Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LIJDELIJKHEID EN LIJDZAAMHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LIJDELIJKHEID EN LIJDZAAMHEID

7 minuten leestijd

Dode lijdelijkheid is een gevaarlijke klip waarop straks veel mensen schipbreuk lijden. Aan de andere kant is er ook een gevaarlijke klip waarop nog meer mensen zijn vastgevaren. Dat is de klip van wettische werkheiligheid.

Wat Is lijdelijkheid?

Als we ons afvragen wat lijdelijkheid is, moet Gods Woord ons tot richtsnoer zijn. Naar dat Woord heeft de mens te leven, te handelen en te wandelen.

De Heere Zelf tekent ons het beeld van de stille geruste zondaar, die door de hel niet wordt verschrikt en wie de hemel niet verkwikt. In Jeremia 48 : 11 lezen we: , Moab is van zijn heffe stil gelegen, en is van vat in vat niet geledigd, en heeft, niet gewandeld in gevangenis; daarom is zijn smaak in hem gebleven en zijn reuk niet veranderd." Moab was de zoon van een van de dochters van Lot, in bloedschande verkregen. Van hem stammen de Moabieten af, Zowel Jesaja als Jeremia voorzeggen het oordeel over de Moabieten. Beide profeten spreken van de grenzeloze hoogmoed, van Moab. We lezen in vers 29: Wij hebben Moabs hovaardij gehoord (hij is zeer hovaardig), zijn trotsheid en zijn hovaardij, en zijn hoogmoed, en zijns harten hoogheid." Het gebod des Heeren in Deut. 23 luidde: Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering dés Heeren komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des Heeren niet komen tot in eeuwigheid." De Heere geeft ook de reden op door te vervolgen: Ter oorzake dat zij ulieden op de weg niet tegengekomen zijn met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij tegen u gehuurd heeft Bileam, de zoon van Beor, van Pethor uit Mesopotamië, om u te vloeken."

Het beeld dat d.e Heere gebruikt kon door de Moabieten goed begrepen worden, want het volk woonde in een vruchtbaar land waar de wijn in kuipen werd getreden. Het sap van de druiven werd in grote vaten opgeslagen. In die vaten moet de wijn zich ontwikkelen tot goede drinkbare wijn. Dit is een proces van jaren. De droesem die naar de bodem zakt, moet verwijderd worden. In het vat wordt boven de „heffe" een kraan gestoken en zo laat men de wijn uitlopen in een ander vat. Het is nu wel duidelijk dat met de „heffe" de droesem wordt bedoeld. Moab is van zijn jeugd aan gerust geweest en hij heeft op zijn droesem stil gelegen, en i's van vat in vat niet geledigd. Dat is dus het beeld van de geruste te Sion en de zekere op de berg van Samaria. Wee d.e mens die in dodelijke gerustheid leeft. In de staat der rechtheid had Adam de droesem der zonde niet in zich. Na de diepe val

van Adam. is onze natuur zo verdorven dat wij allen in zonde ontvangen en in ongerechtigheid geboren worden. Nodig is dat ons de valse rust wordt opgezegd.

En wij . . ?

Om ons tot het kerkverband te bepalen waartoe wij behoren, dan moeten wij tot ons leedwezen konstateren, dat in bepaalde gemeenten de lijdelijkheid overheerst. Men gaat naar de kerk, men ijvert voor zending en evangelisatie maar bekeren moet God doen. Er zijn gemeenten waar men teruggaat, naar de dagen van Gomarus, Maccovius en andere Godgeleerden. Ook vroeger waren er knechten Gods die de 'soevereiniteit Gods te eenzijdig benadrukten. Ik denk in dit verband; aan het verschil van gevoelen van supra-lapsaristen. en infra-lapsaristen. Paulus zegt in Romeinen 9 : 16: Zo is het dan niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods". Dit tekstwoord heft echter de verantwoordelijkheid van de mens niet op. O, hoe gevaarlijk is de 'staat van de mens die stil en gerust leeft. Zijn verantwoordelijkheid wortelt in de schepping. God doet de mens geen onrecht als Hij in Zijn wet van hem eist wat hij niet kon doen, want God heeft de mens alzo geschapen dat hij dat kon doen: e geruste te Sion en de zekere op .de berg van Samaria heeft de neiging, om het met de levenswandel niet al te nauw te nemen. Als hij bekeerd zal worden, dan zal dat ondanks alles toch wel gebeuren. Dit is niet anders dan een verkeerd werkzaam zijn met Gods besluiten. O, let er toch op dat de rust van Moab niet alleen een gevaarlijke rust was, het was ook een dodelijke rust. Jeremia zegt: Daarom is zijn smaak in hem. gebleven en zijn reuk niet veranderd". Zijn reuk was een reuk ten dode. Dit is ook het geval met mensen die 's zondags naar de kerk gaan, hun kinderen laten dopen en verder stil op hun „heffe" nederliggen. Waar zullen ze zich druk om maken? God moet een mens bekeren, het geloof is immers een gave Gods?

O, bedenk toch dat die rust een valse rust is en dat in Christus alleen de ware rust wordt gevonden. Zoek de Heere en leef! Vraag naar de Heere en Zijne Sterkte, zoek Zijn aangezicht gedurig.

Wettische werkheiligheid

Vanzelfsprekend is het gevaar van wettische werkheiligheid even groot. Het. is wel mogelijk dat de dodelijke lijdelijkheid haar duizenden heeft verslagen, en de wettische werkheiligheid haar tienduizenden. De lijdelijkheid past ook het kind van God niet. De oud vaders spraken van twee zaken waarin Gods volk lijdelijk is nl. de wedergeboorte en de rechtvaardigmaking. Maar verder heeft Gods volk wars te zijn van alle lijdelijkheid. De gegrepen Paulus zegt in Filipp. 3: „Niet dat ik het airede gekregen heb, - of airede volmaakt ben: maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus gegrepen ben".

Lijdzaamheid

Ook wat de betekenis van lijdzaamheid betreft zij het Woord Gods ons tot een regel. Lijdzaamheid; is heel iets anders dan lijdelijkheid. Paulus schrijft aan de geroepen heiligen te Rome: „Wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop". David zegt: : „Eer ik verdrukt werd dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw Woord". De Heere Jezus zegt tegen Zijn discipelen: „Gij hebt lijdzaamheid van node". Een van de oudvaders zegt dat d.e lijdzaamheid een hoofddeugd is, diedoor Gods Geest gewerkt wordt in de harten van Zijn volk. Het kind van God heeft zich te wapenen tegen aanvechting, kruis en druk. Van Asaf weten wij dat hij een tijd in zijn leven gehad heeft dat hij geenszins zijn ziel in lijdzaamheid bezat. De lijdzaamheid is derhalve een oefenschool voor de christen om niet mismoedig te worden. De tot God bekeerde mens leeft zijn vreemdelingschap in Mesech meer en meer in. Hij ervaart dat degenen die godzalig willen leven vervolgd zullen worden. De grote Meester eist het van Zijn leerlingen zeggende: „Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, neme zijn kruis op, en volge Mij." Zij die van Christus geroepen zijn, hebben geen nieuwsgierige vragen te stellen zoals Petrus eens deed. Toen hij Jo~ hannes zag volgen en tot Jezus zei: „Heere, maar wat zal deze? "

De lijdzame ziel onderga de wederwaardigheden en rampen niet alleen kloekmoedig, maar ook blijmoedig. De apostelen waren verblijd, omdat zij waardig geacht waren geweest, om Zijns Naams wil smaadheid te lijden. Degene die beproefd zal geweest, zijn zal de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft degenen die-Hem liefhebben. Het is maar een lichte verdrukking van tien dagen die zeer haast voorbij gaat. en zij werkt Gods volk een gans zeer uitnemend gewicht der heerlijkheid. De natuurlijke mens staart zich blind op de dingen die men ziet. Dat zijn maar tijdelijke dingen. De onherboren mens is wars van lijdzaamheid, hij begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn, ze zijn hem een dwaashied. O, het bedenken des vleses is vijandschap tegen, God, het onderwerpt zich der wet Gods niet, want het kan ook niet. Vraag de Heere om hartvernieuwende genade. Hij staat aan de deur van je jonge hart en klopt. Is er onder jullie iemand die dorst? Welnu, Christus zegt: „Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke, Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1981

Daniel | 28 Pagina's

LIJDELIJKHEID EN LIJDZAAMHEID

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1981

Daniel | 28 Pagina's