Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CHRISTUS ALLEEN MAAKT VRIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CHRISTUS ALLEEN MAAKT VRIJ

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij zijn Abrahams zaad! Wij hebben nooit iemand gediend! Moeten wij dan nog vrijgemaakt worden? Wat denkt die rabbi uit Nazareth wel? Wel, wat Jezus dacht van de Joden, wat Jezus denkt van jou en mij, dat zegt Hij héél duidelijk: „een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde”.

Dat wil zeggen: Wie de zonde als levenselement heeft, berooft zichzelf van zijn vrijheid.

Want een zondaar is een gebonden mens: jood of heiden, rijk of arm, Vrij Evangelisch of van de Gereformeerde Gemeenten: als we in de zonde bevrédiging vinden, zijn we gebonden mensen. De mens meent op vele manieren vrij te zijn, terwijl toch geldt wat Jezus zegt: knecht van de zonde! Eigenlijk staat er: slaaf.

Slaaf van de zonde! Dat staat op het geestelijk naamkaartje van de dokter en de dominee, van de automonteur en de onderwijzer, van de kantoorbediende en de huisvrouw. Dat is geen denkbeeldige mogelijkheid, maar de benauwende werkelijkheid van ieder mens van nature.

De ware vrijheid

En tegenover deze gebondenheid staat nu de ware vrijheid. Dat is geen vrijheid van uiterlijke slavernij, van een gevreesde ziekte, of van wetten en regels die als een beperking worden gezien, maar het is de vrijheid van de zonde als allesbeheersende macht.

Dat betekent niet dat we geen zonde meer doen. Wél dat de zonde niet langer de toon aangeeft, en dat we voortdurend in oorlog leven met de zonde.

In een demokratisch land met zijn hooggeroemde vrijheden kun je een gebonden mens zijn, maar achter het IJzeren Gordijn, onder de vreselijke knoet van het kommunisme, kun je vrij zijn!

De ware vrijheid is daar, waar de mens zichzelf als een gebondene, en Christus als de Grote Bevrijder leert kennen.

En dat is geen vrijheid om er maar op los te kunnen leven in de zin van: wie doet me wat; Jezus heeft voor ons voldaan, laat ons naar de kermis gaan.

Nee, de christelijke vrijheid is een vrijheid in gebondenheid aan de Heere. Vrij en toch gebonden; gebonden en toch vrij.

Dat is het leven van de ware christen, omdat hij weet: als vrijgemaakt mens, ben ik gebonden aan de Heere en Zijn Woord. Deze vrijheid maakt niet hóógmoedig, maar ootmoedig en klein.

Ieder mens hunkert naar vrijheid. Naar politieke en geestelijke vrijheid. Vrij zijn — het is het ideaal van de jeugd: als ik groot ben, kan ik doen wat ik zelf graag wil; maar het is ook de begeerte van de oudere generatie.

En deze hunkering naar vrijheid is een bewijs dat de mens de ware vrijheid kwijt is. Maar omdat hij dat niet echt weet, omdat hij niet ontdekt is aan zijn slavernij, daarom weet hij ook niet wat de ware vrijheid is, en waar hij die zoeken moet.

Wat een wonder daarom dat Christus tot gebonden mensen zegt: „Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult ge waarlijk vrij zijn”.

De Zoon van God maakt vrij

De Zóón, de Zoon van God, maakt wérkelijk vrij. Hij is

de Grote Bevrijder van het mensenleven.

Hij ontdekt niet alleen onze gebondenheid, zodat er van ons mooie leven niets overblijft, maar Hij wijst ook de weg naar de verlossing.

Ja méér nog: Hij is de weg der verlossing. Hij gééft Zelf de ware vrijheid. Hij is gekomen in een gebonden wereld. Een wereld die onderworpen is aan allerlei machten en stromingen, en aan de duivel, de overste dezer wereld.

En in deze onder zonde en vloek gebonden wereld, staat nu de Grote Bevrijder met Zijn bevrijdende boodschap. Tot twee maal toe spreekt Christus tot de Joden over vrijmaken: de Waarheid zal u vrijmaken, en de Zóón zal u vrijmaken. Dat is een éénheid. Want Christus is Zélf de Waarheid. Hij zegt immers: „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”.

Als Christus Zich de Waarheid noemt, wil Hij ons daarmee twee dingen zeggen: wie en wat God is in Christus, en wie en wat de mens is in zijn afval van God.

Wie God is, en wie we zelf zijn, dat leer je niet uit de boeken. Dat kun je niet leren op de beste hogeschool in ons land.

Daar moet de Heere Zelf aan te pas komen. Dat leer je alleen op de hogeschool van de Heilige Geest. Hij alleen doet buigen voor de waarheid.

