Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MET CITER EN CIMBAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MET CITER EN CIMBAAL

8 minuten leestijd

Wanneer we denken aan muziek in het Oude Testament, dan gaan onze gedachten in veel gevallen uit naar David, die als jonge man bij Saul op de harp speelde, psalmen dichtte, en als koning de tempelmuziek instelde. En terecht, want van alles wat er in het Oude Testament over muziek geschreven is, neemt de tempelmuziek de grootste plaats in.

Doch daar de eerste hoofdstukken van de Bijbel reeds melding maken van zang en muziek, is het zinvol om hier eerst enige aandacht aan te schenken.

In Gen. 4 : 23-24 wordt gesproken van Lamech, die zichzelf bezingt in enkele poëtische strofen, die een duidelijk beeld geven van het oosters parallellisme, een dichtvorm waarbij in een zin iets wordt gesteld, dat in de volgende zin (de contrazin) met andere woorden wordt herhaald. , , Hoort mijn stem, gij vrouwen van Lamech (zin), neemt ter ore mijn rede" (contrazin). Dit kuituurlied is een van de eerste vormen van zingen die de Bijbel ons beschrijft.

Instrumenten.

In hetzelfde hoofdstuk (Gen. 4) wordt ons verteld, dat een van de zonen van Lamech, Ju'oal. instrumenten bouwde, en wel orgelen en harpen. Dit waren primitieve snaar-en blaasinstrumenten, die nog ver verwijderd waren van de onder ons bekende orgels en harpen. In de tijd dat de mens zich vanuit het tweestromenland verder over de aarde verspreidde, ontwikkelden ook zang en muziek zich. Onderzoekingen en opgravingen uit Oud-Babyion en Egypte tonen aan dat bij deze heidense vroege kuituren de zang en muziek gekoppeld was aan de religie. In Babyion zowel als in Egypte werd gebruik gemaakt van kleppers, trommels, fluiten, harpen en lieren. Naarmate de kuituren zich ontwikkelden in

deze landen, werden de instrumenten talrijker en kwam de muziekbeoefening ook los van de godsdienst te staan. De kuituren hebben ook een grote invloed op elkaar uitgeoefend, wat hun ontwikkeling stimuleerde. Wanneer de kinderen Israëls aan de Rode Zee de ondergang van Farao en zijn legers bezingen, bedienen ze zich van instrumenten en uitingsvormen, die duidelijk Egyptisch zijn: met trommelen en met reien zingen zij de Hccre.

Psalmen.

In dit lied dat de kinderen Israëls hierbij aanheffen, toont de Bijbel ons voor het eerst een lied, waarin de daden Gods worden bezongen. Dit is het kenmerk van de psalmen uit de Bijbel: alleen de levende God staat centraal, niet de mens, zoals in het „opschepperige" lied van Lamech, uiteraard ook niet een afgod, zoals in vele heidense „psalmen" afkomstig uit Babyion en Egypte. Hun literaire schoonheid mag dan door de onderzoekers geroemd worden, en sommigen mogen zelfs van mening zijn dat ze nog van invloed geweest zijn op de Bijbelse psalmen, die enkele eeuwen later hun bloeitijd beleefden, toch blijft dit heidense literatuur.

Signaalinstrumenten.

Ook de muziekinstrumenten dienden in het volksleven van Israël primair tot verheerlijking van God. Daarnaast hadden ze echter nog een andere funktie. Tijdens de woestijnreis werd onder het volk Israël de Levitische eredienst ingesteld, met de vele ceremoniële wetten. Er wordt ook door de Heere bevel gegeven tot het vervaardigen van twee zilveren trompetten. Op deze trompetten kon op verschillende manier worden geblazen. Zij moesten dienen om de gehele vergadering op te roepen, of soms ook wel alleen de oversten van duizend. Ook bij het opbreken van het leger, bij het ten strijde trekken tegen de vijand, aan bet begin van de maanden en bij de offers op de grote feesten werd op deze twee trompetten geblazen. Deze trompetten dienden dus zuiver als signaalinstrumenten.

Een ander signaalinstrument was de bazuin, ook wel bekend als de ramshoorn, die een donkerder klank had dan de trompet. Op de bazuin werd o.a. geblazen aan het begin van het jubeljaar, op het Nieuwjaarsfeest en bij de troonsbestijging van een koning. Bij de val van Jericho's muren bliezen de priesters op ramsbazuinen, en ook bij de bende van Gideon treffen we bazuin aan.

Andere muziekinstrumenten.

De in Exodus 15 genoemde trommels en reien vinden we terug bij de zegevierende overwinnaars Jeftha, Saul en David. Bij de laatste wordt er nog aan toegevoegd: „en met muziekinstrumenten". We lezen ook van David, dat hij, naast z'n herdersfluit, ook de harp bespeelt, zelfs aan het hof van koning Saul. Wanneer David later als koning de ark naar Jeruzalem opvoert, wordt er ook melding gemaakt van muzikale begeleiding met harpen, luiten, trommelen, schellen en cimbalen (dit waren twee koperen bekkens, die tegen elkaar werden geslagen). Deze laatste drie instrumenten namen een grote plaats in, daar in de muziek van die dagen het ritme, de cadans, een belangrijke plaats innam. De harmonie was niet belangrijk.

