Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOE KOMT EEN WET HOT STAND ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOE KOMT EEN WET HOT STAND ?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zien we af van de zeer ingewikkelde dubbele procedure to, t wijziging van de Grondwet, dan is het nog voor velen wellicht nuttig te weten hoe een gewone wet tot stand komt.

Wetsontwerpen

Een regering heeft door haar politieke achtergrond een aantal verlangens, die zij wil realiseren: het regeringsprogramma, dat is vastgesteld door de ministers tesamen en dat grotendeels gebaseerd is op het resultaat van de onderhandelingen op basis van de partijprogramma's tijdens de kabinetsformatie. Voor het realiseren van dat regeringsprogramma moet er vaak het een en ander in wetten worden vastgelegd. Bovendien komen uit het gehele maatschappelijke bestel steeds wensen en verlangens om iets wettelijk te regelen of bestaande wetten te wijzigen.

Ambtenaren

Als de ministers het eens worden over de strekking van een wet, die zij willen invoeren, of die zij voor hun verantwoording willen nemen, dragen zij hun ambtenaren op een tekst voor die wet te maken: het wetsontwerp.

Gaat het om nieuwe belastingsplannen dan ligt het voor de hand, dat die plannen op het ministerie van financiën worden uitgewerkt; gaat het om grenswijziging tussen twee gemeenten dan zorgt het ministerie van binnenlandse zaken voor de opstelling van de ontwerpregeling. Vaak zijn er meer ministeries bij de opstelling van een wetsontwerp betrokken.

Ministerraad

Zodra de ambtenaren klaar zijn met hun tekst en als de minister daarmee tevreden is, brengt hij het stuk in de ministerraad. De andere ministers moeten het er namelijk ook mee eens zijn. Het wetsontwerp wordt gezien als een voorstel van de hele regering. Soms moet er over zo'n tekst zwaar gevochten worden. In feite is. zo'n gevecht in het kabinet al een voorbode van de strijd, die men in liet parlement (de Eerste en Tweede Kamer) kan verwachten. Want het parlement moet het wetsvoorstel straks goedkeuren. Soms is het gevecht in de ministerraad juist ter voorkoming van een strijd in het parlement.

Advies Raad van State

Als de ministers het over de tekst eens zijn, wordt het wetsontwerp naar de Raad van State gezonden. De Raad van State is het hoogste adviesorgaan van de regering. De regering is volgens de Grondwet verplicht om over alle wetsontwerpen advies te vragen aan de Raad van State. Die bekijkt het wetsontwerp niet zozeer op de politieke en maatschappelijke aspekten, maar vooral op de juridische, Het gebeurt niet zelden dat de regering op aansporing van de Raad van State enkele veranderingen aan moet brengen in een wetsontwerp.

Koninklijke Boodschap

I-Iierna kan het wetsontwerp naar de Tweede Kamer. Hoewel de Eerste Kamer zich er ook over moet uitspreken, worden de wetsontwerpen ingediend bij de Tweede Kamer. (De Tweede Kamer laat het stuk publiekelijk drukken. De Eerste Kamer kan er — evenals iedereen — dan al meteen kennis van nemen).

De aanbieding van het wetsvoorstel gebeurt door middel van een briefje van de Koningin, de zgn. Koninklijke Boodschap. (De Koningin benoemt de ministers. Samen met de ministers — het kabinet — vormt zij de regering, ook wel de Kroon genoemd).

De tekst van de Koninklijke Boodschap luidt doorgaans: „Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een ontwerp van wet (volgt een korte formulering van de strekking van het ontwerp). De toelichtende memorie, die het wetsontwerp vergezelt, bevat de gronden waarop het rust. En hiermede bevelen wij U in Godes heilige bescherming".

Memorie van Toelichting

De toelichtende memorie (de Memorie van Toelichting) bestaat over het algemeen uit een deel, waarin de mdnister in het kort uitlegt waarom men tot zo'n wetsontwerp is gekomen en uit een toelichting per artikel, waarin wordt uitgelegd wat een en ander precies betekent of hoe 1 iets uitgelegd moet worden. De toelichting is getekend door de minister, die voor het wetsvoorstel verantwoordelijk is. Soms door meer dan één minister. In zeldzame gevallen — als het om zeer belangrijke zaken gaat — zelfs door het hele kabinet.

Kommissies

Als een wetsontwerp aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt het door het presidium (de Voorzitter en de vijf ondervoorzitters) doorgegeven aan een kommissie van deskundige leden van de Kamer. De Tweede Kamer kent veel van die kommissies.

