Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN HEMELVAART TOT WEDERKOMST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN HEMELVAART TOT WEDERKOMST

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En gij zult Mijn getuigen zijn."

„Opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des Almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden."

Bij het lezen van het Woord des Heeren is het Schrift met Schrift vergelijken een belangrijke en dringende noodzaak om niet in het troebele water van b.v. de Jehova-Getuigen terecht te komen. Rond enkele schriftwoorden formeren zij een eigen godsdienst. Ook bij andere sekten vormen vooral de Opstanding, Hemelvaart en Wederkomst van Christus een bron van eigen meningen en voorstellingen. Het resultaat is dan een leer, die wèl in overeenstemming is met onze vleselijke begeerten, maar niets te maken heeft met de Christus der Schriften.

Opdracht aan Lukas

De medicijnmeester en evangelist Lukas begint de beschrijving van zijn evangelie met een omschrijving van zijn opdracht.

Deze opdracht van God, door de inspiratie van de Heilige Geest, omschrijft hij in hoofdstuk 1 : 1 t/m 3: Nademaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van de dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben."

Velen hebben dit grootse werk willen verrichten, ter hand genomen, maar het behaagde God Lukas te verkiezen om het te dóen.

„Zo heeft het ook mij goedgedacht, hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht, aan u te schrijven, voortreffelijke Theófilus!"

Mij goedgedacht, d.i. bereid gemaakt door God om Zijn Goddelijke opdracht uit te voeren, gepaard gaande met nauwkeurig onderzoek. Niet van horen zeggen, maar „Gelijk ons overgeleverd hebben, die van de beginne zelf aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn; "

Deze aanschouwers en dienaars hebben gezien en gehoord. Niet zo nu en dan, niet alleen in de laatste tijd, nee, van de beginne. Vanaf de belofte, vanaf de profetie, vanaf de komst, als „het Woord vlees geworden is." Gezien en gehoord dat Jezus Zijn discipelen heeft voorbereid op Zijn aanstaand heengaan, maar óók op het nut daarvan.

De opdracht gegeven aan de evangelist Lukas én aan de gehele Kerk is uitgegaan van de Hoogste Profeet Jezus Christus en geïnspireerd door de Geest van Christus.

De inhoud van de opdracht

Jezus heeft met Zijn discipelen gesproken over Zijn heengaan, Zijn plaats maken voor de komst van de Heilige Geest, maar ook over Zijn wederkomst op de jongste dag.

„Het is u nut dat Ik wegga, want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen" (Joh. 16 : 7).

Dit woord heeft Jezus tot Zijn jongeren gesproken opdat zij straks mogen uitzien naar de Trooster.

Over deze Trooster spreekt ook Jesaja: Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen. Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is" (Jes. 40 : 1, 2).

Deze Trooster zal komen om het werk van Christus in het hart van al Gods kinderen bekend te maken en toe te passen. Hij verheerlijkt het werk van Christus opdat zij hieruit leven mogen, maar ook van spreken zullen. Denk hierbij aan het Pinkstergebeuren. Het

werk van Christus moet geëvangeliseerd worden. Dat is spreken naar het hart van Jeruzalem, toeroepen dat haar strijd vervuld is en haar ongerechtigheid verzoend is.

Getuigen

En gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde" (Hand. 1 : 8).

Getuigen zijn onder Jood en heiden.

Overal en onder alle omstandigheden. Evangeliseren onder alle kreaturen (Inen uitwendige zending).

Getuigen van alles wat gezien, gehoord en ontvangen is.

In het maatschappelijke leven moet een getuige de waarheid bevestigen.

Op het woord van getuigen wordt een beklaagde al of niet in staat van beschuldiging gesteld en daarop veroordeeld of vrij gesproken.

Nu zegt Jezus: Gij, dat zijn de discipelen, de vertegenwoordigers van de geheel nieuw testamentische Kerk, zult Mijn getuigen zijn.

Hierin ligt de opdracht aan de gehele Kerk des Heeren, aan allen die het Woord ontvangen hebben. Gij, allen die door het Woord opzij gezet zijn, die dit Woord ontvangen hebben om dit Woord dóór te geven.

Nóóit zullen we daaronder kunnen uitkomen, wélke motieven wij zullen aanvoeren. Al hebben we maar één talent, God gaf het ons om te gebruiken, te getuigen.

De tijd tussen Hemelvaart en Wederkomst van Christus is een door God bepaalde tijd om Zijn Woord bekend te maken, te evangeliseren, onder alle volken, geslachten en natiën.

Dit is de oorzaak dat Lukas deze brief en het Evangelie, moet opdragen aan Théofilus, nadat hij eerst alles naarstiglijk onderzocht heeft.

De betekenis van de naam Théofilus wordt op verschillende manieren verklaard. De ene verklaarder spreekt over een vriend van Lukas, de ander denkt dat het een machtig heer is geweest uit de tijd van Lukas. De naam Théofilus wordt vertaald met Liefhebber Gods, Gods vriend of vriend van God. Onder deze liefhebbers Gods behoorden de discipelen en daarmee de gehele Kerk des Heeren. Deze naam is op ieder van hen persoonlijk van toepassing.

Al deze liefhebbers Gods hebben van de scheidende Jezus op de Olijfberg eenzelfde opdracht gekregen: gij zult Mijn getuigen zijn.

Zij zullen moeten getuigen van Jezus, Die tot hen gezegd heeft: Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn hoogt, waar Ik ben" (Joh. 14 : 2b en 3). De liefhebbers Gods moeten getuigen: an de belofte van Gods Zoon in de stilte der eeuwigheid: Zie Ik kom, om Uw wil te doen, o God." Daar waar brandoffer, noch enig offer hebben kunnen voldoen, heeft Hij gezegd: ie, Ik kom (Ps. 40 : 8; Hebr. 10 : 7). Zij moeten getuigen van het profetische Woord en van de, op Zijn komst en werk, afschaduwende eredienst.

Zij moeten getuigen van Zijn nederige geboorte in de stal van Bethlehem, van het ontzaggelijke lijden; van Zijn onschuldige veroordeling waar valse getuigen tegen Hem opstonden; van Zijn sterven aan het vloekhout van Golgotha; van Zijn begraving door Zijn vrienden, die in het openbaar getuigden met Hem te willen leven, maar ook in Zijn dood hun liefde betoonden; getuigen van Zijn opstanding; van Zijn vertoning aan velen na Zijn opstanding; maar ook

van Zijn Hemelvaart; Zijn zitten aan de Rechterhand Gods (in de hoogste heerlijkheid) waar Hij blijft tot Zijn wederkomst op de wolken des hemels om de levenden en doden te oordelen.

Zij moeten getuigen van Zijn werk als de Hoogste Profeet, waarvan de dichter spreekt in Ps. 68 : 19: Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o Heere God!"

Zij moeten getuigen zijn van Zijn werk als de Enige Hogepriester, Die een voortdurende Voorbidder is bij God de Vader, waarvan de apostel schrijft in Rom. 8 : 34: Wie is het Die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt." In Hebr. 4 : 14 schrijft hij: Dewijl wij dan een grote Hogepriester hebben, Die door de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus, de Zoon van God."

Zij moeten getuigen van de Eeuwige Koning, Die Zijn Kerk bestuurt, leidt en regeert. Waarvan we lezen in Openb. 11 : 17: Wij danken U, Heere God Almachtig. Die is, en Die was, en Die komen zal! Dat Gij Uw grote kracht hebt aangenomen, en als Koning hebt geheerst."

Zij moeten getuigen van Deze Jezus, Die op de bekroning van Zijn borgtochtiglijk lijden en sterven heeft uitgeroepen: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde" (Matth. 28 : 18). Alle macht, de vrucht van Zijn volkomen gehoorzaamheid. Het fundament van de gehele Kerk Gods, zowel van de strijdende als van de triomferende. Deze grenzeloze macht heeft Hem verheven tot de „Koning der koningen" en „Heer der heren."

Maar deze grendeloze macht moet bekend worden aan ieder mens. De engelen hebben er van gezongen: Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen." Daarom vervolgt Jezus Zijn woord in Matth. 28 : 19: Gaat dan henen, onderwijst al de volken lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb." Jezus laat Zijn beminden niet zonder troost, niet zonder onderwijs, maar ook niet zonder opdracht achter.

