Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAT MOETEN ZE HIER.... DIE MOLUKKERS!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT MOETEN ZE HIER.... DIE MOLUKKERS!

11 minuten leestijd

Laat ze maar verdwijnen! Ze moeten zo snel mogelijk op de boot gezet worden naar Ambon Deze opmerkingen worden nogal eens gehoord nu we in ons land — naast andere gewelddaden door Zuidmolukse jongeren — voor de tweede keer met een treinkaping te maken hebben.

Opmerkingen die te begrijpen zijn omdat geweldplegingen, waarbij onschuldige mensen — zelfs kinderen — betrokken worden, te verafschuwen zijn. Afschuw en verontwaardiging komen bij je op bij het horen van berichten rond de gijzelings-akties in De Punt en Bovensmilde. Eerlijk gezegd voel je zelïs een drang naar wraak; „Als ik toch..." Gevoelens die blijkens de krantenberichten een groot deel van ons volk gaan beheersen. De verhouding tot de Zuidmolukkers is verslechterd, de sfeer wordt gekenmerkt door angst en wantrouwen.

Toch mogen we ons niet laten meeslepen door gevoelens van haat en wraak. In onze afkeuring van dergelijke daden spreken naast ons rechtsgevoel ook vaak antigevoelens en zondige gedachten een rol. Berust onze verontwaardiging wel ten diepste op een innerlijk overtuigd zijn van de waarde van het houden van Gods gebod en wet? Als in ons leven het houden van Gods geboden waarde heeft gekregen zal er naast verontwaardiging ook ootmoed en schuld zijn. Ootmoed omdat we weten dat de mens alleen door Gods genade weerhouden wordt van een leven in de zonde. Besef van schuld als we zien op eigen overtreden van Gods geboden.

Besef van schuld als we bedenken hoe onze houding is ten opzichte van de Molukkers in ons land. Schuld als we bedenken dat wij zo weinig hebben gedaan om de vreemdeling in ons midden te vertellen dat in het houden van Gods geboden grote loon is. Laten we daarbij ook bedenken dat een groot aantal Zuidmolukse organisaties in ons land zijn afkeuring heeft uitgesproken over de gij - zelingsakties.

De Zuidmolukse leerkrachten in ons land — die ook van mening zijn dat het heel veel waard is om voor het eigen ideaal „zelfs het leven veil te hebben" — hebben duidelijk uitgesproken dat het eerloos is om anderen (onschuldige mensen) het offer te laten brengen. De Evangelische Molukse Kerk, de Christen Zuidmolukse jongeren-en vrouwenorganisaties en de Vrije Zuidmolukse RMS-jongeren hebben zich achter deze verklaring gesteld. Volgens deze organisatie schaden de akties do rechtvaardige strijd voor de Republik Malaku Selatan (RMS).

Een rechtvaardige strijd?

Het streven naar een vrije en onafhankelijke Zuidmolukse Republiek heeft een bewogen geschiedenis. In dit artikel kan ik geen recht doen aan de geschiedenis van het Zuidmolukse volk. Hierover is meer te vinden in het helder geschreven boekje van G. Knot e.a. „Wat moeten ze hier? ".

Enkele hoofdmomenten wil ik noemen. In 1942 vielen de Japanners het toenmalig Ned. Indië binnen. De Zuidmolukkers waren bijna de enigen in hel Kon. Ned. Ind. Leger (KNIL) die niet

overliepen en deserteerden. Zij streden aan Nederlandse zijde.

Na de kapitulatie van Japan op 15 augustus 1945 werd door Sukarno de Republik Indonesia uitgeroepen. Op 13 oktober 1945 verklaarde de hoofdzakelijk op Java opererende „Republik Indonesia" de oorlog aan Nederland en aan de Molukken.