Er zijn zgn. vaste kommissies voor een bepaald deel van het regeringsbeleid en bijzondere kommissies, die tijdelijk bestaan en die het terrein van meer dan één vaste kommissie bestrijken. Een kommissie is belast met het (in artikel 121 van de Grondwet voorgeschreven) voorbereidend onderzoek, dat verplicht aan de openbare behandeling in de Kamer vooraf gaat. De kommissies zijn zo samengesteld, dat ze zoveel mogelijk een afspiegeling zijn van de politieke krachtsverhoudingen van de gehele Kamer. Het voorbereidend onderzoek houdt in, dat ze min of meer voorbereidend werk doen voor de andere kamerleden, die straks mee zullen moeten beslissen. Ze bekijken of de wet behoorlijk in elkaar zit, of de minister geen belangrijke dingen heeft vergeten en ze vraagt (zonodig) aanvullende inlichtingen om tot een beter oordeel te kunnen komen. Zo'n voorbereidend onderzoek geschiedt doorgaans schriftelijk en de duur ervan is afhankelijk van de aard en de belangrijkheid van het ingediende wetsontwerp.

Voorlopig Verslag

Tijdens zo'n voorbereidend onderzoek probeert een kommissie zich zo: goed moge-

lijk te informeren. Een kommissie kan dan ook belanghebbenden, organisaties en instellingen oproepen om hun reaktie op het wetsontwerp te laten horen. Zo'n oproep wordt gedaan in de Staatscourant (dagblad van de rijksoverheid). Soms belegt ze een hoorzitting, waarbij zeer in het algemeen personen, organisaties en instellingen de kans krijgen hun zegje te doen en waar de kamerleden proberen nog nadere gegevens van hen te verkrijgen. Kommissies nodigen soms ook wel eens rechtstreeks bepaalde instellingen of personen uit om zich te laten inlichten over een bepaalde materie.

Nadat men het wetsontwerp en de memorie van toelichting heeft gelezen en de nodige informatie is ingewonnen, hebben de kamerleden vaak nog een aantal vragen aan de minister en een aantal opmerkingen over zijn wetsontwerp. Ieder kamérlid kan natuurlijk meteen al reageren, maar het is te doen gebruikelijk dat alleen de leden van een betrokken kommissie hun inbreng voor dit onderzoek leveren. De griffier van zo'n kommissie (de ambtelijk sekretaris) rangschikt deze vragen en opmerkingen en maakt er een lopend verhaal van. Dit stuk heet het Voorlopig Verslag. Het wordt gedrukt en aan alle leden van de Kamer en van de regering toegestuurd. De pers kan dat ook lezen. Trouwens: iedere belangstellende kan van alle kamerstukken kennis nemen.

Memorie van Antwoord

De minister reageert daar natuurlijk op. In een uitvoerig stuk geeft hij de gevraagde inlichtingen en reageert hij op de gemaakte opmerkingen. Dat stuk heet de Memorie van Antwoord. Het wordt eveneens gedrukt, zoals alle stukken in deze schriftuurlijke diskussie.

Nota van Wijziging

Het is ook mogelijk, dat de minister 'bij zijn Memorie van Antwoord een Nota van Wijziging stuurt, dat wil zeggen een briefje, waarin hij aangeeft welke wijziging(én) hij nog wil aanbrengen in zijn wetsontwerp. Dat kan als hij door de Kamer al overtuigd is van de wenselijkheid daarvan, als er een foutje is blijven staan of als dé minister zelf nog een verandering aan wil brengen.

Eindverslag

Na de Memorie van Antwoord weet de Kamer meestal voldoende en brengt de kommissie haar eindverslag uit. Daarin kan ze vooral bij controversiële onderwerpen alsnog trachten geargumenteerd voor wijzigingen te pleiten of is er gelegenheid nog wat opmerkingen te maken. Maar het is ook mogelijk dat ze blanco eindverslag uitbrengt. Dat doet ze als over en weer nagenoeg alles gezegd is.

Let wel: de diskussie tussen de kommissie en de minister komt niet in de plaats van het Kamerdebat. Het is slechts een voorbereiding. Door de technische voorbereiding buiten de vergaderzaal te laten plaatsvinden, kan men in de Kamer zakelijker en vooral korter spreken. Het gaat dan alleen nog maar om de politieke tegenstellingen. De feitelijke informatie is dan al uitgewisseld.

Kamerdebat

Als de voorbereidende diskussie is afgesloten, zal de voorzitter van de Tweede Kamer aan de voltallige vergadering voorstellen het wetsontwerp op de agenda te plaatsen. Bij de openbare behandeling moet de minister zijn wetsontwerp tegenover de hele Kamer verdedigen. De deenemers aan het debat zijn over het algemeen weer de deskundigen uit de kommissies. Zij hebben van hun fraktiegenoten (kollegakamerleden, die lid zijn van dezelfde partij) dan toestemming gekregen om namens de hele fraktie te spreken, tenzij een of meer leden van de fraktie een afwijkende mening hebben.

Amendementen

De Tweede Kamer hoeft niet alleen de wetsontwerpen goed te keuren, ze kan er ook veranderingen in aanbrengen. Ze heeft het recht van amendement (amenderen = verbeteren). De amendementen kunnen al tijdens het voorbereidend onderzoek door de kamerleden worden voorgesteld, maar ze kunnen er ook tijdens het Kamerdebat nog mee komen. In dit laatste geval moeten ze dan wel door tenminste vijf leden worden ondersteund, voordat ze aan de orde gesteld kunnen worden. Als de Tweede Kamer bij stemming over het wetsontwerp akkoord gaat met het amendement is de verandering in de tekst opgenomen.

