Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKSPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKSPREKING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verschillende auteurs: Wonderen der schepping. Uitg. „Novapres", Laren, 124 blz. Prijs ƒ 24, 90.

Calvijn schrijft ergens, dat God ons door het geloof in Christus niet alleen zijn hart toont, de verborgen liefde waarmee Hij in Christus zondaren liefheeft, maar ook zijn handen en voeten laat zien. Met Gods handen en voeten bedoelt hij dan Gods werken in de schepping, die voor onze ogen zijn tentoongespreid. Dit boek helpt ons de grote en kleine dingen rondom ons niet alleen te zien als interessante wetenswaardigheden, maar bovenal als de schepping van God, blijken van Zijn wijsheid, heerlijkheid, macht en goedheid.

Met dat doel brengt het ons in de boeiende wereld van het heelal, maar ook van de allerkleinste levende wezens. Het vertelt ook o.a. over paddestoelen en vleermuizen en over het weer, regen, wind en ijs. Ook wijst het ons op de verantwoordelijkheid voor de natuur. Het eerste hoofdstuk van het boek gaat in op het ontstaan van de aarde en de levende natuur. We hebben wel bezwaren tegen de manier waarop hier wetenschappelijke theorie en het bijbelse scheppingsbericht met elkaar verbonden en behandeld worden. Hierdoor en door de grote beknoptheid is het boek niet geschikt om een inleiding over bijv. evolutie voor te bereiden.

Verder beveel ik dit stevig gebonden boek met veel fraaie kleurenfoto's hartelijk aan.

Nico van Steensel.

Drs. H. J. ter Haar Romenv: Ik ben in de gevangenis geweest. Uitg. ten Have, Baarn, 126 blz., prijs ƒ 14, 50.

Jaarlijks komen duizenden mensen in aanraking met de politie en de justitie. Ze deden iets strafbaars, het werd gemerkt en ze kregen straf.

Voor velen is die straf al afgelopen bij de agent op straat. Je betaalt de boete en verder is er niets aan de hand. Maar voor een aantal van hen gaat de zaak verder. Ze moeten voor de rechter komen, ze krijgen hogere boetes, of gevangenisstraf. Voor de mensen die in de gevangenis terecht komen is de cel meestal niet de enige straf. Behalve de straf van de rechter krijgen ze ook nog straf van andere mensen. Mensen die hen daarna met de vinger nawijzen of niet meer met hen willen samenwerken. Over deze gedetineerden (gevangenen) schrijft ds. H. J. ter Haar Romeny in het boek „Ik ben in de gevangenis geweest". Naast de reklassering, die hulp verleent aan gedetineerden, voor, na en tijdens hun straf, vervult ook de gevangenispredikant een belangrijke rol in de hulpverlening aan deze mensen. Uitvoerig gaat de schrijver in op de achterliggende feiten, die er (mede) oorzaak van zijn dat de gedetineerde tot het gepleegde misdrijf kwam. Hij wijst er ook op dat de geestelijke verzorger zich niet in alles met de gedetineerde mag indentificeren, al kan hij nog zo bewogen raken door alle ellende die een delinquent (misdadiger) moet doormaken na de berechting. De pastor moet ook tegenover hem kunnen en durven staan als het nodig is. Dat brengt het ambt met zich mee, aldus de schrijver.

Hoewel in dit boekje veel goede dingen worden gezegd en het ons iets laat zien van de moeizame taak van de gevangenispredikant, vind ik het toch jammer dat de schrijver niet wat dieper ingaat op de oorzaak van het kwaad en de zonde in ons leven. Nauwelijks wijst hij er op d.at de opstand van de mens tegen God en ons moedwillig verzaken van Gods geboden de diepste oorzaken zijn van alle ellende. Terecht wijst ds. ter Haar Romeny er op dat we ook de delinquent moeten aanvaarden als onze naaste. Ook Jezus ging niet aan deze mens voorbij. Hij werd zelfs met de misdadigers gerekend.

Wie het eigen hart kent en voor wie Jezus' woorden: „Ik ben in de gevangenis ge-

weest, en gij hebt Mij niet bezocht" tot schuld zijn geworden, zal niet met verachting op déze medemens neerzien. Evenmin mogen we echter voorbij gaan aan de ernst van de zonde in ons eigen leven én in het leven van onze (delinquente) naaste.

Als we de gevangene zo vanuit Gods Woord benaderen, dan zal er ook ruimte zijn voor het heenwijzen naar het Lam Gods, Dat in deze wereld gekomen is om zondaren zalig te maken.

Immers wie zijn zonden belijdt en nalaat, zal barmhartigheid geschieden. In het pastoraat mag hieraan ook in de gevangenis niet voorbij worden gegaan.

Rekening houdend met het tekort in dit boekje kan het toch heel wat informatie en inzicht verschaffen. Een boek gebaseerd op de praktijk en geschreven met bewogenheid! Een boek dat ons ook voor de vraag plaatst hoe onze houding is ten opzichte van de gedetineerde tijdens en na de gevangenisperiode van deze medemens.

J. H. Mauritz.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1978

Daniel | 20 Pagina's

BOEKSPREKING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1978

Daniel | 20 Pagina's