Gaat dan henen, betekent niet heerlijk bij elkaar gaan zitten, en maar genieten van de vruchten uit de kruisverdienste van Christus. Toen de kerk van de Pinksterdag daaraan begon, heeft God een felle vervolging toegelaten en gebruikt om de kerk Zijn opdracht te leren verstaan.

„En er werd te dien dage een grote vervolging tegen de gemeente die te Jeruzalem was; en zij werden allen verstrooid " (Hand. 8 : 1).

Denk aan de vervolger Saulus van Tarsen. Denk aan de vluchteling Filippus die in Samaria een getuige werd, waardoor er velen toegebracht werden.

Heengaan, onderwijzen, doorgeven alles wat gezien en gehoord is, dat is de opdracht van de Koning der Kerk. Tóen en nü!

Paulus onderwijst in zijn brief zijn leerling Timótheüs (hoofdst. 2 : 2) als hij schrijft: en hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam zullen zijn ook anderen te leren."

Zij moeten getuigen van de plaatsbereiding voor de liefhebbers Gods, maar ook van Zijn wederkomst. Zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogft, waar Ik ben.

Zijn wederkomst Als de bazuin groot geluid zal geven, en de stem gehoord zal worden: ntwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten" (Efeze 5 : 14).

Als Hij met Zijn wan in de hand komt om de dorsvloer te doorzuiveren. Als alle vijanden des Heeren tot de bergen zullen roepen: valt op ons; en tot de heuvelen: edekt ons" (Luk. 23 : 30).

Als alle knie zich voor Hem buigen zal en alle tong Hem roemen zal. Als een legioen van heerlijke troongeesten uit zal gaan om het bevel van de Grote Landman uit te voeren, het koren én het onkruid te maaien (Matth. 13 : 30). Als het koren in de „schuur" verzameld zal worden en het onkruid in het „vuur" geworpen zal worden. Als de mens naar zijn eeuwig huis gaat.

Wie zijn deze getuigen die deze opdracht hebben ontvangen? Dit leert ons de vraag, door de discipelen aan Jezus gesteld, kort voordat Hij met hen de Olijfberg beklom: Heere, zult Gij in deze tijd aan Israël het koninkrijk wederoprichten? " (Hand. 1 : 6b).

Drie jaren in Zijn nabijheid verkeerd. Vele tekenen en wonderen gezien. Vele leerredenen gehoord. Ja, stemmen uit

de hemel, waardoor de Goedheid van Jezus werd aangewezen en nog niets geleerd?

Een simpele vraag, die hen steeds beheerst heeft, maar uit de aarde aards. Straks treedt Jezus de hemelse Heerlijkheid binnen, waar ontelbare hemelse troongeesten Hem toe zullen juichen. Daar zal Hij de vrijbrief tonen van gehéél Zijn Kerk. En nu... „Heere, zult Gij in deze tijd " Waar denken ze aan? Is de Romeinse overheersing hoofdzaak?

De kanttekenaren zeggen: zij meenden een werelds koninkrijk.

Met dit woord worden de getuigen, de liefhebbers Gods, getekend.

Zij moeten straks getuigen als Hij opgevaren is. Zal dat kunnen?

Ja, zij kunnen getuigen, op grond van Zijn toezegging (Hand. 1 : 8):

Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal" en op het troostwoord: en ziet, Ik ben met ulieden al de dagen, tot aan de voleinding der wereld" (Matth. 28 : 20).

Gij zult Mijn getuigen zijn

Tussen Hemelvaart en Wederkomst, hier op aarde; maar ook straks in de eeuwige heerlijkheid, want: Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem hebt zien heenvaren" (Hand. 1 : 11) en dan getuigen in de hemel, waarvan Johannes schrijft in Openb. 5 : 13: En alle schepsel hoorde ik zeggen: em, Die op de troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. Amen."

Zal ook jouw „Amen" daarbij gehoord worden?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1978

Daniel | 24 Pagina's

VAN HEMELVAART TOT WEDERKOMST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1978

Daniel | 24 Pagina's