DE KETELLAPPER VAN ELSTOW
Velen van jullie zullen al wel begrijpen, wie met dit opschrift bedoeld wordt. Inderdaad, deze ketellapper is niemand anders dan John Bunyan, de schrijver van „Pilgrim's Progress" of „Eens Christens reize naar de eeuwigheid." Dit boek, waarin een christen zijn reis door dit leven beschrijft is veel mensen tot zegen geweest.
Als wij het leven van Bunyan nagaan, zullen we zien dat dit boek een soort autobiografie is. Niet alleen omdat er veel overeenkomsten zijn met het (geestelijk) leven van Bunyan, maar ook met dat van de ware christenen van alle tijden. Ook zij woonden eertijds in stad Verderf en voor hen zijn de heer Wettisch en de reus Wanhoop geen onbekenden. Maar gelukkig mogen zij zich ook wel eens verheugen op de Liefelijke Bergen, v/aar zij over de zorgen en moeiten heen mogen zien naar het Immanuelsland.
Zijn lijd
In de 16e eeuw regeerde in Engeland Hendrik VIII. Aanvankelijk wilde hij aartsbisschop van Canterbury worden, maar door het overlijden van zijn broer, de kroonprins, moest hij zijn vader als koning opvolgen. Hij was een trouw zoon van de kerk en moest van het zaad der hervorming, dat in Engeland gestrooid was door John Wicliff, niets hebben. De Lollarden, de volgelingen van Wicliff, werden zelfs bloedig vervolgd. Maar deze goede verstandhouding met de paus was van korte duur. Doordat de paus geen toestemming wilde geven om zijn huwelijk te ontbinden, kwam hij met hem in konflikt en benoemde hij zichzelf tot hoofd van de kerk. Deze nieuwe kerk werd de Anglicaanse kerk: een staatskerk, waarin niet de classes en synoden, maar de koning besluiten nam. Jullie begrijpen al, dat en de katholieken en de puriteinen (= protestanten) het hierdoor niet gemakkelijk kregen. We zien dan ook een aantal puriteinen, de „Pilgrimfathers" met hun zeilschip, de „Mayflower" uitwijken naar Amerika (1620). En... John Bunyan belandde in de gevangenis, waar hij ongeveer 12 jaar doorbracht.
Zijn jeugd
John werd geboren in november 1628 te Elstow, een dorpje in de buurt van Bedford. Zijn ouders waren arm: „de rang van mijns vaders huis was die van de laagst-geplaatste en meest verachte families in het land". Van het onderwijs op de dorpsschool schrijft hij: „Ik moet tot mijn schande bekennen, dat ik bijna alles spoedig verloor wat ik geleerd had". Geld voor verdere studie was er niet en John werd opgeleid in het vak van zijn vader en werd ketellapper. Op 16-jarige leeftijd verloor hij zijn moeder en zuster. Zijn vader was een paar maanden later al hertrouwd. Mede hierdoor werd John een ruwe en onverschillige jongen. De stem van zijn geweten wist hij steeds te onderdrukken. Ook toen hij als soldaat zijn wacht geruild had met een vriend en deze laatste getroffen werd, maakte maar weinig indruk op hem. Zijn vrouw Mary, die van haar Godvruchtige vader slechts een tweetal boeken
(o.a. „De praktijk der Godzaligheid") meebracht, had echter een gunstige invloed op haar man.
Zijn geestelijk leven
Hoewel zijn buren hem nu al spoedig als een vrome man aanzagen, vond hij de ware vrede nog niet. Wanneer hij enkele leden van de baptistenkerk hoort praten over de wedergeboorte, is dat totaal nieuw voor hem. Ook verwachten zij niets van hun eigen gerechtigheid. Al hun heil zoeken zij in Jezus Christus, de Zaligmaker. Bunyan besluit daarop eens in de baptistenkerk te gaan luisteren. Hier wordt hij door ds. Gifford bijzonder goed opgevangen. (Vergelijk hem eens met Evangelist uit zijn boek.) Toch leeft Bunyan nog jaren in geestelijke strijd en is pas geleidelijk tot meer zekerheid in zijn geloof gekomen. Later gaat hij — daartoe aangespoord door zijn vrienden — evangeliseren in Bedford en volgt ds. Gifford op als predikant, maar al spoedig wordt hij door Karei II gearresteerd (1660). In de cel schreef hij zijn beroemd geworden boek.
Wat heeft Bunyan ons te zeggen ?
Heeft een predikant van de 17e eeuw ons, tieners van de 20e eeuw, nog iets te zeggen? De taal en de stijl spreken ons toch niet meer aan en de inhoud ligt helemaal buiten onze belangstellingssfeer. Inderdaad is dat onze eerste indruk, maar als wij de moeite nemen zijn boek te lezen valt dit allemaal erg mee. Het verhaal „pakt" ons al direkt als we lezen, dat Bunyan droomt van een man met een pak op zijn rug, die het in stad Verderf niet meer uithouden kan en alles in het werk stelt deze goddeloze stad te ontvluchten. Zonder vrouw en kinderen, (zij noemen hem overspannen), vangt hij de pelgrimsreis aan.
Toch is het niet de bedoeling van de schrijver geweest ons een mooi verhaal te vertellen. Dit blijkt niet alleen uit de namen van de mensen, die in dit boek optreden, maar ook uit de aantekeningen en teksten, die bijgevoegd zijn. Alles heeft een veel diepere betekenis. Bunyan had namelijk de gave abstrakte begrippen, zoals godvruchtigheid, ongeloof en getrouwdheid, als een persoon voor te stellen. Samen met de bijgevoegde teksten worden ons nu veel zaken duidelijker. Daarom zouden wij bijna zeggen, dat dit boek juist voor de jeugd geschreven is.
De voornaamste reden, waarom dit boek zo vaak herdrukt werd en nog zoveel gelezen wordt, is dit echter nog niet. Dit moeten we meer zoeken in het feit, dat de problemen en zorgen, waar de hoofdpersoon Christen mee worstelde, niet alleen zijn noden waren. Nee, deze strijd kennen al Gods kinderen in meer of mindere mate. Wat een troost kan het dan ook voor hen zijn, wanneer ze lezen, dat, hoewel het leven van Christen niet altijd in overeenstemming was met Gods geboden, Christus hem toch weer op het juiste pad wil leiden, dat naar de Hemelpoort gaat. Als het aan hem gelegen zou hebben, was Christen nooit in Sion aangekomen. De waren vromen moeten dit beamen en zullen daardoor geen hoge gedachten van zichzelf koesteren.
Het onderzoeken en naspeuren van de wegen, die God met Zijn volk houdt, is echt niet ouderwets, maar in onze tijd heel hard nodig. En dan niet in het minst voor de jeugd. Immers als er op een school nog godsdienstles gegeven wordt, beperkt dit zich veelal tot het bespreken van de wereldgodsdiensten en het wijzen op de noodzaak van een deugdzaam leven. Bij het lezen en bestuderen van de Christenreis zal duidelijk worden, dat er bij een bekering van de zonde tot de deugd nog een andere bekering nodig is. De heer Wettisch wordt een bedrieger genoemd en zijn zoon Burgerlijkheid, ofschoon hij er aangenaam uitziet, is toch een geveinsde.
We hebben jullie enkele facetten laten zien van een oud boek, dat geschreven werd door een man, die van een vloekende ketellapper een getuige van Christus werd. Een boek, dat in de loop der tijden veel zegen afgeworpen heeft. Een boek, dat ook voor jou wel eens heel belangrijk zou kunnen worden. Heb je het nog niet gelezen? Dan hopen we, dat je er nu spoedig aan beginnen zult.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1978
Daniel | 28 Pagina's