Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ATHANHSIUS EN ZIJN GELOOFSBELIJDENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ATHANHSIUS EN ZIJN GELOOFSBELIJDENIS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de „Daniël" van 26 januari j.1. wordt in het artikel „De Belijdenis des geloofs van Nicea" even de naam van Athanasius genoemd. Hij is een heel belangrijke figuur uit de vroege kerk, terwijl er ook nog een belijdenis naar hem genoemd is. De moeite waard om er met elkaar eens aandacht aan te besteden.

Hij leeft van 295-373. Het staat er zo simpel, maar wat een veel bewogen leven heeft deze man gehad! Hij heeft a.ls bijnaam „De vader der orthodoxie", en die titel heeft hij wel verdiend.

De levensloop van Athanasius

Als in 318 Arius, zijn medepresbyter te Alexandrië, openlijk leert dat Christus niet de Zoon van God is, vindt deze in zijn kollega Athanasius een vurig tegenstander. Athanasius doet dit niet vanuit een star, dor dogmatisch standpunt, maar omdat hij beseft dat hier het hart van de kerk geraakt wordt. Als de Heere Jezus niet echt Gods Zoon is, kan Hij niet de Zaligmaker van zondaren zijn en is er voor zondaren geen verlossing en vergeving van zonden mogelijk. Dan is het voor eeuwig verloren.

Jullie weten al, dat de strijd snel beslist lijkt, als in 325 het concilie van Nicea in ronde woorden de ketterij van Arius en de zijnen afwijst en nog eens nadrukkelijk stelt dat Christus is God uit God, Licht uit Licht, Die' om ons mensen en om onze zaligheid, is nedergekomen uit de hemel, van hetzelfde Wezen met de Vader. Je zou zeggen, nu is het toch wel klaar met Ariu's ketterij. Maar nee hoor. Met keizer Constantijn de Grote is voor het christendom, vrijheid gekomen en zelfs krijgt de christelijke kerk geleidelijk aan een bevoorrechte positie. Je zult begrijpen, dat hieraan naast grote voordelen ook grote nadelen zijn verbonden. Probeer voor jezelf eens beide pp een rijtje te zetten. Eén nadeel wil ik nu al noemen: de eerste christen-keizer gaat zichzelf .'beschouwen als „de bisschop voor uitwendige zaken van de kerk". Hij meent geroepen te zijn om in zaken als concilies, geloofsbeslissingen, benoemingen van bisschoppen enz. leiding te geven, 'en zo nodig de beslissing te nemen. Omdat bovendien de opvolgers van keizer Constantijn niet altijd rechtzinnig zijn, krijgen de arianen na 325 telkens weer de gelegenheid om hun verkeerde leer te verbreiden. Daarbij vinden zij echter steeds Athanasius op hun weg. Wat dit voor zijn levensgang betekent, zal uit het volgende overzichtje duidelijk zijn.

325. Hij is sekretaris van het concilie van Nicea.

328. Hij wordt bisschop van Alexandrië.

335. Hij wordt afgezet en verbannen naar Trier. Zo komt hij in kontakt met de kerk in het Westen, waar hij steun ontvangt.

337. Na de dood van keizer Constantijn wordt hij weer bisschop van Alexandrië.

340. Hij wordt verbannen en vlucht naar Rome.

346. Hij wordt als bisschop hersteld.

355. Hij wordt opnieuw verbannen.

362. Hij wordt hersteld, als bisschop maar snel weer verbannen.

363. Hij is even in Alexandrië .

365. Hij wordt verbannen. Hij komt kort daarna terug, en blijft dan tot zijn overlijden bisschop van Alexandrië.

373. Hij overlijdt.

Ik dacht dat wij hier mogen spreken van een veel bewogen leven. En dat alles omdat hij pal staat voor de bijbelse leer. Nogmaals, niet omdat hij zich gaarne in een woorden-of pennestrijd wikkelt, maar omdat hij voelt dat het hier gaat om het werk en de Persoon van Christus! Dan acht hij op geen ding, noch houdt hij zijn leven dierbaar voor zichzelf. De Heere heeft het zo geleid, dat de belijdenis van Nicea later nogmaals door de kerk bevestigd wordt.

Be strijd om de twee naturen van Christus

Iicewel de kerkelijke vergaderingen in hoogste instantie hebben uitgesproken, dat de Heere Jezus waarachtig Zoon van God is en van hetzelfde wezen als cle Vader, blijken toch alle vragen nog niet opgelost te zijn. Als de Heere Jezus waarachtig God is, van eeuwigheid, hoe kan Hij dan tegelijk ook waarachtig mens zijn? Hoe is de verhouding tussen de beide naturen? En hoe moeten v/ij ons voorstellen dat Hij mens is? Wordt dan deze menselijke natuur niet volkomen overheerst door Zijn gc idelijke natuur ?

In 423 slaat de bezinning en gedachtenwisseling orn in openlijke strijd, vooral tussen de plaatsen Constantinopel (= stad van Constantijn, de nieuwe hoofdstad van het ronieinse rijk) en Alexandrië. Dan zegt Nes tori us, de patriarch van Constantinopel: Christus is volledig God en volledig mens, maar zijn beide naturen zijn volkomen gescheiden. Beide werken apart.

