Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

’t RD ONZE KRANT een studie waard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

’t RD ONZE KRANT een studie waard

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij het schrijven over „de praktijk" van onze krant gaat het niet over media in het algemeen, over communicatie, over de geschiedenis van het nieuwsblad, of over het nut van informatie.

Nee, hoe komt „ónze" krant tot stand. Dat doet denken aan subjectiviteit. Het is fijn in het jeugdblad van de Gereformeerde Gemeenten het Reformatorisch Dagblad „onze" krant te kunnen noemen. Toch is dat „onze" veel 'breder. Velen sloegen de handen ineen voor onze krant. Ons gereformeerd volksdeel zag de noodzaak ervan in. Wij schrijven over de praktijk en maken — om het kader uit te zetten waarbinnen wij bezig zijn — onderscheid. Allereerst is er het commerciële en het journalistieke gedeelte. Ik kan ook zeggen: advertentie-en nieuwsverwerving. Dan is er het technische gedeelte: de kopy moet gezet worden!, de krant gedrukt en verzend-en bezorgingsklaar gemaakt. Deze tweede fase wordt voor het Reformatorisch Dagblad verzorgd door Wegeners krantenconcern in Apeldoorn. Het RD is een van de vele kranten die daar gedrukt worden. Als derde fase zouden wij de bezorging kunnen noemen. Dit artikel spitst zich toe op het journalistieke deel. Hier immers moet met name de reformatorische identiteit in positieve zin waar gemaakt worden.

De drie begrippen „nieuws", „journalist" en „consument" staan in bepaalde relatie tot elkaar. Om daarover iets te kunnen zeggen moeten we ons eerst afvragen' wanneer 'bepaalde gebeurtenissen of feiten nieuws zijn. Waarde-loos nieuws hoeven wij niet in de ikrant te zetten. Echt nieuws (heeft waarde voor de lezer.

In de eerste plaats heeft nieuws waarde als tussen de gebeurtenis en het ogenblik dat de lezer er kennis van neemt een zo kort mogelijke tijd ligt. Voorwaarde voor nieuws is snelheid. Verder geldt als voorwaarde: betrouwbaarheid. De bron van het nieuws mag nooit anoniem, moet bekend zijn. Anders leest een predikant — dat komt voor — 's avonds in zijn luie (? ) stoel achter de kachel dat hij in ihet ziekenhuis ligt voor een maagoperatie. De waarde van nieuws wordt verder bepaald door de belangrijkheid. Dat is een variabele factor, die gedeeltelijk afhangt van het nieuwsaanbod op een bepaalde dag. In het land der blinden is eenoog koning. Voor een streekblad 'gelden andere normen dan voor een' landelijk nieuwsblad. Voor de lezers van „De Eendraöhtsbode" is het van meer belang dat de klok op de toren van Stavenisse na reparatie weer gelijkt loopt, dan voor , die van het RD.

Tenslotte wordt de nieuwswaarde voor een groot deel bepaald door de „menselijke factor". Het verhaal dat die éne overledene mijnwerker kan vertellen als hij 99 van zijn collega's na een mijnramp in de schact achterliet is — in veler ogen — veel belangrijker dan het economisch verlies dat een dergelijke gebeurtenis oplevert.

NIEUWSGARING

Hoe maken wij dat nieuws nu „krant-klaar". Daar zijn journalisten en redacteuren voor. (Het onderscheid laten wij buiten beschouwing). Natuurlijk moet nieuws „ontdekt" worden en! bijeengezameld, de „nieuwsgaring". Dan moet er een beslissing genomen worden over plaatsing, de „nieuwsselectie". Tenslotte is er de „nieuwsverwerking", het persklaar maken. Over nieuwsgaring zou veel te zeggen zijn. Natuurlijk is er een beroepsethiek, er zijn (fatsoiens)regels. Het verdient speciale aandacht dat in ons land gelegenheid is tot vrije nieuwsgaring. Anders geformuleerd: in een democratie is de journalist een vrije en onafhankelijke nieuwsigaarder. In een dictatuur bekleedt hij een semiambtelijike functie.

Wie de dichtbedrukte pagina's bekijkt krijgt medelijden met die arme journalisten. Moeten ze dat allemaal volschrijven'? Gelukkig niet. (Druk hebben zij het wel.) Nieuwsgaring gebeurt via allerlei (neven)kana.len, het nieuws komt uit allerlei bronnen. Natuurlijk is er de eigen waarneming. De romantiek van de journalist die allerlei geheimen ontsluiert is echter ver te zoeken. Dat zijn zeldzaamheden. Iemand als Serapion '— wie kent hem nog — leeft maar ééns in een eeuw.

