UW WIL GESCHIEDE ..

In Zijn onderwijs omtrent het „hoe" van het bidden, heelt de I-Ieere Jezus in het volmaakte gebed de bede: „Uw wil geschiede, gelijk in de hemel als ook op de aarde" een plaats gegeven.

Terecht hebbende opstellers van de Heidelbergse Catechismus hun. onderwijs over het gebed laten volgen op het behandelen van de tien geboden. De Heere laat Zijn gebod scherp prediken opdat dit (door de werking van de Heilige Geest) zal leiden tot gebed. In de tien geboden heeft de Heere ons geopenbaard wat Hij wil dat wij doen zullen. De Heere wil dat wij en alle mensen onze eigen wil verzaken en Zijn wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzaam zijn.

Niet onze wil, maar Zijn wil gescïiiede . . .

Soms wordt er in de Bijbel gesproken over de wil van God als oorzaak van alles wat er gebeurt en niet gebeurt. Dan gaat het niet over Gods geopenbaarde wil m.b.t. hetgeen door ons wel of niet gedaan moet worden, maar over Zijn wil m.b.t. de verheerlijking van Zijn deugden en volmaaktheden. Naar Zijn wil besloot Hij in Zijn eeuwige Raad wat er wel en wat er niet zou geschieden. Niet het noodlot of het toeval regeert, maar God. De Heere voert Zijn wil uit. Hij doet al wat Hem behaagt. Het tijdstip van geboorte of dood, de tijden van voorspoed en tegenspoed ... alles komt van Zijn Hand. Gods raad bestaat en Hij doet al Zijn welbehagen. De wil van Gods besluit geschiedt altijd.

De bede: „Uw wil geschiede", kan zo worden gebruikt, dat wij er in vragen wat wij nodig hebben, te aanvaarden wat God over ons bracht of nog over ons zal brengen. Wij zijn geneigd om, als wij bidden. God te vragen of Hij doen wil wat wij graag, willen. Dat is niet ongepast. Zelfs de Heere Jezus bad: „Vader, indien het mogelijk is laat deze beker aan Mij voorbijgaan". Hij voegde daar echter onmiddellijk aan toe: „maar niet Mijn wil maar Uw wil geschiede". Wij hebben Gods genade en hulp nodig om Gods doen, Gods wil te billijken, te aanbidden. Dat kunnen wij van onszelf niet. Wat kan er een vuur van verzet tegen Gods leidingen branden in ons hart.

Het dagelijks bidden „Uw wil geschiede" in die zin dat wij dagelijks', bidden om de genade die wij nodig hebben, om de wil van Gods besluit te aanvaarden en zelfs te aanbidden is een zaak van de allergrootste betekenis i.v.m. Gods eer en onze zaligheid. De verhoring, er van geeft vrede en rust in het gem.oed, zelfs in tijden van tegenspoed, smart en rouw.

De wil van Gods besluit wordt door God^ gedaan. Wij behoeven niet te bidden dat God doet wat Hij besloten heeft. Dat gebeurt altijd. De Heere wil wel dat wij zullen bidden om hetgeen Hij beloofd heeft te zullen doen.

Wat wil de Heere?

Ook wil de Heere dat wij tiem zullen bidden om hetgeen wij nodig hebben om te doen wat Hij wil. Wat God wil dat wij doen en laten zullen, heeft Hij ons in Zijn Woord geopenbaard. Die wil in God wordt wel genoemd: de wil des bevels.

God wil dat Zijn Naam zal worden geheiligd, door ons en anderen. ... God wil, dat Zijn Koninkrijk kome ... dat wij ons hoe langer hoe meer aan Hem onderwerpen ... dat al wat Hij geboden heeft, gedaan wordt, opdat Zijn Kerk bewaard en vermeerderd zal worden. De Heere wil dat eerst Zijn koninkrijk en zijn gerechtigheid gezocht zal wor-

den. door ons en anderen. God wil dat wij met ootmoed bekleed zullen zijn ... dat wij alle kracht en hulp alleen van Hem verwachten voor de dingen van dit en het toekomende leven ... dat Hij met blijdschap gediend zal worden ... dat wij het kwade door het goede zullen overwinnen ... Gods gebod is zeer wijd ... het bestrijkt alle terreinen van het leven.

Gods wil is alleen goed ... In het bekendmaken van Zijn wil heeft Hij het goede met ons en anderen voor. Alles wat niet in overeenstemming is met Zijn wil is slecht voor ons en anderen. Door het doen en laten van dingen die niet met Gods wil overeenkomen, berokkenen wij onszelf en anderen alleen maar ellende. De Heere gunt ons geen ellende ... noch in dit, nooh in het toekomende leven. Wij mogen ... wij moeten ... 24 uur van de dag en zeven dagen per week doen wat Zijn eer bevordert en wat goed is voor onszelf en voor anderen. De paden die Hij wil dat wij bewandelen zullen tot zaligheid van onszelf en anderen zijn geplaveid met loutere goedheid... zij zijn ontworpen door enkel liefde ... zij leiden tot het zien en ervaren van Gods heil.

De dichter van Psalm 25 heeft het zo treffend en. aanlokkelijk voorgesteld: Wie heeft lust de Heer' te vrezen... 't allerhoogst en eeuwig goed? God zal Zelf zijn leidsman wezen, leren hoe hij wandelen moet. 't Goed dat nimmermeer vergaat zal hij ongestoord verwerven en zijn godgeheiligd zaad zal 't gezegend aardrijk erven!!

Wie doen Gods wil?

Wie doet nu Gods wil? Van nature niemand ... er is niemand die goed doet, niet tot één toe. Hoe komt dat? Onze wil is verkeerd, verdorven... Onze wil gaat uit naar het verbodene, naar hetgeen God niet wil dat wij zullen doen en laten. Onze wil jaagt dat doel niet na waartoe wij geschapen, waartoe wij geroepen zijn. „Gij wilt tot Mij niet komen, opdat ge in Mij het leven hebt". sprak de Heere Jezus. „Ik heb Mijn handen de ganse dag uitgestrekt tot een wederstrevig, ongehoorzaam en tegensprekend volk", klaagt de Heere (Jes. 65 : 2; Rom. 10 : 21).

Onze onmacht om te doen wat God behagelijk is, vloeit voort uit onze onwil!! Wat is het nodig en nuttig dat door het werk van de Heilige Geest die onmacht en onwil ons tot schaamte, smart en schuld wordt ... dan gaan wij niet alleen om vergeving van onze zonden vragen. Dan gaan wij ook die verkeerde wil aan de Heere uitleveren met de bede of de Heere in ons en in anderen wil werken het willen en werken naar Zijn welbehagen. Dan leggen wij ons niet in valse lijdelijkheid neer bij het feit van de verdorvenheid ... noch storten wij ons in een aktivisme waarin wij steunen op eigen kracht, wijsheid en wil, maar dan wordt het... bidden en werken. Zowel een ijver zonder verstand als een verstand zonder ijver zijn gruwelijk voor God. Helaas... zelfs in de allerheiligsten (zolang zij in dit leven zijn) is er nog maar een klein beginsel van die nieuwe gehoorzaamheid die kenmerkend is voor de wedergeborene. Vandaar de noodzaak om, ook door het voorhouden van het voorbeeld van de gehoorzaamheid der engelen in de hemel, dagelijks te realiseren hoe ver men nog verwijderd is van het ideale. De engelen in de hemel voeren hun werk gewillig en getrouw uit in volmaakte overeenstemming met Gods wil. De Heere Jezus spoort in de bede „Uw wil geschiede, gelijk in de hemel als op de aarde", aan tot het jagen naar het volmaakte. Hij wekt ons op tot het dagelijks biddend werkzaam zijn met het bepeinzen van Gods wil en het bewandelen der godsvrucht.

Werken zonder bidden en bidden zonder werken brengen geen vruchten voort der bekering waardig. Het ootmoedig smeekgebed: Bekeer mij, Heere, zo zal ik bekeerd zijn komt overeen met de bede: Uw wil geschiede

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen