JE LICHAAM EEN TEMPEL

Dit themanummer draagt de titel Jong zijn in deze tijd.

Deze titel suggereert dat jong zijn vroeger anders ervaren werd dan jong zijn nu. Je kunt je afvragen of deze tijd andere kenmerken vertoont dan vroeger en als dit zo is hoe je daar dan tegenover moet staan.

Normverschuiving

In onze tijd is een enorme verschuiving te konstateren in de normen, met name vooral op het terrein van de sexualiteit.

Toepassingen van allerlei middelen om zwangerschap te voorkomen heeft buitenechtelijke omgang sterk doen toenemen. Wanneer „ik doe wat ik fijn vind" het levensgedrag gaat bepalen en vaststaande normen (laat staan de gebeden van God) nauwelijks of niet meer worden aanvaard, is in allerlei opzicht het hek van de dam.

Tegenover de vroegere geheimzinnigheid hebben we nu te maken met een niets verbloemende, rauwe openhartigheid (pornografie, sexboetieks enz.). Het bevredigen van de sexuele driften is soms bijna net zoiets vanzelfsprekends als eten en drinken.

„Waarom zou je niet? " Zelfbeheersing is immers ongezond, zo beweren moderne profeten. Verder wordt in steeds breder christelijke kring homosexualiteit als geoorloofd geacht.

Een vraag

Hoe zul je als christen in deze tijd met z'n onbeschaamde uitdagingen en duistere verleidingen bewaard blijven voor ontsporing?

Dat kan alleen door de kracht van Christus, door de gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Wanneer de Heilige Geest door genade komt wonen in ons hart, moeten de „werken van het vlees" (van de mens in zijn zonde) wijken voor de „vruchten van de Geest" (liefde, gehoorzaamheid aan Gods geboden, reinheid, oprechtheid).

Wat Paulus zegt van het lichaam

„Weet gij niet", zo zegt Paulus tot de Corinthiërs, „dat ulieder lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u is, die gij van God hebt en dat gij uwszelfs niet zijt? Want gij zijt duur gekocht; zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw Geest, welke Godes zijn" (1 Kor. 6 : 19, 20). Hier zijn we gekomen bij de titel, die boven het artikel staat.

Weet u niet, zegt Paulus, dat uw lichaam niet de verblijfplaats mag zijn van een onreine geest, maar dat het is een tempel van de Heilige Geest? Wat wil dat nu zeggen: je lichaam een tempel?

Het lichaam een tempel

Het is een echt bijbelse visie op ons lichaam, die al vanaf het boek Genesis gegeven wordt: het lichaam is een schepping van God. Zoals wij geroepen zijn tot „heer over de schepping", zo moeten wij dat ook zijn over ons eigen, geschapen lichaam. We mogen daarover geen duistere machten, geen macht dan die van God laten heersen.

Maar kunnen wij dat? Helaas, nee! Door de zondeval is de mens een zondig schepsel geworden met een zondig lichaam. We kunnen niet meer beantwoorden aan het doel waartoe we geschapen zijn: leven met ziel en lichaam tot eer van God. Desondanks blijft de Heere het gehele leven voor Zich opeisen; zowel ziel als lichaam.

We mogen niet doen met ons leven en lichaam wat we zelf willen. Paulus spreekt dan ook over ons lichaam als een tempel. Welnu, in een tempel wordt God gediend, wordt God geofferd. Dat is het doel van ons lichaam: God ermee te dienen en te eren. Aan Hem te offeren.

Je lichaam een tempel!

Geen etalage, waarin je „allerlei" te koop aanbiedt of waarin je de verwaarlozing uitstalt.

We moeten ons hoeden voor enerzijds overschatting en anderzijds onderschatting van ons lichaam.

We moeten leren om ons lichaam niet te verachten als iets minderwaardigs, niet verwaarlozen zoals sommige jongeren tegenwoordig wel doen. Ze nemen het niet zo nauw met de lichamelijke hygiëne. Je ziet dat aan hun slordige, vieze lange haren, aan hun slordige kleding. Ons lichaam heeft aandacht nodig. Anderzijds wordt dat tegenwoordig misschien wel wat wat meer gezien dan vroeger door sommigen. Er zijn sinds jaren niet zoveel fietsen verkocht in Nederland als het afgelopen jaar. Fietsen is heel gezond. Anderen doen in hun vrije tijd een partijtje volleybal, zwemmen of wandelen. Daar kun je na je „drukke" dagtaak even heerlijk van bijkomen. Je lichaam is geen machine zoals in de topsport. We mogen ons lichaam echter ook niet overschatten als het een en het al.

Het wordt in de Bijbel zo mooi uitgedrukt: „Verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden". Verzorging van je lichaam is geboden. Echter niet tot prikkeling van de vleselijke lusten. Dit vraagt van ons een verantwoorde lichamelijke levensstijl. Daartoe behoort zeker ook de wijze waarop we ons kleden. Met name geldt dat de meisjes. De kleding is er ook om de waardigheid en de gratie van het lichaam te onderstrepen en de menselijke persoonlijkheid tot uitdrukking te brengen. Echter er is ook kleding die zo geraffineerd mogelijk de vormen van het lichaam suggereert en de ongedisciplineerde zinnelijkheid van de mens opwekt, zodat daarmee het lichaam wordt verlaagd tot een stuk lijfelijkheid.

Je lichaam een tempel!

Geen hotel, waarin ieder wonen kan.

De seksualiteit is een gave van God. De aantrekking van de beide geslachten is een van de mooiste gaven Gods, waardoor ons mens-zijn zich ontplooit en het menselijk geslacht wordt uitgebreid. Helaas wordt deze gave vandaag-de-dag puur als genotmiddel gezien. Dat het pas tot zijn recht komt in een verhouding van liefde en zijn volle ontplooiing krijgt binnen het huwelijk, zou ouderwets zijn. Het lijkt tegenwoordig haast gewoon, dat je als jongen en meisje met elkaar leeft alsof je getrouwd bent. Geniet er maar van en doe de ander het plezier waar hij of zij om vraagt. Maar zo wordt het iets zelfstandigs. Zo wordt je lichaam een ding waarover je vrij kunt beschikken, losgemaakt uit de eenheid geest en lichaam, zoals God die wil. De mens is geen dier. Nadat de mens de zonde in de wereld bracht staat van de mens geschreven: „en zij werden gewaar, dat zij naakt waren".

Het heeft dan ook een diepe zin, dat om de sexualiteit en de lichamelijke werkelijkheid de sluier van de schaamte ligt, zo heeft prof. Velema eens ergens geschreven. Het dier kent die schaamte niet; wel de mens. De schaamte bewaart de mens ervoor om het lichaam en de driften alleen „dierlijk" te beleven. In de schaamteloosheid ontwaardigt en ontluistert men het lichaam en leeft men als de beesten. Het is slechts de diepe, zuivere en hechte gemeenschap van het huwelijk, die de schaamte opheft. De huwelijksgemeenschap is vóór alles een geestelijke zaak.

Daarnaast is het ook een lichamelijke zaak, maar we mogen die niet van elkaar scheiden. Dan doen we zonde. God zelf heeft het huwelijk ingesteld om die eenheid te bewaren. Een gedeeltelijke levensgemeenschap èn sexueel kontakt kunnen niet samengaan. Die dat doet gaat in tegen de ordening en het gebod Gods. Lees daarvoor bijvoorbeeld Deut. 23 : 28 en 29.

Het zevende gebod (zie H.C. vraag 108) zegt ons dan ook dat God „alle onkuise

daden, gebaren, woorden, gedachten en lusten en al wat de mens daartoe trekken kan" verbiedt. Hoewel het zwaar is, blijft dit de eis in een wereld die door en door versexualiseerd is.

Lees ook Spreuken 2 en 6 maar eens na, waar gesproken wordt over de gevolgen van de onkuisheid en 1 Corinthe, waarin Paulus veel geschreven heeft over het huwelijk. Lees met name ook Cor. 6 : 18.

Je lichaam een tempel!

Geen goot, waar je van alles doorheen kan laten gaan. Verontreinig je lichaam niet door druggebruik, overmatig drankgebruik, verslaving van sigaretten.

Hoevelen zijn er niet die verslaafd zijn aan harddrugs waardoor hun lichaam zienderogen aftakelt. Ze gaan er zowel geestelijk en lichamelijk aan „kapot". Hun leven zal eindigen in de ondergang en wat erger is in de eeuwige rampzaligheid. Cijfers zeggen dat 2 a 3 procent van de middelbare scholieren in ons land tussen de 12 en 17 jaar verslaafd is aan deze hardnekkige rommel. En zeg nou niet, dat soft-drugs niet gevaarlijk zijn. De tegenstelling soft-en harddrugs is in wezen een valse tegenstelling. Uit een onlangs verschenen rapport in Amerika is gebleken dat 65 °/o van de softdrugsgebruikers overging op harddrugs. „En soft-drugs zijn ook drugs", zoals Dr. Gunning zegt, „schadelijk voor de gezondheid". Lees het AO-boekje „Kijk op hennep". Anderen zijn verslaafd aan de drank - volgens deskundigen een krachtige opkomende vijand •- en beseffen te laat dat ze niet meer zonder alkohol kunnen. Het gaat bij alkoholisten om de roeswerking, waarbij remmingen en zelfkontrole wegvallen.

De gevolgen blijven dan ook niet uit: lever-en maagziekten, hersenaandoeningen, delirium, gezinsontwrichting komen steeds meer voor. Weer anderen zijn verslaafd aan de sigaret, terwijl ze weten dat reeds velen, misschien wel uit hun familie-of kennissenkring overleden zijn aan longkanker of een hartinfarkt.

Onder de macht van geen van die

Heersen wij over ons lichaam, door de tucht van Gods Woord of overheersen de behoeften van het lichaam ons en onze wil?

Zijn we eigenlijk slaaf van onszelf? In de praktijk: een sigaret zo nu en dan, dat is wat anders dan verslaafd zijn aan het roken. Een glaasje zo nu en dan, dat is wat anders dan alkoholist zijn. Alhoewel de veiligste weg is: gewoon niet aanraken. Zijn we slaaf van onze begeerten, of zijn we de begeerten meester?

Sommigen zeggen: dan moet je het roken of de drank geheel afschaffen. Een veilige weg, maar op die vraag moet je, dacht ik zelf een antwoord leren geven, voor Gods aangezicht. Als jij vindt dat het je gezondheid schaadt dan is het niet alleen slecht voor jou, maar tegelijk zonde tegen je Schepper.

Wat zijn er veel verslaafden! In wezen zijn we allen verslaafd en verkocht aan de zonde; verkleefd aan het „stof", aan het hier en nu. Het is dan ook alleen maar genade als we ons „onder geen van die macht laten brengen" (1 Cor. 6 : 12). Bidt of de vreze des Heeren je leven mag kenmerken, want dat bewaart voor de zonde. „Zo verheerlijkt dan God in uw lichaam"!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen