Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERLANGEN NAAR DE WEDERKOMST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERLANGEN NAAR DE WEDERKOMST

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uw koninkrijk koom' toch, o Heer! Ai, werp den troon des satans neer; Regeer ons door uw Geest en Woord; Uw lof word' eens alom gehoord, En d' aarde met uw vrees vervuld, Totdat G'uw rijk volmaken zult.

Met grote kracht e.n heerlijkheid

Heel duidelijk wordt in de Bijbel gesproken over de wederkomst van Christus. Bii de hemelvaart hebben de engelen geprofeteerd: Deze Jezus, die van u opgenomen is, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren". Vaak wordt die wederkomst heel nabij gedacht. De toekomst des Heeren genaakt (Jac. 5:8). Het is de laatste ure (1 Joh. 2 : 18). Zie Ik kom haastelijk (Openb. 22 : 12). Anderzijds wordt die dag van Christus' komst soms ver in de toekomst gedacht, zoals in de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden, die in slaap vielen omdat' de bruidegom vertoefde te komen.

Als een dief in de nacht

Velen hebben de ttijd willen berekenen van de wederkomst des Heeren. Dat is echter tegen de Schrift Zelf, want van die dag en die ure weet. niemand. De Bijbel leert ons dat de verschijning van die dag komen zal, zoals een dief in de nacht komt, plotseling dus, en onverwachts. Een dief kondigt zijn komst niet aan. Een dief stuurt geen briefje met de mededeling dat hij komt stelen. Nee, zij, die hun maatregelen genomen hebben, die wakker zijn als de dief komt, hebben niets te vrezen. Alleen de zorgelozen lopen gevaar, want juist dan als niemand er op rekent, als we overal horen: „Vrede, vrede en geen gevaar" dan komt Jezus, als een dief in de nacht. In dit beeld worden we dus aangespoord tot waakzaamheid en heilige ernst.

Leert van de vijgeboom

In Matth. 24 deelt' de Heere Jezus aan Zijn discipelen mee de voortekenen, die aan Zijn komst in de voleinding der wereld zullen voorafgaan. Zijn gemeente zal vervolgd worden, valse profeten zullen opstaan, er zullen oorlogen en geruchten van oorlogen zijn, ook hongersnoden en besmettelijke ziekten, aardbevingen zullen de wereld teisteren, de ergernis zal toenemen, de liefde zal'verkouden, en de macht van de leugen en het ongeloof zal ten toppunt stijgen. Maar nog is het einde niet, want al die dingen zijn nog maar een beginsel der smarten. Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Met dit einde wordt niet het wereldeinde bedoeld, maar het einde, waarop de I-Ieere Jezus de Zijnen thuishaalt, misschien wel in de weg van het martelaarschap. En wat het wereldeinde betreft, dat zal niet komen, vóór het evangelie des koninkrijks in de hele wereld gepredikt is. Daarom, leert van de vijgeboom deze gelijkenis, wanneer zijn tak teder wordt en de bladeren uitspruiten, zoi weet gij, dat de zomer nabij is. Alzo ook gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien geschieden, zo

weet dat het nabij is, voor de deur staat. Met andere woorden let op de tekenen der tijden.

Met grote kracht en heerlijkheid

De wederkomst van Christus zal niet' alleen plotseling en onverwachts plaats hebben, maar zij zal ook groots en heerlijk zijn. Hij zal komen op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid, omstuwd door Zijn duizenden engelen. Hij zal neerdalen in Zijn verheerlijkte menselijke natuur en aller oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben. Hij zal komen om te oordelen de levenden en de doden, om Zijn wereldgericht te spannen over rechtvaardigen en goddelozen. En dat doet diegenen'verschrikt staan, die niet voorbereid zijn op Zijn komst, maar degenen, die Hem in dit leven in onverderfelijkheid hebben leren liefkrijgen, zullen juist met groot verlangen uitzien naar die grote dag om ten volle te genieten de beloften van God in Christus Jezus (N.G.B. art. 37).

De Heere vertraagt de belofte niet

De eerste christen-gemeenten hebben allen heel dicht bij de wederkomst geleefd. Ze hebben er ook verlangend naar uitgezien. Velen hebben werkelijk gedacht, dat ze de wederkomst des Heeren zelf in hun eigen leven zouden meemaken. En toen de wederkomst uitbleef, is dat zelfs een probleem geworden in de eerste christelijke gemeenten. Petrus gaat daarop in in zijn brief aan de gemeenten in Klein Azië (2 Petrus 3). De vertraging van de wederkomst leidde bij sommige mensen uit die gemeenten tot een grof en zondig leven. Ze gingen wandelen naar hun eigen begeerlijkheden, omdat daar volgens hen reden voor was. Ze zeiden: „Waar is de belofte van Zijn toekomst? " Jaar na jaar had men tevergeefs op de verschijning van de Heere gewacht, en nu meende men dat Hij wel nooit meer zou komen, en dat Zijn belofte ij del was. Men zag aan wat voor ogen was: de vaderen waren ontslapen en alles bleef maar bij hetzelfde. Geen opstanding, geen wederkomst, geen eindgericht. En daarom leefden ze er maar wat op los, de Heere kwam toch niet ten oordeel! Wat maakte het dan uit hoe ze leefden? En daar schrijft Petrus tegen, tegen die verkeerde zondige reaktie op de wederkomstvertraging.

Eén dag is bij de Heer als duizend jaren en duizend jaren als één dag. Bovendien, de Heere vertraagt de belofte niet', maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. De komende bruidegom overziet als het ware de bruiloftszaal, en daar ziet Hij nog enkele plaatsen leeg. En daarom komt Hij nog niet. Hij stelt Zijn eindgericht nog uit. Hij is nog lankmoedig. Eerst moet de zaal gevuld zijn, en dan pas zal Hij komen. Tussen haakjes: is jouw plaats daar al gereserveerd?

Montaims en de wederkomst

Toen de kerk in het' midden van de tweede eeuw haar eigen belijdenis en kerkregeling had ontvangen, was het Montanus, die geprobeerd heeft, om haar weer terug te leiden tot haar oorspronkelijke toestand. In het laatst van de tweede eeuw trad hij op t'e Pepuza in Frygië, waar allerhandle visioenen en voorspellingen zijn goddelijke roeping schenen te bevestigen. Zijn boodschap was de prediking van een zeer nabije wederkomst en het aanbreken van het duizendjarig rijk. Twee profetessen, Maximilla en Priscilla, verbonden zich met hem om hem behulpzaam te zijn. Het Montanisme kreeg veel aanhangers, waartoe zich zelfs de kerkvader Tertullianus aangetrokken voelde. Het gebeurde wel dat hele gemeenten in die tijd hun aardse roeping geheel verzaakten en met elkaar de woestijn introkken, omdat ze de wederkomst van Christus zo spoedig verwachtten. Zo zien we in de kerkgeschiedenis, ook in latere eeuwen, telkens groepen opduiken, met een geweldig sterk verlangen naar de wederkomst. Wel laat diezelfde geschiedenis ons zien, dat een overtrokken of overspannen verwachting van de wederkomst de roeping van een christen in het dagelijks leven geheel kan laten ontsporen.

De kerk op het zendingsveld en de wederkomst

Het is wel een grote sprong door de geschiedenis, maar er ligt in deze vergelijking toch een duidelijke overeenkomst: het gaat immers in beide gevallen om een jonge kerk. En het opvallende is dat beide jonge kerken — de eerste christengemeenten en de kerk op het zendingsveld — gelijkgestemd zijn in hun verlangen naar de weder -

komst, althans, voorzover ik kan spreken over mijn ervaringen op Irian. De Yali's spreken en preken heel vaak over de wederkomst van Christus. Ik hoor Thomas nog preken in de grote kerk van Landikma-centrum over 1 Thess. 5:1-3. Lees dat gedeelte maar eens na. Het gaat over de komst van Christus als een dief in de nacht. Met een stralend gezicht sprak hij over die heerlijke en blijde dag van Zijn komst. Ook waarschuwde hij de ongehoorzamen voor het ontzaglijke gericht, dat in die dag openbaar zal worden. Hij toonde de zekerheid van de vervulling van die belofte aan, met de geschiedenis van Noach. Noach predikte de mensen de zondvloed, maar ze spotten met die ark op het droge. Maar, is de zondvloed gekomen of niet? Ja, zeiden de mensen in de kerk, die is gekomen. Welnu zei Thomas, zo zeker als dat uitkwam., zo zeker zal ook de Heere Jezus komen, zoals Hij beloofd heeft. Ik zie nog de ernst op de gezichten van die mensen, waarvan ik wel eens bang ben dat het naamchristenen zijn. Ik zie ook nog de blijde uitdrukking op het gezicht van Duvarek, een oude vrouw, die inmiddels overleden is, en de begeerte van haar hart verkregen heeft. We zouden natuurlijk lang kunnen debatteren over het „waarom" van dit wederkomstverlangen onder de christenen op het zendingsveld. Zij hebben in hun oude heidense mythen immers ook passages, waarin een sterk verlangen naar een betere tijd - een tijd waarin het heil zal aanbreken - een grote rol speelt. Ook prediken de geloofszendingen in onze omringende valleien nogal sterk de nabije wederkomst van Christus. En dat kan best allemaal wel van invloed zijn. Maar, als ik bij echte christenen dit verlangen bespeur, dan houd ik het erop, dat dit een kenmerk is van een levend geloof. Het ontbreken van dit verlangen is immers een bewijs van ingezonken geloof of ongeloof. Zo leert ons de Bijbel.

De Geest en de bruid

Weet je wat Calvijn schreef over dit verlangen? Hij schreef: „Laat ons dit voor vastgesteld houden, dat niemand goede vordering gemaakt heeft in de leerschool van Christus, dan hij, die de dag van zijn dood en van de laatste opstanding met vreugde verwacht".

En dat is voluit bijbels. In het laatste bijbelhoofdstuk (Openb. 22) belooft Christus tot twee maal toe: Zie Ik kom haastelijk. En daarna spoort de komende Bruidegom Zelf Zijn bruidskerk aan om de dag van Zijn komst te verbeiden: „En de Geest en de bruid zeggen: Kom!"

De Bruidegom Zelf legt: dus deze adventsroep op de lippen van Zijn bruid. Het zou toch maar een slecht teken zijn, als de bruid niet zou verlangen naar de komst van de Bruidegom. Dat zou toch niet van vurige liefde getuigen.

Toch komt dat wel voor. Misschien is er onder jullie wel iemand die' beschaamd de ogen doet neerslaan. Misehien moet je zeggen: Van dat „met opgeheven hoofde verwachten van mijn Zaligmaker uit de hemel" komt bij mij zo weinig terecht, mijn hart is vaak zo koud en leeg, ik ben zo uit de aarde aards, o had ik Hem toch maar vuriger lief, dan... Ja daaruit blijkt nu, dat je de Heilige Geest nodig hebt, die' in je hart dat brandende verlangen naar Zijn komst werkt. Die alleen kan de liefde aanwakkeren en de hoop verlevendigen. Daarom lezen we: , , En. de Geest en de bruid zeggen: Kom!" De Geest zegt het voor en d: e bruid, zegt het na. Dat wederkomstverlangen zou in het hart van de bruid niet opgekomen zijn, als de Geest niet in haar hart woonde en dat verlangen wekte.

Verlangen naar de wederkomst

Door middel van alle heilsfeiten wordt Christus verheerlijkt. Maar het meest nog zal Hij verheerlijkt worden in Zijn wederkomst' op de wolken, want dan pas is Zijn koninkrijk volmaakt. Dan zal ook ten overstaan van heel de wereld blijken wie Hij was en is. Dan zal de bruid verrijzen uit het. graf en voor eeuwig met de Bruidegom aanzitten aan de bruiloft des lams. En daar verlangt niet alleen de bruid naar, maar ook de bruidegom. De I-Ieere Jezus verlangt Zelf ook naar dat heerlijke ogenblik. Hij verlangt naar Zijn bruid. Onbegrijpelijk, maar toch waar! Dat word't met eerbied gesproken ook de blijdste dag in Zijn leven.

En de liefde trekt. Is jouw hart ook vol verrukking? Verteert jouw ziel ook van verlangen? Probeert, jouw oog ook wel eens dat wolkendek te doorboren om Hem te mogen zien van aangezicht tot aangezicht? Hem te zien, gelijk Hij is! Amen, kom' f-Ieere Jezus, ja kom haastelijk!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1980

Daniel | 28 Pagina's

VERLANGEN NAAR DE WEDERKOMST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1980

Daniel | 28 Pagina's