Uit de wonderen blijkt bijvoorbeeld Zijn goddelijke natuur, uit zijn lijden en sterven de menselijke natuur. Er is sprake van een twee-heid. Zo is van de menswording van God geen sprake. De patriarch van Alexandrië, Cyrillus, reageert meteen. Nee, in Christus is juist een één-heid van beide naturen. Wel moet bedacht worden, aldus Cyrillus, dat de goddelijke natuur overheerst. Christus heeft, de menselijke natuur omgeslagen als een kleed. De onpersoonlijke menselijke natuur is in de goddelijke natuur opgegaan als een melkdroppel in de oceaan!

In 431 wordt op het 3e oecumenisch concilie te Efeze in een zeer rumoerige vergadering voorlopig het pleit beslist ten gunste van Cyrillus. Nestorius' opvatting wordt veroordeeld. Zijn aanhangers, de Nestorianen trekken weg, o.a. naar Perzië. De officieel geworden leer van Cyrillus is verre van rechtzinnig, dat zijn wij wel met elkaar eens. Maar daarbij blijft het niet, men gaat nog verder op de verkeerde weg! In 448 trekt abt Eutychus, een medestander van Cyrillus, de konsekwenties van de conciliebeslissing van 431: Christus heeft slechts één natuur, de goddelijke. Zo sterk is de menselijke: .natuur door de goddelijke verdrongen, dat de menselijke natuur van Christus slechts schijn isï Men noemt deze opvatting het monofysitisme. Een jaar later, in 449, wordt op de „Roverssynode" van Efeze het monofysitisme tot de enig juiste kerkelijke opvatting verklaard. De

naam „Roverssynode" spreekt boekdelen: een bende gewapende monniken dringt' de vergadering binnen en doet de beslissing ten gunste van Eutyehus uitvallen.

Je zou zeggen, nu is het definitief verloren en zal het bijbelse spreken over het geheim, van de twee natuien in de Ene Persoon van Christus voor altijd uit de belijdenis van de kerk verdwenen zijn.

Maar dan gebeurt er ineens iets, wat zo veel malen in de kerkgeschiedenis het geval is: het ingrijpen van één persoon, waardoor het beeld totaal verandert. In dit geval is het niet de eerste de beste, want het is „de eerste paus", bisschop Leo de Grote van Rome. Hij vindt dat men nu veel te ver is gegaan. Daarbij komt er een nieuwe keizer, die de macht van Alxandrië wil inperken en in. zijn rijk ook kérkelijke eenheid wil. Om kort te gaan, in 451 wordt te Chalcedon het vierde oecumenisch concilie gehouden, waar onder druk van de keizer, tegen de wil van de meerderheid, de formule van bisschop Leo' wordt aangenomen: Christus heeft twee naturen in één Persoon, onvermengd en onveranderd, (duidelijk gericht tegen de opvatting van Eutyehus), ongedeeld en ongescheiden (tegen de opvatting van Nestorius). Een deel van de kerk aanvaardt dit niet, en zij vormen nationale, monofysitische kerken, in Egypte (de Koptische Kerk), Syrië en Armenië.

De geloofsbelijdenis van Athanasius

Je vraagt je misschien af, waar blijft nu die geloofsbelijdenis van Athanasius, wanneer wordt die besproken? Wel, de moeilijkheid is, dat hij niet van Athanasius is! Het is daar al net zo mee, als met de Apostolische geloofsbelijdenis. Die is wel naar de apostelen genoemd, maar niet van hun hand.

In mijn psalmboekje staat er als datum bij 333, maar hij kan pas na het concilie van Chalcedon opgesteld zijn. Niemand kan echter zeggen waar, wanneer en door wie hij is opgesteld.

Art. 3-26 gaat over dé drieëenheid. De nadruk wordt vooral gelegd op de wezenseenheid van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Art. 23 zegt dat de Heilige Geest uitgaat van de Vader en de Zoon. Dit is een typisch westerse aanvulling op de belijdenis van Nicea-Constantinopel (381).

Art. 29-41 gaan over Christus, vooral (art. 30) dat I-Iij is God en mens, (art. 32) volkomen God en volkomen mens. Art. 35-36 geven aan dat Christus één is, God en mens, niet door vermenging der zelfstandigheid. Heel duidelijk tegen Cyrillus en Eutyehus!

Je hebt wel gemerkt, dat de belijdenis niet uit de 4e eeuw kan stammen. Want niet alleen de belijdenis van Nicea (325), of die van Nicea-Constantinopel (381), maar ook die van Chalcedon (451) klinkt er in door. Athanasius kan hem niet opgesteld hebben, maar het getuigt wel van zijn gezag en invloed, dat dit belijdenis geschift naar hem genoemd is.

Ik hoop dat je Gods zorg. voor de rechte leer in dit stuk bewogen kerkgeschiednis is opgevallen. Verschillende malen leek het alsof alles verloren was en de ketterij het had gewonnen. Maar evenzovele keren gebruikte de Heere slechts enkele mensen op het juiste tijdstip en op de juiste plaats, om het getij te keren. „Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden".

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1979

Daniel | 24 Pagina's

ATHANHSIUS EN ZIJN GELOOFSBELIJDENIS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1979

Daniel | 24 Pagina's