De zondige, de gebonden mens kan die waarheid niet verdragen. Wat is er een openlijk en heimelijk verzet wanneer het ons wordt voorgehouden dat de zonde geen gebrek is, maar opstand, vijandschap tegen God; dat de kloof tussen God en ons breder is dan een oceaan; en dat we bij die kloof nu niet staan als huilende kinderen die iets moois verloren hebben, maar dat we met de rug naar die kloof staan als vijandige mensen, die zich er niet over bekommeren hoe die kloof ooit gedempt zal worden. Als deze waarheid ons gezegd wordt, verzetten we ons: openlijk of bedekt, vroom of bruut.

En daarom: er is bediening uit Christus nodig om door de Waarheid vrijgemaakt te worden. Er is geen andere Bevrijder dan deze. Werkelijk vrij is een mens alleen wanneer een ander levensbeginsel hem beheerst; wanneer hij de schijn van zijn leven heeft mogen inruilen voor de waarheid Gods.

En dat vermag alleen Christus! Hij is de énige, maar ook volkomen Bevrijder.

Hij heeft Zich onder slaven geplaatst, zonder Zélf slaaf te worden. Gods Wet heeft Hij volmaakt volbracht. De straf op de slavernij heeft Hij gedragen. De gevolgen van onze boeien heeft Hij moeten ondervinden. Hij moest Zelf geboeid worden, om zonde-slaven te kunnen bevrijden. En daarom mag tot gebonden zondaren het Evangelie uitgaan, dat er in en bij Christus bevrijding is. Dat Evangelie heeft Hij Zelf bevestigd tijdens Zijn omwandeling op aarde. Telkens schittert in het leven van zondaren Zijn bevrijdende macht.

Levi zit in het tolhuis, gebonden in de slavernij van de geldzucht. Maar Jezus spreekt het bevrijdende woord: volg Mij! En er is geen zondemacht die Levi nog tegenhouden kan.

Een man zwerft bij de graven, naakt en krankzinnig. Zijn naam is Legio, want een legioen van duivelen heeft het leven van deze man gebonden. Is daar nog iets aan te doen? Ja, want Jezus spreekt Zijn machtwoord en even later zit deze man, gekleed en goed bij z'n verstand, aan Jezus' voeten.

Een Samaritaanse komt bij de put. Een vrouw met een verleden en heden, waar je niet jaloers op hoeft te zijn. Wij zouden in een psychiatrisch rapport gezet hebben: niét te verbeteren. Maar Jezus móest door Samaria gaan, opdat ook deze vrouw bevrijd zou worden. Het Evangelie is één doorlopend getuigenis: Christus alleen maakt vrij!

En nu kunnen we deze Bevrijder nooit méér eer toebrengen, dan door met onze boeien tot Hem te komen, opdat Hij ze zou losmaken. Want alleen in het bloed van de Heere Jezus ligt bevrijdende kracht.

Wie worden vrijgemaakt?

En dan zeg je misschien wel: zou dat voor mij kunnen? Ik zit met duizend banden vast aan de zonde. Telkens wéér verval ik er in, en m'n geweten zegt me, dat ik zelfs niet strijden wil tegen de zonde, dat ik m'n boezemzonde niet wil loslaten. Maar weet dan: ofschoon het Woord van God je veroordeelt en zegt dat het aan jouw kant een onmogelijke zaak is om ooit wezenlijk vrij te worden, het zegt ook dat als je tot Hem komt, Hij je geenszins zal uitwerpen. Hij is immers gekomen om te bevrijden; om de werken des duivels te verbreken en gebondenen vrijheid uit te roepen.

Wij zitten, als we tot de smartelijke ontdekking komen dat we gebonden mensen zijn, slaven van de zonde, zo dikwijls vast in een wettische gedachtengang. We willen wérken om het Evangelie te verkrijgen. We willen wat dóen om door Christus bevrijd te worden.

Bunyan zegt in zijn boek over de leer der wet en der genade, dat we op deze wijze Christus meer zien als een geschilderde, dan als een ware Zaligmaker. Want als je jezelf eerst voor Christus aangenaam wilt maken, opdat Hij genade zou bewijzen, dan heb je geen genade meer nodig. Dan heeft Hij niets meer aan je te doen.

Tegen deze wettische gedachtengang is maar één recept: wie tot Christus wil komen, zodat hij niet verworpen wordt, moet komen als de aller-goddelooste van de hele wereld, die meer geschikt is om verdoemd te worden naar recht, dan om enige hoop op bevrijding te ontvangen.

Gebondenen zijn bij Hem welkom! Welkom met hun harde hart, dat zo koud, zo dood, zo goddeloos en afkerig is. Welkom met hun banden, waaraan ze zelf wel eens peuteren om ze los te maken, maar waarvan ze ervaren, dat ze zo alleen maar meer gaan knellen. Laat ze Hém zien! Leg je vinger bij dit woord: „Indien dan de Zoon u zal hebben vrijgemaakt, zo zult ge waarlijk vrij zijn", en geef het niet eerder op voor Hij je banden losgemaakt heeft.

Zeker, het is geen gemakkelijke weg, die de Heere met ons houdt om gebondenen vrij te maken. Misschien vraag je je wel af: waarom moet dat zo, waarom moet ik er helemaal aan, zodat ik niets meer ben, en niets meer overhoud? Het antwoord moet zijn, omdat we anders de Bevrijder nooit nodig zouden hebben.