Niettemin besloten de Molukkers in 1947 om voorlopig toe te treden toe de deelstaat Oost-Indonesië, met het voorbehoud van uittreding als aan de belangen van het Molukse volk — binnen de toekomstige Indonesische federatie — niet voldoende recht zou worden gedaan. Nadat in 1949 de Republik Indonesia ook door Nederland werd erkend, bleek al spoedig dat Sukarno de federale struktuur ondermijnde. Toen zelfs met militair geweld de deelstaat Oost-Indonesië werd ingelijfd besloot het Molukse volk zich af te scheiden van de Republiek. De Zuidmolukkers proclameerden op 25 april 1950 de Republik Malaku Selatan (RMS). Ministers werden o.a. Dr. Soumokil en Ir. Manusama.

De reaktie van de Republik Indonesia liet niet lang op zich wachten. Op 22 mei 1950 blokkeerde de Indonesische marine de Zuidmolukse wateren, waardoor de natuurlijke aanvoerlijnen werden afgesneden. Na een verschrikkelijke strijd evacueerde de Molukse regering naar het nog niet bezette eiland Ceram. De strijd in de Zuid-Molukken heeft maanden, en op sommige eilanden zelfs jaren geduurd.

Ondanks de onderdrukking en deze executies onder Sukarno en Suharto leeft het verzet voort.

Terugkeer naar Nederland

In verband met de proklamatie van de Republiek der Zuid-Molukken verlangden ook de ex-KNIL-militairen op Java om gedemobiliseerd (ontslag uit militaire dienst) te worden in het gebied van de R.M.S. De Nederlandse regering durfde — met het oog op de Indonesische regering — de Zuidmolukkers echter niet terug te laten gaan naar hun eigen land en besloot tot „tijdelijke overbrenging naar Nederland". De militairen met hun gezinnen (± 12.500 mensen) arriveerden in ons land begin 1951. Het begin van een bestaan van een Zuidmolukse ballingschap in Nederland. De Zuidmolukse gemeenschap in ons land is inmiddels uitgegroeid tot ± 40.000 mensen. De naar Nederland overgebrachte Zuidmolukkers werden verspreid over vroegere arbeidskampen, concentratiekampen, kloosters en kazernes. In het begin verwachtte men dat het verblijf in Nederland van korte duur zou zijn. Toen men echter van regeringswege tot de konklusie kwam dat hun verblijf een blijvend karakter zou krijgen wercl de Ambonnezenzorg ondergebracht bij het Ministerie van Maatschappelijk Werk. Er moest meer aandacht besteed worden aan de sociale zorg voor deze mensen. De Molukkers toonden zich hierover fel verontwaardigd. „Van een politiek probleem wordt een sociaal probleem gemaakt", aldus de Ambonnezen. De strijd voor recht; het vrij worden van de Molukken en de terugkeer naear het vaderland, dat is het allesoverheersende ideaal van de Zuidmolukse ballingen in Nederland. Daarbij moeten we wel aantekenen d.at een klein deel van de Molukse gemeenschap inmiddels gekozen heeft voor blijvende vestiging in ons land. Deze groep heeft de Indonesische of Nederlandse nationaliteit verkregen. In de strijd voor recht en erkenning van de Republik Maluka Selatan boekten de Molukkers in 1951 nog een belangrijk juridisch en politiek succes. De Ned. Ver. voor Internationaal Recht verklaarde op 24 juni dat „de Republiek Zuid-Molukken terecht de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen en gerechtigd is die onafhankelijkheid tegenover ieder te handhaven "

Verzet tegen assimilatie

Uit mijn eigen jeugd in Opheusden kan ik me herinneren dat ook in ons dorp de Ambonnezen in een barakkenkamp bij elkaar woonden. Naast deze gebrekkige huisvesting stond er op het terrein ook een houten keet die als gemeenschapsruimte en als kerkzaal (voor de Molukse Evangelische Kerk) dienst deed. De plannen om te komen tot integratie van de Molukkers in de dorpsgemeenschap door ze een eigen woning te geven werden aanvankelijk beslist niet met gejuich ontvangen. De Molukkers wilden niet opgenomen wor-

den in de Nederlandse samenleving, terwijl de Hollanders deze mensen ook liever op een kluitje bij elkaar wilden laten zitten, dan ze op te nemen in hun gemeenschap. Begrijpelijk omdat het levenspatroon en de levensgewoonten van de beide bevolkingsgroepen te zeer uit elkaar liggen. Toch kwam er een integratie tot stand. De Molukse kinderen moesten immers ook onderwijs ontvangen. Op de christelijke scholen ter plaatse zaten in elke klas wel een aantal Molukse kinderen. De „zwartjes' waren wel anders dan wij, maar toch trokken we regelmatig met elkaar op. De Molukse ouders stonden over het algemeen bekend als vriendelijke mensen. Veel kontakten met het gezinsleven van de Molukkers waren er niet. Daarvoor ging men teveel op in de eigen groep en sloot men zich af van de blanken.

Intussen is de integratiegedachte dooide Zuidmolukkers wel geaccepteerd. Integratie wil zeggen verspreiding van de Zuidmolukkers in de Nederlandse samenleving met behoud van eigen identiteit. Het beleid van onze regering gaat veel verder, .het is uiteindelijk gericht op assimilatie. Bij assimilatie verliest men de eigen identiteit en gaat men geheel op in de Nederlandse samenleving. Dit beleid is o.a. door Ir. I. A. Manusama, de huidige president van de Molukkers in ballingschap, één en andermaal afgewezen. De Zuidmolukkers, die een sterk sociaal en kultureel gemeenschapsleven kennen, willen zich niet isoleren, ze willen echter wel de eigen nationale kuituur en tradities behouden.

Dit streven wordt door veel Nederlanders over het algemeen wel positief gewaardeerd. Er is ook bij de Molukkers waardering merkbaar als ze deze positieve houding bij Nederlanders merken. Het versterken van de eigen identiteit en het anders-willen-zijn heeft echter ook schaduwkanten.

Houding van de jongeren

In het algemeen kan gezegd worden dat de Ambonezen vanaf het moment dat ze zich onvrijwillig in Nederland vestigden tamelijk rustig zijn geweest. Tot op 12 april 1966 Dr. Soumokil in Indonesië door een vuurpeleton werd geëxecuteerd. Voor de Molukkers betekende deze daad moord op een geliefde president, maar tevens van een man die het verzet in de R.M.S. verpersoonlijkte.

Een groep militante jongeren uitte zijn verontwaardiging door brand te stichten in de Indonesische ambassade. Nadien zijn speciaal de jongeren zich harder gaan opstellen. Het zijn meestal jongeren die in ons land geboren zijn en de R.M.S.-gedachte alleen van huis uit hebben meegekregen. Daarbij zien we in ons land ook onder de Nederlandse jongeren een steeds verdergaande gezagskrisis ontstaan. Jongeren willen mondig zijn en hun eigen toekomst bepalen. Ongetwijfeld heeft deze visie ook weerklank gevonden bij de Zudmolukse jongeren, die thuis tamelijk gezagsgetrouw werden opgevoed. Er komen groepen jongeren die zich niet langer onderwerpen aan gezag van de Molukse „overheid", maar evenmin aan het Nederlandse overheidsgezag. Ook het versterken van de identiteit door de semimilitaire ordediensten, het in uniform lopen en excerceren roepen steeds meer spanningen op.

De volgende stap naar verboden wapenbezit en kommando-oefeningen in het veld is door heel wat jongeren spoedig gezet. Daarbij moeten we bedenken dat links-radikale Molukse jongeren die gestudeerd hebben aan Sociale Akademies en Universiteiten de militante houding in sommige gevallen hebben gestimuleerd.

