HET GEWEIGERDE TEKEN

Jeruzalem verkeert in grote nood. De stad wordt omsingeld door grote legers onder aanvoering van koning Rezin uit Syrië en Pekah, koning van het tienstammenrijk. Er is een enorme overmacht aan vijanden, zo zelfs, dat het hart van koning Achaz en zijn officieren wordt bewogen door grote angst en benauwdheid, zoals de bomen bewogen worden door de wind. Radeloze angst maakt zich van hen en van de inwoners van Jeruzalem' meester.

Wat is de oorzaak van al dat onheil? De verschrikkelijke goddeloosheid van de koning en zijn onderdanen in Juda. Daarom komt de Heere met Zijn oordelen. In 2 Kon. 16 : 1—4 kunnen wij het uitvoerig lezen. Laten we nooit vergeten dat nationale zonden, nationale oordelen geven. Er gebeurt echter iets wonderlijks: e Heere zendt Jesaja naar het paleis van de koning met een verlossende en troostrijke boodschap. Jesaja mag Achaz meedelen dat hij die enorme legers niet hoeft te vrezen (Jes. 7 : 3-11). Er is dus uitkomst en om daar zeker van te kunnen zijn mag Achaz; een teken vragen: Eis u een teken van de Heere uw God, eis beneden in de diepte of eis boven uit de hoogte." Achaz hoeft maar te zeggen welk teken hij verlangt en het zal hem gegeven worden. Gemakkelijker kan het niet. Zo goed is de Heere voor Juda's koning en onderdanen; kroon en stad worden Achaz als het ware in handen gelegd. Wat is Gods n-ederbuigen.de goedheid toch groot, ja onuitsprekelijk groot, voor zo'n vorst en zulke onderdanen.

Er is géén oorzaak bij vorst en volk. Daarom neemt de Heere redenen uit Zichzelf! Om des verbonds wil, om Davids wil.

Maar Achaz weigert het teken, hij neemt de aangeboden verlossing niet aan. Hij weigert met vrome woorden: Ik zal het niet eisen, ik zal de Heere niet verzoeken." Achaz verwerpt de redding in die troostrijke boodschap. Wat mag hiervan wel de oorzaak zijn? Volk, vorstenhuis en vaderland, , alles verkeert toch in grote nood? En nu de redding nabij is, wordt deze beslist verworpen. Dat is de dwaasheid gekroond. Dat is onbegrijpelijk. Wanneer iemand in het water terecht is gekomen en niet kan zwemmen en men hem een reddingsboei toewerpt, maar hij deze niet aksepteert en liever verkiest te verdrinken dan gered te worden, dan wrijf je toch wel even je ogen uit. Doch jonge mensen wacht even, laat persoonlijke verbazing over Achaz achterwege blijven, want' jij en ik zijn precies eender! Psalm 81 : 13:

„Maar Mijn volk (Achaz, jij, ik) wou niet naar Mijn stemme horen, Israël verliet Mij en Mijn geboön 't Heeft zich andere goón naar zijn lust verkoren.”

Koning. Achaz heeft elders zijn steun gezocht. Hij heeft het vlees tot zijn arm gesteld. Achaz zoekt steun bij koning Tiglat Pilezer van Assyrië. Daar verwacht hij meer van dan van God. Daarom wijst hij de woorden van Jesaja, van de Heere doelbewust af. Liever Tiglat Pilezer dan het teken: Immanuel. Liever Assyrië met ons dan God, dan Jezus met ons. Het is Achaz' hoogmoedigheid om niet te buigen voor God, om in ware verootmoediging neer te knielen en in ware afhankelijkheid te smeken: Heere wilt U dat aan mij vragen?

De redding verworpen. Het teken veroorzaakte verharding. Ontzettend.

Dat is het bestaan van de aardse mens. De koning zoekt zijn houvast bij de mens. Dat verkiest Achaz boven de aangeboden verlossing van de Heere. Het aanbod ligt er wel, maar er is geen vragen. Achaz' hoogmoed weerhield hem. Hoogmoed is een van de vruchten van de val in het paradijs. Zijn wij in ons hart al ontdekt aan die hoogmoed? Is dat een persoonlijke schuld en smart voor de Heere geworden? Het is een vraag die

ik in naam: van mijn Zender aan je hart leg. En weet je wat nu zo'n eeuwig wonder - is? Wel, dat het Teken toch is gegeven! Uit het geslacht van Achaz is de Immanuel toch geboren, voor zover het vlees aangaat. Dat is het wonder van advent: de komst van het Teken: het Kind Jezus! Als het kerstfeest had moeten plaatsvinden omdat erom Was gevraagd dan was het Teken nooit geboren. Wie heeft er ooit uit zichzelf om gevraagd? Van nature is er niemand die naar God vraagt (lees Ps. 14 maar eens). Terwijl de nood zo groot is, hebben we toch geen Borg voor onze schuld nodig. Het Teken, Immanuel, kwam in de volheid des tijds, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet, opdat Hij degenen die onder de wet waren verlossen zou.

Vele machten omsingelen ook ons, machten uit de hel en machten uit de afgrond.

„Wij zijn toch zwak, zijn sterkt is groot dus zijn wij ieder ogenblik in nood hier komt nog vlees en wereld bij ai, sterk ons dan en maak ons vrij.”

Vleselijk verkocht onder de zonde. Bedenk' wel dat die zonde-macht zeer groot is, dat alle verdoemden in de hel en de ganse hellemacht niet in 'staat zijn om er een haarbreedte onder vandaan te kruipen, zoals Erskine in een van zijn preken opmerkt. Nog komt de boodschap van de weg des behouds: et. Teken Immanuel. Achaz wees het Teken met vrome woorden af. Wat is de mens, wat is in hem te prijzen? Helemaal niets. Zeven honderd vijf en dertig jaar later wordt het Teken geboren in Bethlehem: ukas 2 : 12: En dit zal u een teken zijn, gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden, liggende in de kribbe" en in vers 34 horen wïj uit de mond van Simeon: Zie Deze wordt' gezet tot een val en opstanding: an vele (in de heidenwereld ? nee) in Israël, tot een teken dat wedersproken zal worden.”

Zal dit woord van Simeon nu ook gelden voor de jeugd dn onze gemeenten? Overdenk het Teken veel, jonge mensen. Overdenk in de dagen van advent en op de a.s. feestdagen dat gezegende Teken. Ondanks verharding, hoogmoed1, kwam het Teken als Kind en Zaligmaker in deze wereld. Hij leerde het zelf (Joh, 3 : 16): ant alzo lief heeft God de wereld (= kosmos) gehad dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem' gelooft (dat is het zaligmakend geloof) niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.

De zondaar gaat niet verloren, omdat hij te veel van de Heere vraagt maar omdat hij te > weinig vraagt! Omdat we in het geheel niet vragen, niet smeken en niet willen bedelen. Dat is onze persoonlijke nood; mocht het een persoonlijke schuld voor de Heere worden. Zoek geen rust buiten het Teken in de kribbe. Ons hart is immers onrustig, totdat het rust vindt in God!

wijlen ds. G. Schipaanboord

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen