Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE ONTWIKKELING VAN MEISJE EN JONGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ONTWIKKELING VAN MEISJE EN JONGEN

12 minuten leestijd

Is het niet gewaagd cm te schrijven over verschillen tussen jongens en meisjes? Wanneer we de ontwikkelingen in onze maatschappij volgen zijn we veeleer geneigd om het gelijke tussen man en vrouw, jongen en meisje te benadrukken.

Gelijke kansen, eenzelfde beloning in het werk, dezelfde beroepen, gelijke kleding. Onze maatschappij zoekt gelijkheid, geen verscheidenheid.

De Bijbel accentueert echter niet de gelijkheid maar de verscheidenheid. De Heere God schiep de mens, „man en vrcuw schiep Hij ze" (Gen. 1 : 27). En hier vinden we de grond van deze verscheidenheid; het is Gods bedoeling dat de mensenwereld gekenmerkt wordt door tweeslachtigheid.

We weten dat dit allereerst een verschil in lichaamsbouw is en bij jonge kinderen is dit aanvankelijk het enige verschil. Maar bij het groter woeden blijkt dat het verschil in sekse niet uitsluitend een lichamelijke kwestie is, maar dat zich ook psychische verschillen gaan aftekenen. Met deze psychische verschillen willen we ons in dit artikel het meest bezighouden.

Schoolleeftijd

We wagen de sprong naar de lagere schoolleeftijd. Dan zijn intussen al heel wat veranderingen opgetreden die het niet mceilijk maken jongens en meisjes te herkennen, bijv. in het spel.

Allereerst valt op dat jongens en meisjes bij voorkeur niet samenspelen. Er is een strikte scheiding en vaak spreken ze met diepe verachting over de andere sekse. De jongens spelen bij voorkeur een wild spel, ze willen vechten en stoeien.

Ze moeten hun energie kwijt in zo aktief mogelijke bezigheden. Meisjes werden als slap en onbeduidend betiteld.

De meisjes tonen voorkeur voor veel rustiger spelen, ook zij beleven op deze leeftijd de andere sekse als vervelend, „misselijke knullen”.

Spelen met peppen, verkleedpartijen, vader en moedertje spelen, schooltje spelen, kringspelen zijn geliefde bezigheden. Het zijn spelen' die minder ruimte vragen en het zijn meestal ook ru: tiger aktiviteiten. Een verschil in belangstelling uit zich ook in de voorkeur voor verschillende soorten boeken. Bij de jongens is er een duidelijke voorkeur voor heldenverhalen en avonturenboeken. Meisjes houden van verhalen die zich in het gezin of in de school afspelen, ook zien we een voorkeur voor verhalen die typisch romantisch gekleurd zijn. De jongens hebben een duidelijke voorkeur voor de gebeurtenissen in de wereld, terwijl meisjes meer interesse tonen voor het gezins-en gemeenschapsleven.

Jongens op deze leeftijd zijn dan ook meer gericht op een aktieve beheersing van de omgeving terwijl de meisjes een meer passieve en aanvaardende gerichtheid vertonen. Eigen prestatie, eigen reputatie treden bij de jongen meer op de voorgrond en tegenover de volwassene is de houding spoedig zakelijker. Het meisje daarentegen is meer op de persoon-als-zodanig betrokken en leeft meer in de gevoelssfeer van anti-en sympathieën, van warmte en gezelligheid.

Puberteit - lichamelijke verandering

In de puberteit lijkt alles weer anders te worden. Wat ontwikkeld is en tot rust is gekomen lijkt losgewoeld en in beweging te komen.

Het lagere schoolkind is in lichamelijk opzicht tot een harmonieuze eenheid gegroeid. Dat wordit doorbroken op 11-12-jarige leeftijd met een forse lengtegrcei. Armen en

benen worden slungelig lang en het kind krijgt iets uitgegrceids.

Daarbij valt cp dat dit sneller gaat bij meisjes dan bij jongens. Waren in de lagere klassen de jongens forser en steviger gebouwd dan de meisjes, dit verandert bij de intree van de puberteit; het meisje groeit de jongen voorbij en zal ook een voorsprong behouden tot ver in de puberteit.

De snelle groei is niet meteen verwerkt, de beginnende puber kan zich lichamelijk nog niet beheersen, bonkt overal tegenaan, ploft neer en toont dat hij de spieren nog niet voldoende beheerst.

Deze veranderingen zijn bepaald door hormonale veranderingen die hun hoogtepunt bereiken in de geslachtsrijping. Bij het meisje treedt de eerste menstruatie op, bij de jongens de eerste zaadlozing met ongeveer het 12e, 13e jaar. Vaak wordt dit ervaren als een ingrijpende gebeurtenis.

Geen wonder, want de hormonale huishouding is volop in beweging en dit laat het psychisch leven niet onberoerd.

Piiherteitskrisis

In psychisch opzicht is de puperteitsfase een krisisüjd. Nu is het niet volledig waar dat deze krisis, deze puberale beroering volledig te verklaren is uit de lichamelijke veranderingen. Zorgvuldige waarnemingen tonen aan dat de puperteitskrisis niet samenvalt met de periode van de grote lichamelijke veranderingen; deze krisisverschijnselen komen pas enkele jaren later. We moeten zelfs stellen dat de krisisverschijnselen in sommige kuituren helemaal achterwege blijven. In primitieve samenlevingen voltrekt de overgang van kind naar volwassene zich zonder schokken. Daar is het vaak een uiterlijk gebeuren, waarbij de jongeren door bepaalde riten worden ingeleid in het leven van de volwassene.

Waarom is in onze maatschappij wel sprake van een puberteitskrisis? Wanneer de volwassenheid wordt uitgesteld, wanneer de jongeren na de intree van de geslachtsrijping niet als volwassenen worden opgenomen en deze verantwoordelijkheden gaan dragen, dan treedt er een psychische puberteit op. En dat is in onze maatschappij het geval waar de verantwoordelijkheden van de volwassenen en' de zelfstandigheid op veel later leeftijd verworven worden.

De puber groeit los uit de bestaande verhoudingen, hij moet leren zelfstandig te worden en op zijn eigen benen te gaan staan. En dit losmakingsproces roept vaak vele spanningen op. De kritiek ontwaakt, op ouders, op de kerk, op de ouderen in het algemeen. Dit alles hangt samen met het centrale thema in deze levensfase, n.1. het vinden van zichzelf, van het ik. Een nieuw evenwicht wordt niet gevonden voordat het oude is afgebroken en in de krisis komt. Zo zal een ontdekking van het eigen innerlijk, een verdieping van het ik-besef ook niet plaatsvinden clan nadat de rust en stabiliteit van de voorgaande fase is doorbroken.

Integratie

In deze ontwikkeling doen zich verschillen voor tussen jongen en meisje. Allereerst is er bij het meisje een duidelijker begin, de eerste menstruatie. Het puberteitsproces verloopt bij het meisje ook sneller dan bij de jongen. Meisjes hebben op deze leeftijd een voorsprong in de ontwikkeling die ze behouden tot het 18e a 19e jaar. Bij jongens verloopt het proces langzamer en is de puberteit ook een langduriger fase. Maar nog een ander verschil tussen jongens en meisjes valt op, wat net meest spreekt in de seksuele ontwikkeling.

De psychische funkties vormen bij het meisje een grotere eenheid dan bij da jongen. Zo is het nieuwe gebied van de seksualiteit bij het meisje eerder opgenomen in het geheel van de persoon. Bij de jongen blijft de seksualiteit langer tijd een min of meer zelfstandig gebied, meer gericht op driftbevrediging dan gebouwd in een relatie met de ander. Als belevingsgebied bestaat het geslachtelijk verlangen lange tijd los van het totale leven. Diep grijpt de seksuele ontwikkeling in op de belevingswereld. Dan blijft dit bij de jongen voorlopig een zelfstandig gebied. Een gebied waarin een leren leven met de ontwaakte nieuwe mogelijkheden veel moeilijkheden geeft. Bij hoeveel jongeren is op deze leeftijd juist dit niet het levensgebied waar de strijd tegen de zonde woedt? Waardoor angst, strijd, schuldgevoelens, minderwaardigheidsgevoelens opgeroepen worden. Dat komt door de verzelfstandiging van de seksualiteit in de puberteitsfase. Wanneer het geslachtelijk verlangen zich uitslui-

tend richt op driftbevrediging, wat zich in de puberteit uit in de zgn. masturbatie of zelfbevrediging, dan is deze niet opgenomen in de totale persoonlijkheid.

Kenmerk van de zonde is desintegratie, d.w.z. wat als eenheid is bedoeld valt uiteen in verschillende delen die een eigen doel volgen.

Dit „uiteenvallen" van de menselijke persoon in verschillende gerichte funkties die elkaar kunnen tegenwerken is in strijd met de oorspronkelijke bestemming van de mens. Aanvankelijk was de mens een eenheid die in al zijn verrichtingen één doel had waaraan alle funkties meewerkten, n.1. de verheerlijking van God.

Welnu, iets van deze verbrokkeling zien we terug in de ontwikkeling van jongen naar man, en in mindere mate van meisje naar vrouw. Het uiteindelijke doel is de „eenheid des levens", , de eenheid van de menselijke persoon. Dan werken de verschillende psychische funkties elkaar niet tegen, maar vormen ze een geheel, vormen ze een geintegreerde persoon. De afzonderlijke vermogens gaan dan ook niet meer hun eigen gang, leven niet meer een eigen leven maar zijn opgenomen in een groter verband.

Zo ook de seksualiteit; doel is vervlechting in de totale persoon.

Dan is het geslachtelijk leven niet meer een eigen gebied, beheerst door driftmatig verlangen, maar opgenomen in een relatie met de ander. In de volwassen liefdesverhouding is het seksuele leven niet verzelfstandigd. Het leven van man en vrouw, als het tenminste goed ligt, is een liefdeseenheid waarin de seksualiteit een plaats heeft, als uitdrukking van liefde. Het seksuele leven is niet het genieten van een avontuurtje, niet een puur driftmatig gedrag, maar de hoogste menselijke eenwording in dit leven.

Dat te leren is een belangrijke opgave in de puberteit. Een opgave die veelal met vallen en opstaan ontdekt moet worden. En een opgave die voor jongens moeilijker ligt dan voor meisjes, omdat bij jongens het seksuele leven zich opdringt in een heftige driftmatigheid die los van het totale leven staat.

Bij meisjes is al vroeger een verlangen naar tederheid 1 merkbaar, en daarin herkennen we iets van de uiteindelijke vervlochtenheid van seksualiteit en andere levensuitingen. Bij jongens minder, hoewel: als een' jongen van een meisje gaat houden dan ontdekt hij een nieuw leven waarbij hij van het driftmatige zoeken van bevrediging in de masturbatie een afkeer krijgt.

Iets van de grote verschillen tussen deze werelden wordt dan merkbaar en ook iets van het besef dat het seksuele leven niet op zichzelf gericht moet zijn maar op de ander. Dat kan een bevrijding betekenen.

Erotiek en seksualiteit

Overzien we de ontwikkelingsgang dan mag het verwonderlijk heten dat een jongen belangstelling krijgt voor een meisje. In de lagere schoolleeftijd is die interesse er niet, zo zagen we. In de puberteit wordt het andere geslacht wél aantrekkelijk. Deze aantrekkingskrachten noemen we erotiek, en allerlei relaties in de puberteit erotische relaties. Dit is wat anders dan het seksuele leven.

Erotiek uit zich in sterk gevoelsmatig gekleurde bindingen, zoals bij hevige vriendschappen, die in de puberteit kunnen ontstaan. Ook bij het dwepeyi, met oudere figuren en bij de verliefdheid.

Hier geldt weer: in de puberteit zijn seksualiteit en' erotiek gescheiden gebieden; geïntegreerd worden zij pas in de liefde van man en vrouw.

Wanneer het andere geslacht als aantrekkelijk is ontdekt treden verschillende uitingsvormen op: verliefdheid, los-vaste verkeringen, vriendschappen. Ze kunnen een bepaalde waarde hebben in de ontwikkeling naar het doel: het vermogen tot duurzaam liefhebben van de ander. In deze verhouding is de trouw een belangrijk aspekt. De genoemde „spelvormen" kunnen een schakel vormen die waarde heeft om te leren omgaan met de andere sekse.

Wanneer echter de spelvormen blijven bestaan is er iets scheef gegaan in de ontwikkeling. Naarmate jongeren meer naar de volwassenheid groeien moet aan het experimenteren een eind kunnen komen. Bovendien is geen enkele relatie, ook niet die van vriendschappen er één waarin we oppervlakkig met de ander mogen omgaan. En al glimlachen we later over ons eigen liefdesverdriet, om onze hevige verliefdheid, dit mag geen reden zijn om dan maar met de

ander te „spelen". Ook hierbij moeten we elkaar recht in de ogen kunnen zien.

Daarom mogen ouders blij zijn als hun kinderen langzamerhand groeien naar een relatie die een duurzamer karakter krijgt.

Het is een belangrijke stap op weg naar de volwassenwording: het wijst erop dat een duurzame verhouding tot de mogelijkheden behoort.

Blijven steken in los-vaste verhoudingen, bovenal in de flirtende omgangsvormen, doet een onrijpheid vermoeden die schadelijk is voor de verdere ontwikkeling.

Duurzamer verhoudingen

Ook wanneer we onze liefdespartner vinden in een relatie die door de trouw gekenmerkt wordt, is de strijd niet voorbij.

Dan komt het erop aan niet vooruit te grijpen op datgene wat tot het huwelijk hoort: de geslachtelijke eenwording van man en vrouw.

De verhouding waarin de liefde wordt uitgedrukt in seksualiteit en liefde.

Deze eenwording kan alleen in de huwelijksverhouding; hierop vooruitgrijpen is toch weer uit elkaar halen wat bijeenhoort. Het is de mooie tijd van de verloving om in het leren kennen van elkaar daar samen heen te groeien.

Van groot belang is dat de nieuwe in de puberteit ontdekte levensgebieden bijeenkomen. Gerichtheid op de andere sekse, seksualiteit, erotiek en duurzame liefde. Seksualiteit op zich kan de mens verlagen tot een driftmatig levend dier; de vele zedendelicten tonen ons dat. Erotiek op zich maakt de mens tot een verliefde dweper. De liefde zonder seksualiteit en erotiek heeft minder uitdrukkingsmogelijkheden. Ze horen bij elkaar en in de groei naar volwassenheid moeten ze ook elkaar aanvullen.

Homoseksualiteit

Een voorbeeld waarbij deze integratie niet ontstaat vinden we in de homoseksualiteit. Daar richt het seksueel en erotisch verlangen zich op de eigen sekse. Naast verschillende vormen van homoseksualiteit die in aanleg zijn gegeven komt homoseksualiteit ook voor door scheefgroei juist in de puberteit; door verleiding tot seksueel gedrag met ouderen, door gedrag dat als seksuele spelletjes begint met seksegenoten.

De gerichtheid blijft dan bestaan op de vertegenwoordigers van het eigen geslacht en de andere sekse wordt nooit aantrekkelijk. De Bijbel veroordeelt homoseksuele gedragingen uitdrukkelijk. We mogen homoseksualiteit niet, zoals in onze tijd gangbaar is, als variant van het normale gedrag zien. Hier is sprake van een stoornis, een afwijking en homoseksuele gedragingen moeten we op grond van de Bijbel veroordelen als zonde. De homoseksuele mens mogen we niet vertrappen, ook voor hem is genade mogelijk; wanneer hij strijdt tegen zijn bestaan en bidt om vernieuwing, om staande te blijven, dan is hij niet minder dan de ander.

Hier is een voorbeeld hoe nauw het luistert in deze fase, juist rond de problemen van de puberteit.

Een krisisfase, zo noemden we de puberteit. Inderdaad, maar ook een fase die het leven verrijkt met nieuwe mogelijkheden.

Het is de wijsheid van de Schepper dat ons leven een ontwikkelingsgang vertoont van kind naar volwassene. „Alles heeft zijn bestemde tijd", ook deze fase met idealen en minderwaardigheidsgevoelens en krisisbeleven.

Het is bekend dat bij velen juist op deze gevoelige leeftijd de vreze des Heeren het leven ging kenmerken. Dat bewaart voor de zonde en dat leidt tot een persoonlijkheidsvorming waarin de ware eenheid van het leven wordt hersteld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1974

Daniel | 20 Pagina's

DE ONTWIKKELING VAN MEISJE EN JONGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1974

Daniel | 20 Pagina's