Want alleen in deze weg is er voor een naakte, ontledigde zondaar met zijn aan flarden gescheurde kleed van eigengerechtigheid, een Jezus Die ons dekt met het kleed van Zijn Borggerechtigheid. Alleen zo is er voor een gebonden zondaar een Christus die vrij maakt; voor een blinde zondaar een Christus die het licht maakt.

Wat een zegen om zo, vrij van de heerschappij der zonde en des doods, maar ook vrij van de vloek der wet, te mogen staan in de vrijheid met welke Christus vrijmaakt.

De heiligmaking

Nee, niet om die vrijheid te gebruiken tot een oorzaak voor het vlees. Maar integendeel, juist om de Heere te dienen, door een wandel in de vreze des Heeren, uit dankbaarheid voor Zijn onuitsprekelijke gave.

Hier blijft de strijd, juist ook wat betreft de heiligmaking. Want de christen

blijft een twee-mens, die dikwijls klagen moet: „als ik het goede wil doen, ligt het kwade mij bij". In die strijd tegen de macht van de zonde zullen we steeds meer onze eigen onmacht ontdekken, maar ook steeds meer Hem nodig krijgen die bevrijdt van de machten der duisternis.

Christus alleen maakt vrij! Die wetenschap plaatst de kerk ook voor een hoge roeping, namelijk om te getuigen van de ware vrijheid die alleen in Hem te vinden is.

Dat is niet alleen de taak van dominees en ambtsdragers.

„Gij zult Mijn getuigen zijn", dat geldt ieder die door Christus is vrijgemaakt. Als God een mens bekeert, dan neemt Hij hem tegelijk in Zijn dienst om Zijn getuige te zijn. Te getuigen met het Woord, maar ook met de daad. De vrijheid moet voorgeleefd worden. De kracht van deze vrijheid moet in ons uitstralen en anderen tot jaloersheid wekken.

Zeker, uit en van onszelf is dit alles onmogelijk. Maar met Pinksteren zien we wat de Geest van Christus uit gevallen zondaren maakt. Die Geest drijft tot spreken, zodat de apostelen met grote vrijmoedigheid getuigen van de Enige Naam, Die God gegeven heeft onder de hemel, om gebondenen vrijheid uit te roepen.

Tot gebonden mensen, tot zondeslaven, komt deze Zaligmaker met Zijn bevrijdend Woord.

Hij wil zo graag werk aan je doen. Hij wil je boeien zo graag losmaken. Niets is Hem liever. Daartoe is Hij gekomen. Dat is Zijn opdracht: zondeslaven bevrijden. En de last van Zijn zending is tegelijk de lust van Zijn hart.

Ben jij werkelijk vrij?

Onze jonge jaren zijn de jaren, waarin we verlangen naar de vrijheid. Dan denken we dat héél de wereld voor ons openligt. Maar ben je wérkelijk vrij? Als de Heere je niet vrijgemaakt heeft, dénk je misschien van wél, maar satan lacht om die gedachte, want zó juist ben je zijn prooi. Hoe probeert hij telkens weer om je mee te nemen op zijn hoogten, om je te tonen de glinstering van de zonde, en dan roept hij jullie toe: dit alles zal ik je geven als je mij wilt dienen. De propaganda die de vorst der duisternis maakt is geweldig. Als je die zou geloven, dan zou je denken dat je de hemel op aarde krijgt. Maar weet je wat zijn bedoeling is? Om je niet in de hemel, maar in de hel te krijgen. Je niet tot de vrijheid, maar tot de eeuwige gebondenheid te voeren. Die bedoeling zit er achter.

En daarom wil ik jullie dringend vragen: luister naar wat de Heere door het Woord tot je te zeggen heeft: Ware vrijheid, ware vreugde kan er alleen zijn, als je met je hele hart de Heere mag dienen. Dan wordt de beste tijd van je leven niet in de zonde, maar in de ware vrijheid doorgebracht. Werkelijk vrij ben je alléén, als Christus je bevrijd heeft.

Nóg gaat deze Bevrijder rond in het gewaad van Zijn Woord. Hij gaat dwars door alle wereld-ellende heen, door met Zijn werk, en vergadert Zichzelf door Woord en Geest een gemeente ten eeuwigen leven, tot de eeuwige vrijheid.

Wat voor ons het meest nodig is, is het zoeken naar deze ware vrijheid. Alle ijver voor wereldvrede en vrijheid kan loffelijk zijn, maar voor de steeds dichterbij komende wederkomst van Christus is een andere vrijheid nodig. Zoals Noach vóór de zondvloed de ark toebereidde, zo moeten wij vóór alles zoeken in Christus geborgen te worden, en te bedenken hetgeen tot onze eeuwige vrijheid dient.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1978

Daniel | 24 Pagina's

CHRISTUS ALLEEN MAAKT VRIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1978

Daniel | 24 Pagina's