Het RD heeft een net van correspondenten door heel Nederland. Zij letten op de plaatselijke nieuwtjes en geven die telefonisch of schriftelijk door. Dan zijn er de algemene persbureaus, internationaal en nationaal (ANP). Zij laten de telexapparatuur hele dag ratelen. Zonder dat wij iets aan de feitelijke nieuwsgaring behoeven' te doen komt zo het „grotere" binnen-en buitenlandsnieuws binnenstromen — als wij maar betalen. Dan heeft de overheid vele voorlichtingsambtenaren speciaal voor de pers. Zij stellen openbare stukken ter beschikking of verwerken het eventueel daarin voorkomende nieuws al in korte berichten.. Hetzelfde geldt voor het bedrijfsleven door hun eigen mensen. Iedere goede journalist bouwt trouwens in verloop van tijd wel een 1 kring van vaste relaties op die hem in voorkomende gevallen tips geven.

AANBOD

De nieuwsgaring zorgt dus (meestal) voor een overvloedig aanbod. Iedere afzonderlijke redactie, die uit één of meer redacteuren/journalisten bestaat (binnenlandredact ie, streekredactie, buitenlandredactie, kerknieuwsredactie) heeft zijn eigen pagina en gaat selecteren en verwerken. Het belangrijkste en laatste nieuws gaat naar de voorpagina. De omvang van het aantal redactionele pagina's staat meestal van te voren vast. Een strenge of minder strenge selectie hangt dus ook weer af van de plaatsingsmogelij'kheid. Selectie, garing en verwerking loopt vaaik in elkaar over. Een journalist die besluit „ergeris achteraan te gaan", draait in feite garing en selectie om.

Het proces van nieuwsgaring, nieuwsselectie en nieuwsverwerking wordt bepaald door subjectiviteit. Het ANP wil objectief, neutraal zijn. Vooropgesteld zij dat berichtgeving —dat is een van de gulden regels van de journalistiek — objectief móet zijn. Ook al is de journalist het er helemaal niet mee eens. De consument wordt geacht zich zelfstandig een oordeel te vormen over de verstrekte informatie. Maar alleen het waarde-oordeel geven: dit of dat is wel of geen nieuws, is al subjectief. Zo komt

in de selectie al een stuk van de identiteit van het nieuwsblad openbaar. Hier ligt een groot gevaar. Het midden tussen sensatie en versimpeling is soberheid. Als wij alle berichten over sex-boetieks en heroïne-handel verduisteren' of ze nog wel „meenemen", maar zodanig ingekort dat ze niemand opvallen, dan zou ons lezerspubliek gaan denken dat de wereld nog zo slecht niet is. Zo 'doen wij afbreuk aan de universaliteit van (het nieuws. De keerzijde is: nieuws opblazen. Dat gebeurt vaak door overwaardering van de menselijke factor: sensatie. De lezer zwelgt zo in het bekende „privé" van b.v. Henk van der Meijden in de Telegraaf. Anderzijds kan de menselijke factor ook een zeer positieve rol spelen, het artikel (een interview bijvoorbeeld) kan richtinggevend zijn.

VERWERKING

De nieuwsgaring en - selectie gaan aan de verwerking vooraf. Dat gebeurt meestal in zeer snel tempo. De kerknieuwspagina bijvoorbeeld van het RD „sluit" om 9.00 uur 's morgens. Dan moet alle kopy ter zetterij zijn. Dat betekent dus vroeg opstaan. Bij andere pagina's is dat later. De genoemde pagina is dan ook vaak minder actueel, meer beschouwend, zodat er van tevoren al artikelen klaar gemaakt worden. Wij horen de vraag al stellen: waarom is het RD een avondblad en géén ochtendblad. .Inderdaad, dan zou ons nieuws later weer verwerkt kunnen worden. Ons systeem van bezorging laat ons enerzijds weinig andere keus. Veel belangrijker echter is dat wij door tegen de avond te verschijnen soms aardige „primeurs" hebben. Een voorbeeld is snel gegeven. De treingijzeling in Beilen — die ons alle nog vers in het geheugen ligt — werd net na de middag bekerid. Het RD was zo niet de allereerste dan toch één van de eerste kranten die hierover berichten konden opnemen.

Wij hebben al opgemerkt dat in de afmeting van de artikelen, in de selectie en 'garing een stuk identiteit naar voren komt. Datzelfde geldt voor het uiterlijk van de krant en voor de vorm van de artikelen. Wie de geschiedenis van de krant nagaat bemerkt een hele ontwikkeling, van vrijwel „koploze" krant zijn we toegegroeid naar voorpagina's zoals bij het Algemeen Dagblad en de Telegraaf die door steeds grotere koppen de aandacht willen trekken. Ook bij bepaalde buitenlandse kranten is dat schering en inslag. De „schreeuwende koppen" vormen een uiting van sensatiezucht. Het RD gaat ook hierin sober tewerk. Dat zelfde geldt voor d€ verdeling van de artikelen over een pagina, de „opmaak". De architectonische opbouw van de pagina (de opmaakredacteur tekent een schema) wil bewus' een evenwichtige indruk maken.

PRINCIPIEEL

De noodzaak van objectieve berichtge ving werd reeds vermeld. Dat kan zijl in de vorm van verslaggeving van ver gaderingen, persconferenties, plaatselij ke berichten enz. Wij wezen op het ge vaar dat in al te strenlge nieuwsselec tie schuilt: de mens krijgt een verteken beeld van de samenleving. Temeer rus op de schouders van de (mede)werker van het RD de taak om principieel b: te lichten. De samenleving en het maat schappelijk gebeuren is zo gecompli ceerd geworden dat het voor een ni€ bijzonder ontwikkelde lezer moeilij: wordt zich een eigen oordeel te vormei Die principiële richtinggevende taak va een 'krant moet niet overgeaccentueer worden. Het zou mooi zijn als een krar als het RD als het „geweten!" van c eigen kring kon fungeren. Daarvoc lijkt de verscheidenheid aan de basi de lezers, echter te groot. Deze bas: mag breed zijn, móet breed zijn. H' RD wil uitgaan tot heel het volk, w geen verzuiling in de hand werke Daarbij komt: een dagblad is altijd n< een wegwerpartikel. Dat blijkt al in ( wijze waarop geschreven wordt. E( goed nieuwsbericht noemt in de „aai hef", die vaak over twee kolommen g zet is, al het „wie", „wat", „waar" < „wanneer" van een gebeurtenis. Het a tikel hoort in een schijnbaar moeitelo stijl geschreven te zijn. Halverwege h verhaal zou ik op moeten kunnen ho den. Het verhaal moet kort en bonc zijn. Bij meer beschouwende of opir ërende artikelen wordt daar meer meer van afgeweken'. In de kop wor al een samenvatting van de inhoud g geven, de aandacht van de lezer wor extra getrokken. De telegramstijl c hier gebruikt wordt moet altijd e positieve inhoud hebben.

Toch mag de principiële kant niet 01 breken. Om .daarin duidelijkheid te §

ven hoef ik slechts de woorden van een van de oprichters van 'het RD te citeren: „In het wereldgebeuren hoor ik iets van Gods voetstappen in de weg; der gerichten, en! daarom bid ik wel eens: Heere, gaat U maar door met Uw gerichten, want daarin beluister ik Uw komst."

Ziehier dus — naast de vereiste objectiviteit — een stuk subjectiviteit van „onze" krant. Als het goed is vindt u daarvan een weerspiegeling en nadere uitwerking in onze commentaren en opiniërende artikelen. Ook in vraaggesprekken blijkt het soms mogelijk daarvan iets te laten zien, hoewel in interviews vaak achtergrondinformatie gegeven wordt die min of meer objectief bedoeld is. Er is de laatste janeri trouwens een sterke verschuiving opgetreden in de functie van de diverse nieuwsmedia. Radio en televisie zorgen veel meer voor het „snelle" nieuws. Automatisch 'krijgen dagbladen meer aandacht voor achtergrond en opinie.

IDENTITEIT

De verwerkte verhalen, de redactionele inhoud van de krant, de opmaak, de selectie, bepalen mede de identiteit van de krant. Andere bepalende factoren zijn: de geschiedenis van de betreffende krant, een eigen taalgebruik, de verhouding tussen commentaar en! informatie, het volume humor enz. Duidelijk is dat door de vele fusies van de laatste tijd die identiteit geduclht in de knel komt. Zeker als er met geldelijke steun van de overheid gewerkt wordt. Het RD behoeft gelukkig — dank zij abonnees, giftengevers en adverteerders — géén overheidssteun aan te pakken.

Zo komt de krant dus naar buiten. Degenen die kennis maakten met de speciale diaserie van het RD wisten er al iets van. Iedere dag wordt hij weer — met haast — gemaakt. Door zondige en in zichzelf dwaze mensen. Daarom moet, mag er ook vooi ons Reformatorisch Dagblad gebeden worden.

Wij zijn begonnen met te noemer , .nieuws", „journalist" en „consument". Wij hebben) ons voornamelijk tot de eerste twee begrippen bepaald. In de behandeling van de beïnvloeding via de me> dia door een van de andere scri benten zal de consument onge twijfeld meer aandacht krijger Wat wil men persé lezen? Wa doet ons de krant? Doen de arti kelen een appèl, juist op de slech te kant van een mens of spreke] zij ons geweten aan? Hoe kom de ikrant over? Van de beant woording van deze vragen hang het uiteindelijk af of onze kran ook „onze" krant blijft.

G. Roo:

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1976

Daniel | 20 Pagina's

’t RD ONZE KRANT een studie waard

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1976

Daniel | 20 Pagina's