duivel bezetenen een grote rol. Do bezetene van Kapernaüm (Mark. 1 : 23) en de zich Legio noemende mens van Gadara (Luk. 8 : 27), de maanzieke knaap (Matth. 17 : 15) en verder Maria Magdalena (Luk. 8 : 2). Dat het rappe oordeel dat ook wij nog altijd klaar hebben voor iemand wiens handelwijze we niet begrijpen tevens aan de Joden bekend was blijkt wel uit hun visie op Johannes de Doper: hij is gek!" (Luk. 7 : 33). In het Oude Testament staan vooral Saul en Nebukadnezar op de voorgrond van dit bonte toneel. Fraai is de theorie dat Saul een langzaam groeiend tumortje in zijn hersenen zou hebben gehad. Aanvankelijk veroorzaakte dat zijn grcei-afwijking, later kwam daar de psychische stoornis bij (melancholie) welke tenslotte uitmondde in de wanhoop van zijn zelfmoord. Ook het opvallende feit dat hij tot tweemaal toe David niet weet te raken met zijn spies, terwijl hij toch een bedreven krijgsman was pleit hier voor de gestelde diagnose: et is bekend dat zo'n tumor spoedig aanleiding geeft tot afwijkingen aan het gezichtsveld!!

Nebukadnezar's ziekte (Dan. 4) is een prachtig voorbeeld van de Insania zoanthropica, een psychische ziekte waarbij men zich gedraagt als een dier. In de geschiedenis van cle geneeskunde vinden we herhaald dit ziektebeeld terug, vooral die vorm waarbij men zich als een wolf gedraagt. De verklaring van deze passage bij Daniël is niet eenvoudig, maar het is toch al te goedkoop om het als legende naar het rijk der fabelen te verwijzen. Het valt te begrijpen dat dergelijke bijbelpassages gretig worden gehanteerd door psychiaters om er hun verklaringen van de werking van de menselijke psyche op los te laten. Ook voor cle verschillende dromen die in de Bijbel te vinden zijn weten zij een passende verklaring, die meestal geheel niet „past" in de bedoeling van de Bijbel, en die we hier maar stilzwijgend voorbij gaan. Wel noemen we nog de „liefdeshysterie" van Amnon (2 Sam. 13 : 2), de hoofdpijn van het kind van de Sunamietische (2 Kon. 4 : 19), de simulatie van David te Gath (1 Sam. 21 : 13) met cle opmerkelijke toevoeging clat de koning van die stad geen gebrek aan gekken had! Barzillai wordt ons voorgesteld als een zeer oude man (80 jaar) die geen onderscheid meer weet tussen goed en kwaad, wat op een zekere mate van seniliteit wijst (2 Sam. 19 : 35). Als afsluiting van deze groep ziekten noem ik nog Ezechiël die herhaaldelijk als stom wordt voorgesteld (Ezech. 3 : 26, 24 : 27 etc.) wat in combinatie met de andere gegevens die zijn profetie opleveren voor de ijverige zoeker, de theologen en medici er toe hebben gebracht hem te verdenken van „gebrek aan inspiratie, afasie, een spraakgebrek, aanvallen van bewusteloosheid, epilepsie, schizofrenie, hallucinaties, enz." om dan nog maar te zwijgen van de voorstellen die de Freud-fans m.b.t. zijn visioenen hebben gedaan! We keren terug naar de laatste uitdrukking die we nog zouden bekijken, namelijk de „verbaasdheid des harten". Alweer een veelheid van andere mogelijkheden om te vertalen: insverbijstering, zinloosheid, razernij, sufheid, verveling, opwinding etc. Dat alles totdat een zeer geleerde in Amerika er de oplossing voor meende te weten: ier zou bedoeld zijn de angina

pectoris, een ziektebeeld dat gekenmerkt wordt door een snoerende pijn op de borst na inspanning van een slecht doorbloed hart!! Terecht wees toen een kritisch recensist erop dat de Psalmdichter met de uitdrukking „ruim van hart" (Ps. 101 : 5, ruim = trots) toch ook niet een verwijd hart heeft bedoeld. Al zal men elders zoals bijv. bij de uitdrukking „hun ogen puilen uit van vet" (Ps. 73 : 7) het beeld wél letterlijk nemen, we willen de lezer het amusante dat de literatuur in dit soort speculaties biedt liever onthouden. Wellicht dat nu wel duidelijk is waarom Mead uit 1 Thess. 5 : 21 citeerde!

Er zijn nog twee onderwerpen clie, hoewel ze strikt genomen niet tot de ziekten behoren, toch niet mogen ontbreken aan een opstel over de bijbelse ziekten, namelijk de ouderdom en de onnatuurlijke dood.

We noemden reeds enkele mensen met ouderdomsgebreken, zoals Barzillai, Izak, Mozes en kunnen daar Naomie (Ruth 1 : 11), Samuël (1 Sam. 28 : 14) aan toe voegen. Van David wordt een bekende ouderdomskwaal genoemd, namelijk dat hij geen „warmte" kreeg, ondank het geven van dekens (1 Kon. 1 : 1). De daarbij toegepaste therapie moge dan wel merkwaardig aandoen, onbekend is zij in de geschiedenis der geneeskunde zeker niet. In Prediker 12 wordt ons een lange lijst van aftakelingsverschijnselen symbalisch voorgeseteld, waarbij het niet moeilijk is de vermindering van psychische functies, het beven der handen, het kromgroeien der benen, het uitvallen van de tanden en de oogbezwaren te herkennen, evenals het dovig worden, het moeilijker spreken en het minder goed kunnen verdragen van inspanning. Zacharia informeert ons over het noodzakelijk gebruik van een stok door bejaarden (Zach. 8 : 4). Wie de Bijbel nauwkeurig doorleest wordt praktisch geen enkel detail van de zwangerschap, de baring en het kraambed onthouden. Voor dat laatste verwijs ik naar Ezechiël d.ie een fraaie beschrijving geeft van de taken van een vroedvrouw: le navel afsnijden, met water wassen, met zout inwrijven, in windselen winden, bloed verwijderen etc. (Ezech. 16 : 4 en 6). Tragisch is de afloop van de bevalling bij Rachel (Gen. 35 : 16) en van Michal (2 Sam. G : 23), lezen we dat ze geen kind had „tot cle dag van haar dood toe". Hiermee zijn we gekomen bij de onnatuurlijke dood. We laten de oorlogsslachtoffers en de massale sterftes na het optreden van de „engel des verderi's" hier buiten beschouwing.

Van de moordgevallen wijs ik op de listig uitgevoerde actie van Eglon, die ondanks het feit dat hij links was, de dolk zo goed wist te hanteren dat het „vet om het lemmer toesloot" (Richt. 3) en op het geschikte plekje, waar Joab Amasa wist te treffen (2 Sam. 20 : 10). Het is een lange rij van namen die te rekenen zijn tot onze laatste groep: e vrouw van Lot sterft als een zoutpilaar (Gen. 19 : 26), de dood van Nadab en Abihu (Num. 28 : 61) en van Korach en zijn vrienden (Num. 16 : 33); Nabal sterft terwijl „hij werd als een steen" (1 Sam. 25 : 37), Usa sterft bij het aanraken van de ark (2 Sam. 6 : 7) en Annanias en Saffira vallen plotseling dood neer (Hand. 5 : 5 en 10). Met het noemen van de zelfmoord van Saul, Achitofel, Judas, Abimelech, Simri en Simson sluiten we het onderwerp „Onnatuurlijke dood" af.

Het kon niet anders of een behandeling van de ziekten in de Bijbel op enkele pagina's druk moet het kenmerk dragen van beperkingen en opsomming. We hopen echter dat het gegeven overzicht cle lezer voldoende materiaal zal bieden om verder te zoeken naar ziekten, kwalen en andere aandoeningen, zoals de Bijbel ons die bericht.


*) Schrijver dezes hoopt over enige tijd zijn „Patiënten" in de Bijbel" te publiceren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 augustus 1974

Daniel | 20 Pagina's

ZIEKTEN IN DE BIJBEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 augustus 1974

Daniel | 20 Pagina's