VISSERIJ DE TIJD VAN DE BIJBEL
Er werdi door de Israëlieten veel vis gegeten. Dat hadden ze al in Egypte geleerd, waar veel vis in de Nijl gevangen werd.
Een van de poorten van Jeruzalem heette de Vispoort. Daar in de buurt zal de vismarkt wel geweest zijn. De gevangen vis werd. meestal gedroogd of gezouten, zodat het lang bewaard kon worden.
In het land Kanaan werd vooral gevist op het Meer van Genesareth.
Ook in het noordelijke deel van de Jordaan kwam wel vis voor. Zuidelijker en in de Dode Zee kon geen vis leven, omdat het water te zout was.
De meeste vissen die gevangen werden, kennen wij ook. Het waren, karpers, brasems en baarzen. Andere vissen kennen wij niet. Zo waren er die dagenlang met bun eieren of jongen in de bek rondzwommen en er waren ook vissen die geluiden konden maken. Vissen die geen schubben hadden, mochten niet gegeten worden. Dat waren de kwade vissen die weggeworpen werden (Matth. 13 : 48).
De vissers hadden als ze aan het werk waren alleen een hemd aan, omdat ze het anders te warm zouden krijgen. Meestal werd er 's nachts gevist, omdat ze dan meer vingen dan overdag. Soms was het wel angstig, want de storm kon plotseling opsteken. Daarom moesten vissers niet bang uitgevallen zijn. De bootjes zagen er uit als grote roeiboten met een zeil.
Er waren verschillende soorten netten.
Voor het sleejjnet had je twee scheepjes nodig. Het net was ongeveer vijf meter lang en drie meter breed. Aan de bovenkant zaten kurken en aan de onderkant stenen. Dit net werd tussen twee bootjes door het water getrokken, waarbij de vissen in de mazen verward raakten.
Als de scheepjes aan de kant kwamen, moesten de netten met touwen op de Wal getrokken worden. De discipelen waren op deze manier aan het vissen, toen de Heere Jezus hen na Zijn opstanding verscheen (Joh. 21 : 4).
Het werpnet was heel anders. Het werd, door de visser zover mogelijk in zee gegooid. Na enige tijd trok hij het dicht en haalde het. naar zich toe om de vis er uit te halen. Zo waren Petrus en Andreas aan het vissen toen de Heere Jezus hen riep om vissers der mensen te worden (Mark. 1 : 16 en 17).
Er wordt verder ook wel met een lijn met haken of een hengel gevist. Petrus moest dat gaan doen, toen hij geen geld voor de tempelbelasting had (Matth. .17 : 27).
De netten gingen ook wel eens kapot. De vissers moesten zé dan zelf weer maken. In Mark. 1 : 19 wordt verteld dat Jakobus en Johannes hun netten aan' het'maken waren, toen de Heere Jezus hen riep om Hem te volgen, _ .'', ••.
Wil je meer over het land van de Bijbel weten? Lees dan eens het boek „In het land van de Bijbel" geschreven door I. Snoek. Het is heel gemakkelijk leesbaar, ...
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1979
Daniel | 24 Pagina's