De tolerante houding van de Zuidmolukse leiders wordt door de jongeren steeds minder gewaardeerd. Men ziet de bemiddeling van de leiders tijdens vorige aktics als verraad aan de zaak van de R.M.S. Tenslotte gaan de ruimere mogelijkheden tot terreur en misdaad ook niet voorbij aan die Zuidmolukse jongeren die slechts als misdadigers betiteld kunnen worden. Politieke motieven en terroristische neigingen kunnen dicht bij elkaar liggen.

Houding van de overheid

De houding van onze overheid ten opzichte van de Zuidmolukkers heeft zich lang niet altijd gekenmerkt door een wijs en evenwichtig beleid. In de kabinetsperiode Biesheuvel/Schmelzer is nog het meest serieus ingegaan op de wensen van de Molukkers. Over dit kabinet toont Ir. Manusama zich i.v.m. een verdere dialoog met Indonesië niet ontevreden. De Molukkers verwachten van de Nederlandse overheid geen politiek optreden dat gezien de huidige stand van zaken niet haalbaar is. Wel vraagt men van de Nederlandse regering — op grond van de historische verplichtingen — om te bemiddelen in een gesprek met Indonesië. In het kabinet den Uyl heeft vooral de minister van CRM, van Doorn, het klimaat bedorven bij de Molukkers met zijn uitspraak: „In de eerste plaats neemt de regering aan dat de toekomst van het merendeel der in Nederland verblijvende Molukkers in Nederland zal liggen. In de tweede plaats beschouwt de regering de diskussie over de politieke aspiraties als afgesloten". Naast deze weinig begripvolle houding van de overheid staat aan de andere kant een zeer tolerante (angstige? ) houding ten opzichte van militante akties van Zuidmolukse jongerengroepen. Tegen verboden wapenbezit en veldoefeningen treedt de overheid nauwelijks op.

Daarbij komt de voor velen onbegrijpelijke houding van de Nederlandse regering en sommige kerken ten aanzien van bevrijdingsbewegingen elders in de wereld. Deze bewegingen worden zelfs vanuit ons land financieel gesteund. Hoe kunnen we de diskussie over de politieke aspiraties van een groep ballingen in ons midden als afgesloten beschouwen en tegelijkertijd bevrijdigsbewegingen elders in de wereld steunen?

Een pasklare oplossing van het probleem van de Zuidmolukkers in ons land is niet te geven. We kunnen ook geen verwachtingen gaan stimuleren bij deze mensen, die gezien de politieke werkelijkheid, onuitvoerbaar zijn. Niettemin zullen wc bereid moeten zijn om te luisteren naar rechtvaardige verlangens en naar wegen moeten zoeken om het gesprek met Indonesië op gang te brengen.

Daarbij moet ook duidelijk zijn dat dit nooit zal moeten gebeuren onder dwang van terroristische akties. Ondermijningvan het gezag en overtreden van de wet zal gestraft moeten worden. Op het moment dat ik dit artikel schrijf is de treinkaping en de bezetting van de school nog niet ten einde. Menselijke wijsheid schiet tekort om een oplossing te vinden in deze verschrikkelijke zaak. Ook „de natuur" helpt ons geen handje, zoals minister van Agt ons wil doen geloven. Alleen bij Hem die macht is gegeven in hemel en op aarde zijn uitkomsten.

Dat sluit onze verantwoordelijkheid niet uit, maar geeft ons wel het besef dat wij afhankelijk zijn van de zegen van de Heere. Daarvoor geve de Heere ons volk, onze gemeenten en ieder van ons persoonlijk een aanhoudend gebed.

Literatuur

Wat moeten ze hier? Zuidmolukkers op weg naar vrijheid. Door G. Knot e.a. Uitg. De Vuurbaak, Groningen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1977

Daniel | 20 Pagina's

WAT MOETEN ZE HIER.... DIE MOLUKKERS!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1977

Daniel | 20 Pagina's