Het kan voorkomen, dat de minister d ! at bijzonder onplezierig vindt. Zo'n verandering zou wel eens tot gevolg kunnen hebben dat de strekking van het wetsontwerp verandert of dat er veel extra geld nodig wordt. Hij kan zich dan verzetten tegen die verandering.

Er zijn verschillende „stijlbloempjes", die de ernst van de weerstand' van de minister tegen een bepaald amendement weergeven. Zo kan een minister zeggen, dat hij de beslissing graag overlaat aan de Tweede Kamer (het maakt hem niet zoveel uit); dat hij de gedachte overneemt (hij is het er helemaal mee eens); dat hij het aanvaarden van het amendement ontraadt (hij is het er helemaal niet mee eens); dat hij zich beraadt over de gevolgen van het aanvaarden van de verandering door de Kamer of dat hij de verandering „onaanvaardbaar" vindt.

In die laatste twee gevallen kan de minister het wetsontwerp eventueel weer intrekken. Dat betekent dat het vanaf dat moment beschouwd wordt als niet te bestaan. Ook kan de minister besluiten om, af te treden. Dat is natuurlijk wel een heel zwaar geschut. Eventueel dreigt het hele kabinet met opstappen. De Kamer moet natuurlijk afwegen wat in zulke gevallen het zwaarst telt.

Een dergelijke diskussie als over een amendement kan ontstaan, kan natuurlijk ook worden gehouden over het hele wetsontwerp. Verwerping van een wetsontwerp kan de regering wel eens zo hoog opnemen, dat ze er verder de brui aan geeft.

De Eerste Kamer

Wordt het wetsontwerp door de Tweede Kamer verworpen dan verdwijnt, het van het toneel. Wordt het aangenomen (al dan niet met veranderingen) dan wordt het door de voorzitter van de Tweede Kamer doorgestuurd naar de Eerste Kamer. Daar treedt dan opnieuw eenzelfde procedure in werking als bij de Tweede Kamer is gevolgd: . Over het algemeen behandelt de Eerste Kamer, die ook: verscheidene kommissies kent, een wetsontwerp minder uitputtend. Het belangrijkste verschil zit in het feit, dat de Eerste Kamer alleen maar ja of nee kan zeggen tegen een wetsontwerp. Veranderingen kan ze er niet meer in aanbrengen (ze heeft dus geen recht van amendement).

Toch zijn er wel gevallen, waarin de Eerste Kamer resoluut „nee" heeft, gezegd tegen wetsontwerpen die al door de Tweede Kamer waren aangenomen.

Een destijds nogal geruchtmakend, voorbeeld daarvan: de verwerping van het ontwerp voor een nieuwe Archiefwet in 1961. In 1972 wees de Eerste Kamer de ontwerp-Comptabiliteitswet (de wijze waarop de overheid haar financiën regelt en beheert) van de hand en in december 1976 keerde zich een meerderheid tegen het initiatiefvoorstel voor een abortus-wetgeving, wat we ons allemaal nog herinneren. Sinds 1945 heeft de Eerste Kamer 14 keer een wetsontwerp tegengehouden.

Staatsblad

Als een wetsontwerp uiteindelijk dloor het parlement (de Tweede Kamer en de Eerste Kamer samen) is goedgekeurd, is het daarmee nog geen wet geworden. Het wordt dan ter ondertekening naar H.M. de Koningin gezonden. Deze ondertekening gezamenlijk met de verantwoordelijke ministers maken het ontwerp tot wet. De wet treedt dan normaal pas in werking op de twintigste dag na afkondiging in. het Staatsblad (officiéél blad' van de regering, waarin wetten, koninklijke-besluiten, enz. worden gepubliceerd), tenzij de wet zelf een andere datum noemt, waarop zij in werking zal treden.

We willen dhr. Van Rossum: hartelijk, danken voor de, ze uiteenzetting over het tot stand komen van een wet. Nu het nieuwe abortuswetsontwerp is ingediend of binnenkort ingediend zal worden, is het aan de hand van dit artikel gemakkelijk na te gaan in welk stadium da behandeling van het ontwerp zich bevindt. Het voorbereidend werk in de bijzondere kommissie zal waarschijnlijk geruime tijd in beslag nemen. We herinneren u aan de regionale vergadering op D.V. dinsdag 27 februari te Amsterdam-Noord, aanvang half acht. De heer J. Koppejan te Gouda hoopt te spreken over: „Een bijbels profiel van de: huisvrouw" en Ds. A. Snoep za.1 de openingsmeditatie verzorgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1979

Daniel | 24 Pagina's

HOE KOMT EEN WET HOT STAND ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1979

Daniel | 24 Pagina's