We zien dus, dat in deze tijd de ontwikkeling van de muziek, alhoewel nog in een primitief stadium, al een eind gevorderd is.

Muziek bij de tempeldienst.

Toen David de ark in de tent geplaatst had, die hij te Jeruzalem voor haar gespannen had, stelde hij sommigen uit de Levieten aan om de Heere te loven. Ook toen David de ambten instelde voor de te bouwen tempel, ruimte hij in deze geweldige organisatie van priesters en levieten een grote plaats in voor de muzikanten onder hen. Ze kregen een duidelijk omschreven taak en een goed geleide organisatie. In totaal waren er precies 4.000 zangers en muzikanten. Ze waren ingedeeld in 24 koren, 16 koren van 155 leden, en 8 koren van 154 leden. Daarnaast waren er 288 zangmeesters, eveneens ingedeeld in 24 koren van 12 leden. Deze zangmeesters moesten de anderen leiden en onderwijzen. Het geheel werd geleid door 3 opperzangmeesters: Asaf, Heman en Jeduthun. De laatste wordt ook wel Ethan genoemd, maar hij is hoogst waarschijnlijk een andere dan de dichter van psalm 89. Heman was een kleinzoon van de god-

vrezende richter Samuël, we kennen hem uit psalm 88. Ook Asaf heeft verschillende psalmen gedicht, o.a. de bekende psalm 73.

De psalmen namen in de tempeldienst een belangrijke plaats in. Hun inhoud getuigt van een bloeiend geloofsleven van de psalmdichters. Luther heeft eens opgemerkt: „In de psalmen ziet men alle heiligen in het hart". Dat is treffend juist gezegd. In de psalmen uit zich het geloofsleven in al zijn .schakeringen.

Wat de vorm van de psalmen betreft, kunnen we het volgende opmerken. De dichters hebben veelvuldig gebruik gemaakt van allerlei stijlfiguren, die in die tijd gebruikelijk waren, zoals parallellie der leden, herhaling, enz. Uit de opschriften van verschillende psalmen kunnen we afleiden, dat ze op dezelfde wijz; e gezongen werden als andere, algemene liederen. Zo betekent aijeleth hasschachar in psalm 22: op de wijze van „De hinde des dageraads", schoschannim (o.a. psalm 45) betekent: op wijze van „De leliën”.

De muziekinstrumenten, waarop gespeeld werd, waren o.a. pauken, cimbalen, schellen, fluiten, luiten, harpen, trompetten en bazuinen. Deze reeks van muziekinstrumenten doet misschien denken, dat de tempel een soort symfonieorkest rijk geweest is. Dit was echter beslist niet het geval. De instrumenten dienden vooral om het gezang, dat vrij monotoon klonk, te ondersteunen en te versieren.

Op Gods bevel.

David heeft dit alles niet op eigen houtje verordend, maar op Gods bevel. Dit lezen we bijzonder duidelijk in 2 Kron. 25 : 29, waar gesproken wordt over Hiskia, die de vervallen tempeldienst herstelt: En hij stelde de levieten in het huis des Heeren, met cimbalen, met luiten en harpen, naar het gebod van David, en van Gad, de ziener des konings, en van Nathan de profeet; want dit gebod was van de hand des Heeren, door de hand Zijner profeten". De Heere heeft dus door middel van Zijn profeten aan David de opdracht gegeven, om dit alles te organiseren. Aan de uitvoering van dit bevel heeft de Heere ook zijn goedkeuring gehecht, want toen bij de in gebruik name van Salomo's tempel het geweldige priesterkoor, aangevuld met 120 trompetten, haar stem verhief, werd de tempel vervuld met de heerlijkheid des Heeren.

Verval.

Zoals de eredienst door David is ingesteld, en verder door Salomo is uitgevoerd, is het helaas niet gebleven. Het verval van het godsdienstig leven in Israël was er de oorzaak van, dat ook de tempelmuziek verloren ging. Maar telkens, wanneer er een geestelijke opbloei kwam, zoals onder Jojada, Josia en Hiskia, werd er ook weer aandacht geschonken aan de tempelmuziek. Deze heeft echter nooit meer in de schaduw kunnen staan van de muzikale eredienst, zoals die onder David en Salomo geweest was.

Lering voor ons.

We hebben gezien, dat David op Gods bevel een bijzondere zorg had voor het muzikale gedeelte van de eredienst. Hieruit valt voor ons veel te leren. In deze schaduwdienst werden duidelijke eisen gesteld aan de heiligheid en schoonheid van zang en muziek.

Wanneer we de zang en muziek in onze eredienst bezien, moeten we helaas een zekere lauwheid constateren, inzonderheid bij de zingende gemeente. Het kan geen kwaad om onze jeugdige lezers op te wekken om in de eredienst aktief mee te zingen. Niemand denke dat dit niet zo nauw luistert, omdat het toch maar vorm is. Heeft de Heere niet het recht op een schone vorm met een wezenlijke inhoud? Een inhoud, waarvan de psalmen Davids zo rijk getuigen, een persoonlijk beleefd geloof.

Dit laatste moge ons uit genade gegeven worden, zodat ons hart en onze stem samen zullen bijdragen tot de lofzang, die uit Sions zalen tot God opklimt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1974

Daniel | 24 Pagina's

MET CITER EN CIMBAAL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1974

Daniel | 24 Pagina's